Direct naar artikelinhoud
Analyse1 jaar president Biden

Joe Biden ging de VS helen, was het idee. Schromelijk mislukt

Joe Biden tijdens zijn recente speech in Atlanta, woedend over hoe Republikeinen het stemrecht proberen aan te tasten.Beeld AFP

De inauguratiespeech van Biden droop van verzoeningsgezindheid. Een jaar later is zijn toon ronduit hard. Hoe heeft de polarisatie zich het afgelopen jaar ontwikkeld, en waarom is het Biden niet gelukt verzoening op gang te brengen?

IN CIJFERS

63,5 procent
is de vaccinatiegraad in de Verenigde Staten. Vooral in Republikeinse staten weigeren Amerikanen zich te laten vaccineren. Tot nu toe overleden meer dan 850.000 Amerikanen aan de gevolgen van het virus.

1,78 miljoen mensen
probeerden in de eerste tien maanden van Bidens presidentschap via Mexico de Verenigde Staten binnen te komen.

20 natuurrampen
waren er het afgelopen jaar, waaronder 2 overstromingen, 11 stormen en 4 tropische cyclonen. In totaal vielen er 688 doden als gevolg van de rampen.

24 Amerikaanse staten
heeft Biden bezocht in zijn eerste jaar. De staten die hij het vaakst bezocht: Pennsylvania en Michigan. First Lady Jill Biden was iets meer op pad. Zij bezocht in totaal 35 staten.

10 grote persconferenties
hield Biden afgelopen jaar. Hij gaf daarnaast 22 interviews met de media; veel minder dan veel van zijn voorgangers.

32 keer 
noemde Biden iets ‘geen grap’. De president heeft er een handje van om dingen ‘not a joke’ te noemen. Zoals: iconen uit de burgerrechtenbeweging, vakbonden, luchtvervuiling, klimaatverandering en kiezers in Californië.

Wanneer Joseph R. Biden jr. op 20 januari 2021 het bordes van het Capitool betreedt, waar gekozen presidenten tot president worden beëdigd, waait er een winterse bries in zijn gezicht. Zijn kin steekt hij vooruit, zijn armen spreidt hij in de lucht. “Dit is een historisch moment van crisis en uitdaging,” zegt de 46ste leider van de Verenigde Staten, “en de weg voorwaarts is eenheid.”

Een zucht van opluchting gaat die dag door een groot deel van Amerika, en ver daarbuiten. Na vier jaar Donald Trump kan het land weer ‘normaal’ worden, hopen velen. Natuurlijk krijgt Biden het niet gemakkelijk: de pandemie woekert voort, miljoenen Amerikanen zitten werkloos thuis, racisme, klimaatverandering en politiek extremisme scheuren het land uiteen. Maar, zegt Biden, deze uitdagingen zijn te overwinnen. En daar is weer dat toverwoord dat zijn nalatenschap moet gaan kenmerken: “Eenheid!”, roept hij, en nog eens: “Eenheid!”

Biden wordt de president die Amerikanen weer samenbrengt op het moment dat ze niets met elkaar te maken willen hebben. Hij gaat een gebroken land helen – is het idee.

Jennifer McCoy kijkt die dag zoals miljoenen Amerikanen naar de inauguratiespeech. Sinds jaren onderzoekt zij aan Georgia State University de politieke polarisatie in de Verenigde Staten, het ‘wij’ tegen ‘zij’. Acht keer hoort ze Biden die dag ‘eenheid’ zeggen. “Toen ik hem hoorde spreken, dacht ik nog dat het mogelijk was”, zegt McCoy nu. “Maar het is Biden nog altijd niet gelukt.”

De Big Lie

Het presidentschap van Joe Biden begint, ogenschijnlijk, met een kans. Nadat het Capitool op 6 januari is bestormd door Trump-aanhangers die de verkiezingsuitslag betwisten, staat de Republikeinse Partij voor een tweesprong: meegaan met de leugens van Trump of hem laten vallen. Aanvankelijk lijkt het laatste te gebeuren. Republikeinen keren zich bij bosjes af van hun voormalige president.

Maar dan blijkt dat een groeiende groep kiezers Trumps verhaal over de ‘gestolen verkiezingen’ echt is gaan geloven. Deze kiezers zijn loyaler aan Trump dan aan de Republikeinse Partij. Een paria van Trump maken, is dus voor de Republikeinen niet handig; zonder hem geen succesvolle nieuwe verkiezingen. Zo nestelt het narratief van de ‘Big Lie’ zich in de partij en onder haar kiezers.

“De twist over de verkiezingsuitslag heeft geleid tot een nieuwe scheidslijn die Amerikanen verdeelt,” zegt McCoy, “wat het voor Biden nog moeilijker maakt om eenheid te creëren.”

De Big Lie verandert het Huis van Afgevaardigden in een slagveld. Democraten zijn boos op Republikeinse collega’s die de verkiezingsuitslag in twijfel trekken en weigeren samen te werken. Republikeinen op hun beurt blokkeren wetsvoorstellen van de Democraten, zelfs als hun eigen kiezers die plannen wel zien zitten.

