Direct naar artikelinhoud
AchtergrondClub van Rome

‘Waarom geen gratis basispakket elektriciteit?’: Club van Rome blikt 50 jaar na baanbrekend rapport naar 2100

‘Waarom geen gratis basispakket elektriciteit?’: Club van Rome blikt 50 jaar na baanbrekend rapport naar 2100
Beeld dm

Vijftig jaar geleden voorspelde de Club van Rome met het baanbrekende rapport Grenzen aan de groei al nijpende grondstoffentekorten en een CO2-uitstoot die het klimaat verandert. Nu actualiseren ze hun toekomstscenario’s, en deze keer reiken ze ook oplossingen aan. ‘Durf als overheid te kiezen voor energie-investeringen die niet winstgevend zijn.’

Jørgen Randers: ‘Er dreigt een sociale instorting voor de klimatologische’

Topwetenschapper Jørgen Randers (76) was in 1972 als twintiger een van de hoofdauteurs van het Grenzen aan de groei-rapport. Toen was de Noor een jonge onderzoeker aan het Massachusetts Institute of Technology (MIT). Nu schrijft hij als professor emeritus klimaat- en energiestrategie van de Norwegian Business School voor de Club van Rome een nieuw toekomstrapport, met de blik op 2100.

Als we hem tijdens ons Zoom-interview vragen naar de grootste verwezenlijking van het rapport hoeft hij niet lang te denken. “Onze grootste praktische verdienste is dat we de mensen lieten beseffen dat onze planeet niet onbegrensd is”, zegt hij. “Je moet wel de tijdsgeest van toen zien. Nog maar een kwarteeuw na het einde van WOII leek de menselijke voetafdruk eindeloos. The sky was the limit! Zelfs toen Paul Ehrlich eind jaren 60 met zijn werk The Population Bomb waarschuwde voor overbevolking dacht niemand aan de gevolgen van een grotere voetafdruk voor de planetaire reserves. Daarop gingen wij met een van de eerste MIT-computers álle effecten berekenen van deze fysieke groei, waar we in de naam van het rapport naar refereerden. Achteraf gezien was de titel onze enige vergissing, want iedereen dacht dat het rapport ging over economische groei, terwijl we de groeiende ecologische voetafdruk van de mens becijferden: de CO2-emissies in tonnen per jaar, het ertsengebruik in tonnen per jaar,...”.

Jørgen Randers: 'Je moet de belastingen voor de rijkste 1 procent slechts een beetje verhogen om de problemen aan te pakken.'Beeld BELGAIMAGE

Randers en zijn collega’s berekenden 12 scenario’s van 1972 tot 2100. Zes waren positief, zes negatief, en het is één van die laatste dat zich nu ontrolt. Randers: “In 1992 zagen we het laatste jaar dat onze voetafdruk duurzaam was, in 2002 toonden we aan dat we onze aardse limieten overschreden en roofbouw pleegden. Pas in 2012 wist ik welk scenario de bovenhand kreeg: niet de overbevolking, niet de uitputting van grondstoffen maar ons ‘vervuilingsscenario’ waarbij de CO2-uitstoot voor versnelde klimaatverandering zorgt. Deze opwarming kan zelfs niet meer stoppen door fossiele brandstoffen te verbannen, we moeten de CO2 ook uit de atmosfeer halen om terug naar de temperatuur van 1850 te gaan.”

De berekeningen van het vervuilingsscenario kloppen nog steeds. “Al in de komende dertig jaar kan het steeds extremere weer - zoals droogte en overstromingen - door de CO2-stijging in de atmosfeer een grote invloed hebben op landbouwproductiviteit. Al in 2072 kunnen we een fel verminderde milieukwaliteit krijgen, waarbij de natuur zo gedegradeerd is dat we gedwongen worden om met minstens een lager welvaartsniveau te leven. Leven in moeilijker toegankelijker natuur met extremer weer zal niet hetzelfde zijn als leven op onze prachtige blauwe planeet. ”

Zijn we dan het point of no return voorbij? Randers: “Ik sta nog steeds achter wat ik tien jaar geleden schreef in mijn ‘2052’-rapport: tegen eind deze eeuw zullen we veel CO2 uit de atmosfeer halen maar als we énkel dat doen zal de temperatuur nog altijd 2,5 graden hoger zijn dan pre-industriële tijden. Leven op aarde zal dan in 2100 niet totaal hopeloos zijn maar wel zeer slecht. We zitten nu al aan 1,1 graden meer. Als dit verdubbelt zouden de huidige problemen minstens verviervoudigen.”

