Direct naar artikelinhoud
GetuigenisDie ene patiënt

‘Die nacht is een spookbeeld dat me altijd is blijven achtervolgen’: een internist over de patiënt die zijn leven veranderde

‘Die nacht is een spookbeeld dat me altijd is blijven achtervolgen’: een internist over de patiënt die zijn leven veranderde
Beeld Tzenko Stoyanov

Artsen en verpleegkundigen vertellen over de patiënt die hun leven voor altijd veranderde. Deze week: internist Peter de Leeuw.

“Het was een decembernacht in 1977, ik had weekenddienst. Het moet mijn gebrek aan ervaring zijn geweest, en de extreme vermoeidheid. Ik was arts-assistent, derdejaars, ik had veel patiënten onder mijn hoede, ook van andere afdelingen. Het was toen nog gebruikelijk dat je drie dagen en nachten achter elkaar dienst draait en ik had er al zeker een etmaal op zitten.

“Ze was een jaar of zestig, ze lag al even in het ziekenhuis met onduidelijke klachten. Het zuurgehalte van haar bloed was verhoogd, maar ik kon niet achterhalen hoe dat kwam. Ik liet een röntgenfoto maken van haar buik en ik herinner me nog dat de verpleegkundige die liet zien. Het was ’s avonds laat, in een kamertje met schemerverlichting, ik was moe en vlak daarvoor had ik een vervelend privételefoontje gehad. Dus ik was er niet helemaal met mijn hoofd bij. Ik heb naar die foto gekeken en ik zag niets bijzonders.

“Diezelfde nacht nog is ze overleden. Ik werd erbij geroepen en ik begreep er aanvankelijk niets van. De foto liet toch geen afwijkingen zien? Er werd een obductie gedaan, en toen bleek dat ze was gestorven aan een maagperforatie. Ik had de chirurg moeten waarschuwen, ze had die avond onmiddellijk geopereerd moeten worden.

“We hebben de foto erbij gepakt. Bij een gat in de maag zit er lucht in de buikholte en dat moet te zien zijn. En dat was ook te zien, heel subtiel, maar toch. Ik had een onherstelbare fout gemaakt. Met de kennis en de ervaring van nu weet ik bovendien dat je bij verzuring van het bloed altijd bedacht moet zijn op darmproblemen. Ik had natuurlijk de internist moeten raadplegen, maar in die tijd dacht je als assistent wel twee keer na voordat je zo’n man uit zijn bed belde. Je moest als jonge dokter alles min of meer zelf uitvinden.

“We hebben het er nooit meer over gehad. Een arts mag geen fouten maken, dat was toen de ongeschreven regel, en zo bleven de gebeurtenissen van die nacht verder onbesproken. Ik moest het zelf verwerken. Met collega’s durfde ik het er niet over te hebben, ik schaamde me voor wat er was gebeurd.

“Lange tijd ben ik bang geweest om opnieuw een fout te maken. Ik durfde de periode erna nauwelijks nog patiënten te behandelen. Toen ik stage ging lopen op de polikliniek bekeek ik elke foto wel twee keer. Het heeft lang geduurd voordat ik weer wat zelfverzekerder werd. Ik ben voorzichtiger geworden in mijn vak. Mijn privéleven heb ik lange tijd ondergeschikt gemaakt aan mijn werk. Toen ik eenmaal internist was en thuis van wacht was, ging ik na een telefoontje toch vaak terug naar het ziekenhuis, voor de zekerheid. Wat er thuis ook speelde, het was minder belangrijk. Ik denk dat ik onbewust vaak heb teruggedacht aan dat privételefoontje van toen, dat me uit mijn evenwicht had gebracht en mogelijk had bijgedragen aan die fatale misser.

“Nu weet ik dat alle dokters fouten maken. Mijn ervaringen hebben me milder gemaakt toen ik later zelf artsen ging opleiden. Ik oordeel niet zo snel. Een fout is zo gemaakt, je kunt een jonge arts in de vernieling helpen als je daar te agressief op reageert.

“Het is nu veertig jaar geleden, de tijd heeft zijn werk gedaan, maar ik denk nog regelmatig aan haar terug. Die nacht is een spookbeeld dat me altijd is blijven achtervolgen. Er zijn veel patiënten die ik nooit zal vergeten, maar deze vrouw is de meest prominente. Het was mijn schuld dat het fout is afgelopen, dat gevoel heeft de rest van mijn leven getekend.”