Nog geen exacte datum voor eerste vlucht van nieuwe Europese draagraket Ariane-6

De Ariane-6 moet Europa als opvolger van de zware Ariane-5 competitiever maken op de mondiale lanceermarkt. Het programma startte in 2015 en de vlucht was voor 2020 voorzien. Covid-19 en technische problemen zorgden echter voor enkele keren uitstel. 

Of de raket dit jaar nog voor het eerst zal vliegen, hangt af van de uitkomst van tests van de bovenste trap in het Duitse Lampoldshausen en van de gecombineerde centrale en bovenste trap op het nieuwe lanceerplatform op de ruimtehaven Kourou in Frans-Guyana. De nieuwe lichte draagraket Vega-C zal in mei voor het eerst vliegen.

Ondertussen is september geprikt voor de lancering van het tweede luik van de Europees-Russische Marsmissie ExoMars, die aanvankelijk voor 2020 was voorzien. Zo lijkt onder andere het valschermprobleem opgelost te zijn. ESA stuurt bij de missie de robotjeep Rosalind Franklin naar Mars. Het tuig zal tot twee meter diep in de planeetbodem boren.

ESA startte in maart vorig jaar de selectieprocedure voor een nieuwe "astronautenklas”. Aschbacher meldde dat de eerste ronde achter de rug is. Van de 23.307 sollicitanten mogen er 1.362 gewone kandidaat-astronauten en 29 "parastronauten" (astronauten met een fysieke beperking) naar de volgende ronde. Die bestaat erin dat elke kandidaat een hele dag een reeks testen, waaronder ook psychologische, ondergaat. Uiteindelijk moeten er tegen eind dit jaar nog vier tot zes uitverkorenen overblijven. Mogelijk wordt een van hen de eerste Europeaan om voet op de natuurlijke satelliet van de aarde te zetten.

Terwijl hij onder meer uitkijkt naar de eerste Amerikaanse Artemis-missie naar de maan, waarbij Europa de servicemodule voor de Amerikaanse Orion-capsule leverde, zei Aschbacher ook zorgen te hebben. Zo stuurt de in 2016 gelanceerde aardobservatiesatelliet Sentinel-1B sinds 23 december geen data meer door. Bovendien is er als gevolg van de brexit 750 miljoen euro te kort voor het Copernicus-programma waarin het ruimtevaartbureau en de Europese Unie (EU) samenwerken.

Aschbacher brak een lans voor de veiligheid van de Europese "assets" en astronauten in de ruimte, in het bijzonder door de lancering van ongezien grote private satellietnetwerken zoals Starlink van SpaceX. “Banen rondom onze planeet zijn niet ongelimiteerd”, zei hij. Er moeten regels komen om botsingen te voorkomen, net zoals voor het verkeer op aarde.

ESA beschikt dit jaar over een budget van 7,152 miljard euro, in vergelijking met 6,49 miljard euro vorig jaar. De lidstaten dragen 64,3 procent bij, de Europese Unie 28,4 procent.

Voor politieke beslissingen over de toekomstige programma’s van ESA is het in de eerste plaats uitkijken naar een Space Summit op 16 februari in Toulouse. Misschien valt daar volgens de Oostenrijker de beslissing om als Europeanen autonoom aan bemande ruimtevaart te doen. Nu is ESA nog afhankelijk van de Russen en de Amerikanen. Zelfs India zal binnenkort in staat zijn om astronauten in een baan rondom onze planeet te brengen. Daarnaast is er de ministeriële conferentie van 22 en 23 november in Parijs, waar politici de krijtlijnen voor de komende jaren uittekenen.