Het gaat hard tegen hard. Congresleden vervallen in schreeuwpartijen en vuilbekkende confrontaties. In april opent Jim Jordan, Republikeins Congreslid uit Ohio, tijdens een parlementair verhoor de aanval op Anthony Fauci, de gezondheidszorgadviseur van de regering. Hij valt Fauci in de rede, praat door hem heen, herhaalt dezelfde vragen nog eens en nog eens. Als Democraten ingrijpen, schreeuwt hij: “Ik wil niet dat jij antwoord geeft!” “Je moet je mond houden”, schreeuwt Democraat Maxine Waters terug.

De sfeer is dusdanig verziekt dat in juni een speciale commissie oordeelt dat “de beschaving moet terugkeren in het Congres”. Eenheid lijkt een idee uit lang vervlogen tijden.

Coronacrisis

Een oud adagium luidt dat niets een leider beter helpt om het volk samen te brengen dan een crisis. Dus toen het coronavirus net opkwam, dachten de onderzoekers van het Polarization Lab, een instituut van de Duke University in North Carolina, dat het virus de samenhorigheid zou vergroten. Het werd gezien als een kans voor Biden. Corona zou als gezamenlijke vijand mensen ertoe kunnen brengen hun verschillen opzij te zetten.

Maar het virus leidt juist tot verdere verdeeldheid, zegt polarisatieonderzoeker Chris Bail, hoofd van het Polarization Lab. Vaccinaties, mondmaskers, testbewijzen: het blijken allemaal splijtzwammen. De coronacrisis blijkt niet de oplossing, maar een katalysator van polarisatie. “Uit onderzoek weten we dat sociaal contact de beste remedie tegen verdeeldheid is”, zegt Bail. “Wanneer mensen elkaar bij de sportclub en in buurthuizen tegenkomen, kunnen ze hun angst voor de ander overbruggen. Lockdowns en sociale isolatie hebben dit proces verstoord. Mensen gaan er eerder van uit dat ze niks gemeen hebben met iemand van de andere partij.”

Het land is inmiddels zo gespleten dat bijna iedere maatschappelijke kwestie leidt tot politieke verdeeldheid.

De tegenpartij

Pas in augustus, zeven maanden na zijn aantreden als president, sleept Joe Biden zijn eerste grote succes binnen: de infrastructuurwet. Na maandenlang debatteren, is het hem gelukt een aantal Republikeinen aan boord te krijgen. De president kan zijn euforie niet bedwingen. “Bipartisan!” jubelt Biden in een speech. “Het bewijs dat Washington werkt!”

De slingers die Biden ophangt, tonen hoe zeldzaam het is geworden om met steun van de andere partij – steeds vaker de tegenpartij – wetten aangenomen te krijgen. “De Amerikaanse politiek is steeds meer zero sum geworden”, zegt onderzoeker Jennifer McCoy: iets willen winnen ten koste van de ander. Beide partijen zijn die kant op bewogen.

Als voorbeeld noemt ze Bidens Build Back Better-plan, een ingrijpend sociaal-economisch voorstel om de ongelijkheid te bestrijden. Een plan met grote populariteit in de samenleving, óók onder Republikeinse kiezers. Toch zijn ‘hun’ senatoren zonder uitzondering tegen. Dit is, zegt McCoy, het belangrijkste verschil tussen de twee kampen: Republikeinen zijn, vaker dan Democraten, bereid om de andere partij te beschadigen, zelfs als dat tegen de belangen van hun eigen kiezers indruist.

Dat het Build Back Better-voorstel hapert, komt ook doordat twee Democratische senatoren tegen zijn: Kyrsten Sinema en Joe Manchin. De afgelopen maanden is daar veel op gewezen. Als deze twee vóór zouden stemmen, was het succes voor Biden toch binnen geweest? Volgens Jennifer McCoy leidt deze discussie vooral de aandacht af. Dissentie binnen een partij is onderdeel van het functioneren van het Amerikaanse politieke systeem, zegt zij. Meningen verschillen en de Democratische Partij is nu eenmaal divers. Echt zorgelijk is dat geen enkele Republikein vóór stemt, zegt McCoy. Terwijl coalities en overlap vroeger de norm waren, ontwikkelen beide partijen zich nu als twee verschillende entiteiten met verschillende kiezers.

Maar deden Democraten niet precies hetzelfde in de Trump-jaren? Ja en nee, zegt McCoy. Natuurlijk werd er veel tégen gestemd: dat is logisch, ze staan nu eenmaal voor ander beleid. “Wat Republikeinen nu echter doen is tegen plannen stemmen, simpelweg omdat ze de tegenpartij geen succes gunnen”, zegt McCoy. “Republikeinse senatoren weigeren over sommige wetten überhaupt in debat te gaan.”

Kieswetten

De twee groepen drijven ideologisch, maar ook etnisch steeds verder uit elkaar: de Republikeinse Partij als homogene partij voor witte evangelisten op het platteland, de Democratische Partij als mengelmoes van etnisch en religieus diverse kiezers in de grote steden.

