Direct naar artikelinhoud
AchtergrondTurkije

Turkse jongeren reageren woede af op Syriërs in hun land: ‘Dit is Turkije, niet Syrië’

Rellen in Ankara in augustus, nadat een Syriër een Turkse jongen had neergestoken. Veel Turken willen dat Syriërs het land verlaten.Beeld ANP / AFP

In Turkije wonen ruim 3,5 miljoen Syrische vluchtelingen. Aanvankelijk werden ze met open armen ontvangen. Maar met een economische crisis en geen zicht op veilige terugkeer begint het geduld van de Turken op te raken. Het geweld tegen Syriërs neemt toe.

Begin januari bestormde een groep Turkse jongeren Syrische winkels in de Istanboelse wijk Esenyurt. Ze riepen leuzen als “Dit is Turkije, niet Syrië”. 

Mohammed huurt een piepklein winkelpand voor zijn schoenenzaak, hij zag alles gebeuren. “We hebben snel de rolluiken dichtgedaan en de politie gebeld”, zegt hij. “Twee klanten raakten gewond. Niemand was veilig, het was angstaanjagend.” Het begon met een ruzie op straat en binnen een paar minuten stonden tientallen boze jongeren op de gevel van het Syrische winkelcentrum in te slaan. Op filmpjes, gemaakt door omstanders, is te zien hoe ze de ruiten inslaan met bakstenen en tegen de rolluiken trappen.

De buitengevel en de ramen zijn inmiddels gerepareerd. Maar de schrik zit er nog goed in bij Mohammed en de andere Syrische winkeleigenaren. Ze willen niet met hun volledige naam en gezicht in de krant, uit angst voor nog meer geweld.

In Esenyurt wonen veel Syrische vluchtelingen tussen de Turkse bevolking. De Syriërs hebben er een leven opgebouwd nadat ze uit Syrië naar Turkije vluchtten. Veel winkeltjes worden bestierd door Syriërs, er zijn Syrische cafes en afhaalrestaurants. 

Gemaskerde mannen

Op straat is naast Turks veel Arabisch te horen. Het ging jaren goed in de multiculturele wijk, maar de laatste tijd is de spanning om te snijden. En dat is niet alleen in Istanboel zo. In andere Turkse steden zijn de afgelopen maanden soortgelijke geweldsuitbarstingen geweest.

In augustus bestormden jongeren Syrische winkels en huizen in hoofdstad Ankara, na een uit de hand gelopen ruzie waarbij een Syrische jongen een Turkse jongen had neergestoken. In september brandde in Izmir een huis van een Syrische familie af, nadat jongeren het eerst met stenen hadden bekogeld. In Istanboel werd afgelopen week een 19-jarige Syrische jongen met een mes doodgestoken door gemaskerde mannen die zijn flat waren binnengedrongen.

Gemaskerde mannen
Beeld ANP / AFP

Volgens socioloog Didem Danis is het groeiende geweld deels te verklaren door economische onrust en groeiende armoede in de samenleving. “De hoge inflatie zorgt voor grote sociale spanningen. Vluchtelingen zijn dan een gemakkelijke zondebok. Deze jongeren reageren hun rancune en woede af op Syriërs.” Wat misschien nog wel zorgelijker is, zegt Danis, is het gebrek aan afkeuring van het geweld. “Er is een sterk antivluchtelingensentiment in de samenleving. Uit peilingen blijkt dat 75 procent van de bevolking wil dat de Syriërs teruggaan naar Syrië.”

Grenzen potdicht

Turkije vangt meer vluchtelingen op dan welk land ook. Toen president Erdogan aan het begin van de Syrische oorlog de deur openzette voor Turkijes Syrische ‘broeders en zusters’ werd beloofd dat het tijdelijk zou zijn. Maar een decennium later zijn ze er nog en zit de Turkse regering klem. De Syriërs kunnen niet naar Europa, de grenzen zitten potdicht. En terug naar Syrië kunnen ze, vanwege de aanhoudende onveiligheid, ook niet.

Erdogan wil Syriërs terugsturen naar de ‘veilige zone’ in Noord-Syrië, waar het Turkse leger verschillende militaire invasies pleegde. Maar de oppositie lijkt hem in te halen. De leider van de grootste oppositiepartij CHP zegt keer op keer: “Als wij aan de macht komen, sturen we de Syriërs terug.’’

De oppositie ruikt een kans nu de AKP van Erdogan er, vanwege economisch wanbeleid, zwak voorstaat. Het Syrische vluchtelingenvraagstuk lijkt een van de belangrijkste campagnethema’s te worden in aanloop naar spannende verkiezingen in 2023.

Grenzen potdicht
Beeld ANP / AFP

Er is veel misinformatie over Syriërs. Ze zouden veel geld krijgen van de staat en het beter hebben dan Turken zelf. “Ik kan bijna niks meer betalen, maar ik zie Syriërs hun mandjes volgooien”, roept een vrouw op de markt. “Zij leven beter dan wij. Hoe kunnen ze dat allemaal betalen?”

Aanval

Sinds de aanval op het Syrische winkelcentrum zijn de Syriërs in de wijk op hun hoede. Velen durven ’s avonds niet naar buiten, sommigen spreken uit voorzorg geen Arabisch in het openbaar. De angst dat zo’n aanval weer kan gebeuren is groot.

Schoenverkoper Mohammed zit terneergeslagen op een krukje bij de entree van zijn winkel. Hij komt uit Damascus en heeft drie jonge kinderen. “Toen ik vanuit Syrië naar Turkije vluchtte, zocht ik veiligheid voor mijn gezin. Maar op dit moment ben je als Syriër ook hier niet veilig”, verzucht hij. “Vroeger werden we in Turkije goed behandeld. Nu merk je dat er racisme is.”

Veel Syriërs hopen nog altijd op een kans om naar Europa te gaan. Volgens Mohammed is dat, vooral nu, waar iedereen het weer over heeft. “Het is lastig. Ik moet van alles overwegen, maar ik sluit niet uit dat ik zal proberen naar Europa te gaan.”