Of we de opwarming nog op andere manieren kunnen afremmen is nu het onderwerp van een grote studie die Randers en jongere collega’s maken voor later dit jaar maken. “We spitsen ons toe op vijf acties die, indien uitgevoerd, volgens ons de opwarming nog kan inperken tot 1,5 of 2 graden: vollédig stoppen met fossiele brandstoffen, de landbouw verduurzamen, een inkomsten- en belastingenherverdeling, andere ontwikkelingsmethodes voor het Zuiden om de armoede er te verminderen en tegelijk de gezondheid, onderwijs en contraceptie van vrouwen verbeteren. Als vrouwen beter opgeleid zijn zullen ze vrijwillig minder kinderen hebben en zal ook de bevolking dalen na een piek van 9,5 miljard mensen in 2045. We zien deze evolutie nu al in China.

“De kost van dit alles is een 2-tal procent van het globale bbp. Sléchts 2 procent. Je moet deze rekening doorschuiven aan de rijkste 1 procent van de aarde, die 50 procent van de globale welvaart controleren. Je moet de belastingen voor deze mensen slechts een beetje verhogen om de problemen aan te pakken.”

Wie fossiele brandstoffen uitfaseert moet overschakelen op alternatieve energiebronnen, maar de ertsen voor e-wagens zijn ook eindig. Hoe lossen we dat op? “Het is volgens mij geen probleem als je de prijzen verhoogt en circulair te werk gaat. Als je de prijs van pakweg lithium voor batterijen zou vertiendubbelen wordt het winstgevender om alternatieven te ontwikkelen. We worden dan ook gedwongen om veel meer te recycleren.

“Al deze zaken zullen wel problemen blijven zolang we de droom van de markt uitvoeren, dat alles wat we doen winstgevend moét zijn. De grootste uitdaging om de komende vijftig jaar te veranderen is dat overheden terug moeten kiezen voor energie-oplossingen die niet winstgevend zijn. Een voorbeeld zijn drijvende windmolenparken in de diepzee. Het is drie keer zo duur als aan land maar is oneindig beschikbaar. Deze kost is een investering voor het welzijn van de bevolking. Er is misschien geen wil bij investeerders maar net covid heeft bewezen dat marktdemocratieën in staat zijn om samen een crisis op te lossen die níét winstgevend is.”

Denkt u dan ook aan kernenergie? Randers: “Ik ben opgeleid als fysicus. Mijn vader ook en hij leidde het nucleaire establishment in Noorwegen. Ik vind het een veilige energiebron. Niettemin, al sinds ik een jongeman ben, ben ik er tegen omwille van het radioactief-afvalprobleem. Mijn stelling is: gebruik geen nucleaire energie als je makkelijker alternatieven hebt. Mijn vader was woedend. Ik heb er tot aan zijn dood met hem discussie over gehad. Mijn visie is dat het beter is om het geld dat je zou gebruiken om nieuwe kerncentrales te bouwen uit te geven aan zonne-energie-installaties in de tropische landen, de opgewerkte energie daar te converteren in waterstof en dan deels lokaal aan te wenden en deels terug te verschepen naar België. Als je deze kost berekent zal ze veel lager zijn dan de elektriciteitskost van kleine, modulaire, reactoren. Tegen gascentrales als transitiemiddel heb ik geen bezwaar, op voorwaarde dat je gas koopt dat na winning werd gedecarboniseerd voor gebruik. Je splitst dan het koolstof af en blaast het terug diep onder de grond. Zo exporteer je emissievrij gas”.

Randers waarschuwt wel dat een energie-omslag alleen maar kan werken als de rekening en economische reconversie niet ten koste gaat van de middenklasse en de armen. “Zo niet dreigt er een sociale instorting voor de klimatologische”, zegt hij. “Dat is een nieuwe bevinding. Als klimaatextremen en de aanpak daarvan voor jobverlies, grotere ongelijkheid en verlies van levenskwaliteit zullen zorgen wordt het welzijn van de mensen getroffen. Dit zal de komende dertig jaar onvermijdelijk zorgen voor meer sociale spanningen en frustraties dan we besproken hebben in Grenzen aan de groei. Ik vrees zelfs dat dit al bezig is. Kijk naar de kiezers van Trump uit oude industriestaten of de gele hesjes in Frankrijk die protesteerden tegen hogere brandstof. Kijk nu al naar de groeiende armoede door de hogere energieprijzen. Ook daar moeten regeringen initiatieven durven nemen waarin ze in overleg met Centrale Banken geld scheppen om de impact op burgers draaglijker te maken. Waarom geven onze overheden nu al niet elke Belg of Noor een gratis basispakket van 5000 kW elektriciteit? Zou dat geen goed begin zijn?”

Bas de Leeuw: ‘We moeten globale afspraken maken over grondstoffenbeheer’

Bas de Leeuw (62) is sinds 2017 volwaardig lid van de globale denktank Club van Rome. Als ex-diplomaat voor de VN-milieuorganisatie UNEP en ex-directeur van het instituut dat genoemd werd naar wijlen Donella Meadows, een van de auteurs van Grenzen aan de groei, is hij nu manager van North Sea Farmers. Die coalitie van zakenlui, wetenschappers en ngo’s kweekt zeewier om CO2 uit de lucht te halen en het als voedselbron te laten dienen. De Leeuw was dit pad niet ingeslagen zonder het rapport uit 1972.