De twee groepen zijn elkaar ronduit als bedreiging gaan zien. De cijfers liegen er niet om. In 2016, toen Trump net aantrad, zag 45 procent van de Amerikanen de andere partij als bedreiging. Vorig jaar lag dat cijfer rond de 80 procent.

Republikeinen beseffen dat de demografie van het land verandert in hun nadeel. Over een aantal decennia zijn er meer niet-witte Amerikanen dan witte-Amerikanen. Ze voelen zich verdrukt en stellen zich vijandiger op. Het afgelopen jaar zijn in veel Republikeinse staten wetten aangenomen die de stemmogelijkheden beperkt voor voornamelijk minder-geïnformeerde en zwarte kiezers.

De Dan Ryan Expressway in Chicago, een van de snelwegen die onder de nieuwe infrastructuurwet wordt vernieuwd.Beeld EPA

Democraten willen de Freedom to Vote-wet en de John Lewis Voting Rights Advancement-wet tegenhouden om kwetsbare kiezers te beschermen. In het verleden konden ze hiervoor op de steun van Republikeinen rekenen, zei president Biden vorige week in een toespraak. Nu willen Republikeinen hier niet eens over in debat.

Biden: “In 2006 werd de Voting Rights Act aangenomen met 390 mensen voor en 33 tegen in het Huis van Afgevaardigden en in de Senaat met 98 stemmen voor.” Opvallend: 16 Republikeinse senatoren die er toen ook zaten, stemden toen voor en zijn nu tegen.

Nieuwe strategie

De eerste weken van dit nieuwe jaar lijkt er bij Joe Biden iets te zijn veranderd. De zalvende verzoeningsretoriek, die hem tot een tegenpool maakte van zijn razende, onvoorspelbare voorganger, lijkt plaats te hebben gemaakt voor strijdlustigheid. In twee recente vurige toespraken, in Atlanta en Washington, klinkt hij voor het eerst echt boos.

“Een voormalige president van de Verenigde Staten heeft een web van leugens over de verkiezingen van 2020 gecreëerd en verspreid”, zei Biden in het Capitool op 6 januari, een jaar na de bestorming. Trumps ‘gekneusde ego’ zou belangrijker voor hem zijn dan de democratie. Biden, die een jaar lang Trumps naam niet heeft genoemd, kiest de confrontatie. Zijn zachte opstelling heeft hem het afgelopen jaar maar weinig opgeleverd.

HOOGTEPUNTEN EN DIEPTEPUNTEN VAN EEN JAAR BIDEN

President Joe Biden heeft geen fantastisch jaar achter de rug. Bidens populariteitscijfers zijn laag, minder dan de helft van de Amerikanen is tevreden over de president. Intussen dringt de tijd. Bij de tussentijdse verkiezingen in november, de zogeheten midterms, kunnen Democraten hun meerderheid in het Congres verliezen. Dit zijn de hoogte- en dieptepunten van één jaar Joe Biden.

Hoogtepunten

• Een steunpakket van 1,7 miljard euro heeft werkloze Amerikanen geholpen het hoofd boven water te houden. Ook kregen gezinnen met kinderen vorig jaar zes maanden kinderbijslag, waardoor miljoenen kinderen uit de armoede konden blijven.

• De infrastructuurwet is aangenomen, mét steun van de Republikeinen. Deze infrastructuurwet kreeg in augustus al het fiat van de Senaat en in november ook van het Congres. De gigantische investering van 865 miljard euro gaat de verouderde infrastructuur van de VS opknappen. Spoorlijnen, bruggen en waterleidingen worden aangelegd en hersteld.

• Toen Biden aantrad lag het werkloosheidspercentage op 6,3 procent. Inmiddels is dat getal gedaald tot 3,9 procent. Er zijn 6,4 miljoen banen bijgekomen, het gemiddelde uurloon bleek in december 4,7 procent gestegen ten opzichte van een jaar eerder.

Dieptepunten

• De chaotische terugtrekking uit Afghanistan. Sneller dan verwacht viel het land, na twintig jaar Amerikaanse aanwezigheid, in handen van de taliban. Bij een zelfmoordaanslag in Kaboel in augustus, tijdens de evacuatie, werden 169 Afghanen en 13 Amerikaanse militairen gedood.

• Geen steun voor de Build Back Better-plannen. Bidens grootse sociale hervormingsplannen, die ook klimaatverandering moeten bestrijden, zijn nog altijd niet aangenomen. Er bestaat een kans dat Biden besluit het gigantische pakket in stukjes te knippen om per deel op zoek te gaan naar een meerderheid.

• De inflatie is hoog. Na de grootste stijging in veertig jaar staat de inflatie nu op 7 procent. Amerikanen merken dat hun boodschappen duurder worden, problemen in de toeleveringsketen veroorzaken lege schappen. Dit voedt bij veel Amerikanen een gevoel van economische malaise. Het lukt de Amerikaanse president niet om zijn economische succes te verkopen aan kiezers.

De laatste Amerikaanse militair die uit Afghanistan vertrekt, generaal Chris Donahue, 30 augustus 2021.Beeld AFP