Direct naar artikelinhoud
AnalyseLopende zaken

Georges-Louis Bouchez, van beroep aandachtspoliticus

De MR-voorzitter wou geen gezant, maar zichzelf in de Vlaamse tv-studio’s zien.Beeld Photo News

Het politieke jaar is begonnen zoals het vorige is geëindigd. Met ophef over een manoeuvre van MR-voorzitter Georges-Louis Bouchez. Dat is geen toeval. 

De stap opzij van Jean-Luc Crucke als Waals minister van Begroting – even spontaan als de val uit een raam van een Russische dissident – is de consecratie van de machtsgreep van Georges-Louis Bouchez bij de MR. Als vlot tweetalige, ook in de Vlaamse media graag geziene politicus, hadden velen Crucke verwacht als MR-boegbeeld in de federale regering. Bouchez besliste anders, mede juist omwille van die kwaliteiten van zijn partijgenoot. De voorzitter wou geen gezant, maar zichzelf in de Vlaamse tv-studio’s zien. Crucke liet daarop intern een Raad van Wijzen installeren om de voorzitter te patroneren, maar hij betaalt amper een jaar later alsnog zelf de rekening. Niemand tornt vandaag nog aan de positie van Bouchez als voorzitter.

De mediastrategie van Bouchez werpt vruchten af. Zakenblad Trends hees Bouchez op het schild als ‘de laatste liberaal’ – een zoveelste affront voor zusterpartij Open Vld en premier Ale­xander De Croo. De MR-leider wordt geprezen om zijn scherpe standpunten over de kernuitstap, de seculiere samenleving en de activering van werkzoekenden, maar toch vooral omdat hij slag om slinger de broze consensus in de federale regering onder druk zet. 

Zo ontpopt Bouchez zich tot de meest efficiënte opposant van de eigen coalitie. In een regio waar die regering geen meerderheid heeft, ben je dan snel een held. Dat burgers het vertrouwen verliezen in een alweer lustig kijvende regering, kan de MR-voorzitter niet deren. Wat telt is de toenemende bekendheid van het ‘merk’ Bouchez. De MR vandaag verschilt inhoudelijk niet zo heel erg van die onder Charles Michel of Didier Reynders. Het grote verschil zit in de communicatie, met een strategie van permanente campagne. 

Die strategie heeft een doel. “Bouchez heeft maar één programmapunt: zelf premier worden”, vatte Rik Van ­Cauwelaert dat puntig samen in Terzake. Vandaar de frequente oversteek naar het andere landsdeel, vandaar dat er weinig compassie is met de ­positie van geestesgenoot De Croo. Bouchez heeft een andere liberaal in gedachten voor het premierschap. Zichzelf. 

Die tendens om beleid ondergeschikt te maken aan spektakel en imago-opbouw sluit aan bij een breder fenomeen. Bouchez is een kind van het tijdperk van de ‘aandachtspolitiek’. De Nederlandse politiek commentator Tom-Jan Meeus benoemde met die term in NRC een politiek systeem dat veranderd is onder druk van de zogenaamde ‘aandachtseconomie’: “Camera’s leerden ons poseren; zoekmachines gaven ons eigen feiten; de smartphone werd een vehikel voor zelfpromotie; sociale media bleken tegengeluid te belonen met de meeste aandacht.” Politici gedragen zich navenant, stelt Meeus vast. “Aandacht krijgen politici veel eerder met afwijkend gedrag: grote woorden, argwaan, woede.” 

Het is een profiel dat Bouchez als gegoten zit. Typerend voor aandachtspolitici is dat ze onberekenbaar zijn. Nogmaals Tom-Jan Meeus: “Eerdere posities en besluiten tellen niet meer. (...) Wat politici twee maanden geleden zeiden is vergeten – laat staan wat ze twee jaar of twee decennia geleden zeiden.” Was de MR van premier Michel in de vorige regeerperiode de motor achter het betonneren van de kernuitstap? Maakt niet uit. Sloot de MR in de Waalse regering een compromis over fiscale hervormingen om het gat in de begroting wat te dichten? Maakt niet uit. 

Hyperpolitiek

Dat past in wat politicoloog Anton ­Jäger het tijdperk van de ‘hyperpolitiek’ noemt. Na een ‘post-politieke’ periode waarin elke inspraak en tegenspraak uit de politiek was gezogen, zijn we nu in een tijd gekomen waarin werkelijk alles voorwerp wordt van politieke en morele strijd. Met ‘de publieke zaak’, het maken van de samenleving als klassieke kernopdracht van politiek beleid, heeft die strijd nog weinig van doen. 

Dat is een probleem. Zulke spektakelpolitiek slokt enorm veel publieke energie en ruimte op. Aan goed bestuur komt men amper nog toe. Bij de MR wordt de aanpak liefdevol ‘boucheïsme’ genoemd en verdedigd als een probaat geneesmiddel tegen het populisme. Politici van het klassieke midden moeten zelf de arena in, zo luidt het, om zo de ruimte van het radicale populisme in te perken. 

Dat kan kloppen, als het over ideologische standpuntbepaling gaat. Maar hier gaat het om het terugkomen op gemaakte bestuursakkoorden, die nu eenmaal onvermijdelijk zijn om in een meerpartijen­democratie vooruitgang te boeken. Tegen de kernuitstap bijvoorbeeld maakt Bouchez legitieme bezwaren. Alleen komen ze laat en ongecoördineerd, drie jaar nadat zijn eigen partij die kernuitstap zo goed als onvermijdelijk maakte.

Het risico is dan ook reëel dat het geruzie dat voortkomt uit zulke positiewissels burgers juist nog meer vervreemdt van de politiek en in de armen drijft van het radicalisme of populisme. Zo ging het alleszins bij het conflict over het Marrakech-pact aan het eind van de regering-Michel. De ophef leverde ‘aandachtspoliticus’ Theo Francken (N-VA) persoonlijke roem op, maar kostte zijn partij een smadelijke nederlaag, ten voordele van Vlaams Belang. 

Aandachtspolitiek zie je bij alle ideologische strekkingen. Op links heeft Conner Rousseau een profiel dat erg lijkt op dat van Bouchez: tactisch slim en communicatief onvoorspelbaar, maar ook ijdel en op zichzelf gericht.Beeld Photo News

Aandachtspolitiek zie je bij alle ideologische strekkingen. Op links heeft Conner Rousseau een profiel dat erg lijkt op dat van Bouchez: tactisch slim en communicatief onvoorspelbaar, maar ook ijdel en op zichzelf gericht. Niet toevallig delen de voorzitters van MR en Vooruit de bewondering voor hetzelfde politieke voorbeeld: president Emmanuel Macron, die met de beweging En Marche zowat eigenhandig het Franse politieke landschap hertekende. Dat dit type politici naar de hybride, losse structuur van bewegingen neigen, is geen toeval, stipt Anton Jäger aan: “In werkelijkheid leverden ze (de bewegingen, BE) vooral geconcentreerde macht op voor de persoonlijkheden waaromheen de projecten waren gebouwd.”  

Georges-Louis Bouchez en Conner Rousseau delen naar verluidt nog iets. De droom om premier te worden. Want nu ‘de Zestien’ toch niet meer automatisch naar de grootste partij in de coalitie gaat, is niets onmogelijk voor hen die volharden.