“Op het moment dat Grenzen aan de groei werd gepubliceerd was ik nog maar 13. Ik ben me daarna zorgen gaan maken over ons milieu, ja. Een van de kindertekeningen die ik toen maakte was een dode eend op het strand, met donkere wolken erboven. Ik zie het nog voor me. Iedereen besefte plots dat de bomen niet tot in de hemel groeiden.”

De aandacht ging toen vooral uit naar de worstcasescenario’s omdat de mensen rond 2050 alle lijnen van grafieken naar beneden zagen duiken, herinnert hij zich. “Toch vond ik het ook een hoopgevend rapport, want onderbelicht bleef dat ze ook bewezen dat je van een negatief naar een positief scenario kunt springen als je duurzame oplossingen zoekt. Afgezien van de kwantitatieve voorspellingen was die ‘vonk’ voor mij de grootste waarde van het rapport. In een veertigtal andere rapporten van de Club worden tot vandaag concrete oplossingen uitgewerkt. We zijn geen club van oude, grijze wetenschappers maar een bloeiende denktank. In de beginjaren stuurden ze onze rapporten naar de bibliotheek. Nu gaan wij er actief mee lobbyen.”

Zo gingen vertegenwoordigers van de Club in gesprek met wereldleiders op de klimaattop in Glasgow of met de EU. Wat er dan wordt verteld? De Leeuw: “In het algemeen mag de internationale wetgeving een flink tandje scherper. De Europese Commissie is nu wel goed bezig, al zetten ze recent wel een stap terug door gas en kernenergie als groen te bestempelen. Dat vind ik samen met veel leden van onze Club onverstandig, terwijl we eerder blij waren met hun plannen voor het klimaat en de circulaire economie.

‘De wereld blijft één grote markt en dus moet je de Verenigde Staten, Europa en China op één lijn krijgen, helaas.’Beeld By STÜRMER FOTO - STÜRMER FOTO, CC BY-SA 4.0

“Verder zijn we erg gericht om de prijszetting de reële voetafdruk te laten weerspiegelen, stellen we aangepaste belastingen op arbeid, kapitaal en vervuiling voor en doen we voorstellen om subsidies te moderniseren. De wereld blijft één grote markt en dus moet je Amerika, Europa en China op één lijn krijgen, helaas.”

De grootmachten rivaliseren ook almaar meer over de kritieke metalen voor de technologische energie-omslag, zoals lithium voor batterijen. Die zijn slechts in een beperkt aantal landen te vinden. De Leeuw en zijn collega’s zijn daarom grote pleitbezorgers van globaal schaarstebeheer. Zo niet dreigen veel grondstoffen uitgeput te raken, zoals het Grenzen aan de groei-rapport voorspelde. Sommige al deze eeuw.

Concreet vindt De Leeuw dat het International Resources Panel van de VN dezelfde invloed zou moeten hebben als het IPCC dat heeft voor klimaat. De Leeuw: “Je moet net zoals met klimaatverandering een soort beheersfunctie voor grondstoffen instellen, waardoor je internationaal bindende afspraken kunt maken. Doe zoals de Club van Rome leerde: gebruik hiervoor scenario’s voor de komende vijftig jaar. Helaas is de urgentie er nog niet.”

Met het grootschalige zeewierkweekproject van North Sea Farmers draagt hij zelf zijn steentje bij. Zijn ervaring deelt hij met de Club van Rome. “Er is een groot potentieel om de absorptiecapaciteit van zeewier te gebruiken om op grote schaal CO2 uit de lucht te halen”, vertelt hij. “Zeewier kan ook een rol spelen in de voedselbevoorrading. Het is goed voor de eiwittransitie weg van vlees en vis. En het is nog lekker ook. Om de hinder voor de duurzame visserij en scheepvaart te beperken gaan wij de eerste kweeknetten binnen windmolenparken hangen.”

De Leeuw besluit met de hoop dat de nieuwe voorspellingen van de Club van Rome dit jaar niet in de wind worden geslagen. “Ik hoop dat de les van de pandemie is dat we beseffen wat de impact kan zijn van externe gebeurtenissen. In vergelijking met de klimaatverandering is het coronavirus piepklein. Als de klimaatverandering echt gaat versnellen en losbarsten, is er geen houden aan. We hebben alle kennis in huis om het nog af te remmen, maar er is haast nodig.”

