Parlementaire commissie die aanval op Capitool onderzoekt dagvaardt vier socialemediabedrijven

De bedrijven moeten niet alleen berichten en filmpjes van gebruikers afstaan, maar ook interne documenten over hoe ze daartegen optraden. De commissie had de bedrijven in augustus al eens gevraagd het bewijsmateriaal vrijwillig af te staan. Daar gaven ze volgens voorzitter Bennie Thompson echter niet voldoende gehoor aan. De commissie heeft de bedrijven daarom nu gedagvaard.

De bedrijven hebben tot 27 januari de tijd gekregen om de gevraagde materialen aan te leveren.

De onderzoekscommissie probeert op allerlei manieren informatie te verzamelen over hoe een demonstratie van Trump-aanhangers om de president te steunen in zijn (valse) beweringen dat de verkiezingen van hem gestolen werden, heeft kunnen uitmonden in de bestorming van het parlementsgebouw. Twee belangrijke vragen voor de onderzoekers zijn hoe de verspreiding van valse informatie heeft bijgedragen tot de aanval en welke maatregelen de sociale netwerken kunnen nemen om te voorkomen dat hun platforms broeihaarden voor radicalisering worden.

Twitter,  het favoriete sociale netwerk van Trump voor hij van het platform werd gegooid, is voor de commissie van belang vanwege de communicatie tussen gebruikers "over de planning en de uitvoering van de aanval op het Capitool" die op het platform zou hebben plaatsgevonden. Volgens de onderzoekers was Twitter al voor 6 januari gewaarschuwd voor het gevaar van geweld.

YouTube zal uitleg moeten verschaffen over de video's die demonstranten tijdens de bestorming hebben gelivestreamd op het platform.

De commissie wil haar bevindingen voor de tussentijdse verkiezingen in november 2022 bekendmaken. Als de Democraten bij de verkiezingen de controle over het Huis verliezen, loopt de commissie namelijk het risico ontbonden te worden door de Republikeinen.