Direct naar artikelinhoud
NieuwsVulkaanuitbarsting Tonga

Onderzeese vulkaanuitbarsting bij Tonga veroorzaakt ook 10.000 kilometer verderop een ramp

Schoonmakers proberen de olie op te ruimen die aanspoelt op de Peruaanse stranden.Beeld Reuters

De onderzeese vulkaanuitbarsting in Tonga veroorzaakt in Peru, 11.000 kilometer verderop, een ecologische ramp. De ongewoon hoge golven die afgelopen weekend de Stille Oceaan overstaken, zorgden ervoor dat een schip nabij de Peruaanse hoofdstad Lima duizenden vaten olie verloor.

De afgelopen dagen spoelden al meerdere dode, met olie doordrenkte dieren aan in Peru. Drie stranden zijn inmiddels afgesloten om te worden schoongemaakt. In totaal zou een gebied van ruim 18.000 vierkante kilometer vervuild zijn, wat volgens de autoriteiten enorme gevolgen heeft voor de veelal beschermde flora en fauna in het gebied. Mariene bioloog Juan Carlos Riveros zei tegen persbureau AP dat onder meer zeemeeuwen, zeeleeuwen en dolfijnen veel last hebben van de verontreiniging.

De oorzaak is een olietanker van het Spaanse bedrijf Repsol. Dat schip was zondag onderweg naar La Pampilla, de grootste olieraffinaderij van Peru nabij hoofdstad Lima, toen het werd overvallen door een reeks enorme golven die ontstonden door de uitbarsting van de onderzeese Hunga Tonga-Hunga Ha’apai in Tonga. Het schip verloor door het geschommel ongeveer zesduizend vaten olie, met als gevolg “de grootste ecologische ramp die zich in de recente geschiedenis heeft afgespeeld rondom Lima”, aldus het Peruaanse ministerie van Buitenlandse Zaken.

Openbaar aanklagers zijn inmiddels een onderzoek begonnen naar Repsols rol in het lek. Als blijkt dat het bedrijf zich niet aan de wettelijke richtlijnen heeft gehouden, kan het een boete tegemoet zien van ruim 30 miljoen euro, zo waarschuwde het ministerie van Ecologische Zaken. Repsol zelf kwijt zich van alle verantwoordelijkheid en wijt het lek aan “het geweld van de golven”.

Eerste noodhulp arriveert in Tonga

Op Tonga zelf is de schade door de enorme vulkaanuitbarsting ook aanzienlijk. Volgens de Verenigde Naties treft de ramp meer dan 80 procent van de 100.000 inwoners van de archipel. Vooral de toegang tot schoon drinkwater is een probleem. Vanwege de uitbarsting en de daaropvolgende tsunami kwam er zoveel as en zoveel zeewater in de drinkwaterbronnen op het eiland terecht dat er nauwelijks schoon water over is om onder de bevolking te verdelen.

Door de grote ladingen as op de vliegvelden was het bovendien pas woensdag, vijf dagen na de uitbarsting, mogelijk het eerste vliegtuig met noodhulp te laten landen op Tonga. Vrijdag arriveert naar verwachting ook een aantal schepen uit Australië en Nieuw-Zeeland met noodvoorraden.

Ook over het officiële dodental van de ramp is nog veel onduidelijk, omdat de uitbarsting veel onderzeese communicatiekabels beschadigde, waardoor communicatie sindsdien moeizaam verloopt. Vooralsnog is de dood van vijf mensen gemeld in Tonga; drie door de vulkaanuitbarsting zelf en twee door de daaropvolgende tsunami.

27 uur zwemmen

Wie de ramp wel overleefde was Lisala Folau, een gepensioneerd timmerman van 57 die nadat de tsunami hem mee de zee insleurde, uren moest zwemmen om het vasteland weer te bereiken. Tegen het lokale radiostation Broadcom FM vertelde hij woensdag dat hij zijn huis aan het schilderen was toen zijn broer en neef hem waarschuwden voor een aanstaande tsunami. Om zichzelf te beschermen klom hij in een boom, maar toen hij daar uit kwam omdat hij dacht dat het ergste achter de rug was, werd hij alsnog meegesleurd door een tweede golf.

Falou overleefde door zich naar eigen zeggen vast te klampen aan een drijvende boomstronk. Toen de oceaan eindelijk rustig werd, besloot hij terug te zwemmen richting land. Die tocht, die 13 kilometer besloeg en hem via twee onbewoonde eilandjes weer terugbracht naar het hoofdeiland van Tonga, Tongatapu, duurde in totaal 27 uur.