Mamphela Ramphele: ‘Leer weer zeven generaties ver denken bij alles wat je doet’

Voor ze in 2018 covoorzitter werd van de huidige Club van Rome was Mamphela Ramphele (74) al een monument in Zuid-Afrika. De arts was een boegbeeld in de strijd tegen de apartheid, samen met haar toenmalige en later vermoorde partner Steve Biko. Ze werd later ook academica en Wereldbank-directeur. Vandaag vraagt ze het Westen om eindelijk te luisteren naar Afrika’s kennis om mens en natuur van rampspoed te redden.

“Toen Grenzen aan de groei vijftig jaar geleden werd gepubliceerd had het helemaal géén impact in Zuid-Afrika of ons continent”, zegt Ramphele als we haar Zoomen in de Kaapse zon. “Door het apartheidsregime waren we van de buitenwereld afgesloten.”

“Toen ik later het rapport van de toenmalige Club van Rome zag, las ik ook weinig begrip voor ons. De focus op Europa en de VS toonde de enge geest van die tijd aan. De beschreven milieu- en voedselproblemen in Afrika of Latijns-Amerika werden niet door ons veroorzaakt maar door hebzucht na koloniale veroveringen. Als kraamkamer van de mensheid had Afrika nochtans daarvoor al zéér duurzame levenswijzen ontwikkeld. Niet toevallig ontstond in Afrika de filosofie van Ubuntu, waarvan de essentie is dat we allemaal aan elkaar verbonden en van elkaar afhankelijk zijn. De Afrikanen wisten dus al lang dat er limieten aan de westerse groei waren. Wij wisten ook dat er genoeg natuurlijke hulpbronnen zijn voor iedereen - als je ze duurzaam gebruikt. Wij wisten al generaties lang dat overcultiveren, -oogsten en -delven omwille van winstdoelen ons in de problemen zouden brengen.”

Het Grenzen aan de groei-rapport was volgens Ramphele wel verdienstelijk “omdat het de Europese idee durfde aanvechten dat de mens de baas kon spelen over de natuur”. Dat het een strijd zou zijn besefte de Club van Rome-stichter, de Italiaanse industrieel en filantroop Aurelio Peccei, pas na de publicatie. “Toen er geen verandering kwam begreep hij dat kennis en wetenschap alleen onvoldoende waren voor ingrijpende verandering. Je kan transitie enkel bereiken als je de ingesteldheid van mensen kan veranderen. Daarna wees hij op de nood aan een ‘menselijke revolutie’, die ons bewust maakt dat onze duurzaamheid en welzijn verbonden is met het héle web van leven. Wij Afrikanen begrepen wat hij bedoelde, want dat was onze manier van leven voor ze verstoord werd door slavernij, koloniaal en post-koloniaal corrupt leiderschap.”

'Afrika heeft de wereld veel te bieden, als er naar ons geluisterd wordt', zegt Mamphela Ramphele.Beeld AFP

We maken een sprong naar vandaag. “De Club van Rome heeft intussen erkend dat ze inclusiever moet zijn”, zegt Ramphele met een warme glimlach. “Het was een witte, mannelijke, club. Nu is ze globaal en divers. Dat we ze met twee vrouwen leiden zegt genoeg. We veranderden niet enkel het profiel, we veranderden ook de missie naar het bevorderen van mondiale rechtvaardigheid in ons streven naar een gezonde planeet. Daarom richten we ons naast de planetaire noodtoestand ook op het herdenken van economie en financiën. Helaas bestaan ze niet langer alleen uit de uitwisseling van reële goederen en diensten maar veelal uit imaginaire tegoeden die monopolistische winsten nastreven met soms dodelijke uitkomsten. Financiën is de staart geworden die met de hond kwispelt. We exploreren ook hoe we nu als mensen wel een harmonieuze samenleving, onderling en met de natuur, kunnen nastreven. Dit werk moet net zoals het originele rapport uit 1972 ook gefocust zijn op de volgende generaties, maar niet alleen onder wetenschappers. Wist je dat inheemse volkeren in Canada alles wat ze doen afwegen tegen de betekenis voor de volgende zéven generaties? Zo moet iederéén opnieuw leren denken.”

Samenwerken met Afrika kan Europa bij deze inzichten ook helpen, zegt ze, maar dan is er wel nood aan een nieuwe gelijkwaardigheid. “Afrika is geen arm continent. We zijn van buitenaf verarmd geweest, zware bankschulden opgelegd door dezelfde mensen die ons plunderden. Deze zouden kwijtgescholden moeten worden zodat we op gelijke voet praten. Wij zijn een rijk continent dat door de enorme wouden, ecosystemen en biodiversiteit nu een sleutelrol speelt om de klimaatverandering tegen te gaan. Afrika heeft de wereld veel te bieden, als er naar ons geluisterd wordt.”

In 1972 was de Club van Rome nog wit en mannelijk. ‘Nu is ze globaal en divers’, zegt Ramphele.Beeld RV