Direct naar artikelinhoud
PortretSue Gray

Deze ex-kroegbaas heeft het lot van Brits premier Boris Johnson in handen

Sue Gray en Boris Johnson.Beeld Reuters

De politieke toekomst van Boris Johnson is in handen van ex-kroegbaas en hoogste ambtenaar Sue Gray. Zij onderzoekt Partygate, een reeks feestjes van premier Johnson tijdens de coronalockdown. Gaat ze Johnson redden of geeft ze hem het laatste zetje?

Over de precieze leeftijd van Sue Gray bestaat onduidelijkheid. 63 of 64, zo meldt Wikipedia. Dit is opmerkelijk, want deze topambtenaar is omschreven als de vrouw die het Verenigd Koninkrijk in stilte bestuurt. Aan die anonimiteit komt een einde want Gray heeft het lot van Boris Johnson in handen. Deze week zal ze naar verwachting haar bevindingen over ‘Partygate’ openbaren. Als deze rapporteur van oordeel is dat de premier het Lagerhuis heeft voorgelogen over wat hij wist van de lockdownborrels op Downing Street, dan is diens val bijna onvermijdelijk.

Gray was niet de eerste keuze. Het onderzoek zou aanvankelijk worden uitgevoerd door Simon Case, de secretaris-generaal van het ministerie van Algemene Zaken. Dat was een veilige keuze, want van Case, die voorheen voor prins William werkte, wordt weleens vermoed dat hij vooral doet wat de premier zegt. Maar toen bleek dat Case zelf tijdens een lockdown een kerstreceptie (met quiz) had gehouden in zijn kantoor, kwam de taak in handen van de nummer twee van het Cabinet Office, het kantoor van de premier. Dat is een stuk risicovoller, want met Gray valt niet te spotten.

Dat hebben meerdere bewindslieden in het verleden gemerkt. Andrew Mitchell, bijvoorbeeld, een bondgenoot van Johnson die jaren terug moest aftreden nadat hij een onbuigzame beveiliger van Downing Street voor ‘plebejer’ zou hebben uitgemaakt (‘Plebgate’). De positie van Damian Green was niet te handhaven nadat er pornografie op zijn werkcomputer was aangetroffen. Ook Hazel Blears en Liam Fox verloren hun ministerschap na een interventie van Gray, wier taak het indertijd was om na te gaan of bestuurders zich aan de ethische regels hielden.

En dat niet alleen. Vanuit het Cabinet Office werkte ze als een soort crisismanager voor alle departementen, iemand die het vuile werk mocht opknappen. Ze scheen vooral effectief te zijn geweest in het wissen van sporen, zowel in papier als digitaal. Communiceren deed ze daarom bij voorkeur via de telefoon. Daarnaast pleegde ze met een rode stift door manuscripten van politieke memoires te gaan. Wanneer een premier iemand als baron naar het Hogerhuis wilde sturen, was haar oordeel doorslaggevend.

Haar interne machtsuitoefening heeft voor ontzag gezorgd. Voormalig onderwijsminister David Laws tekende in zijn memoires een gesprek met zijn Conservatieve collega Oliver Letwin op die zei dat “ons grote Verenigd Koninkrijk in feite door een dame met de naam Sue Gray bestuurd wordt, hoofd van Ethische Zaken of zoiets in het kabinet van de premier”. Hij voegde eraan toe dat “niets binnen de rijksoverheid gebeurt zonder haar zegen”. Oud-premier Gordon Brown roemde Grays “verstandige advies” in crisissituaties. Om die reden houdt ze zich tegenwoordig vooral bezig met het in stand houden van de Britse Unie.

Drie jaar geleden werd Gray naar Noord-Ierland gestuurd, waar ze ging werken als secretaris-generaal op het ministerie van Financiën. Corruptieschandalen hadden daar bijgedragen aan een politieke crisis. Twee jaar later probeerde ze het hoofd van de Noord-Ierse ambtenarij te worden, maar ze liep die droombaan mis. Terugkijkend op deze episode beweerde ze in een interview met de BBC dat ze werd afgewezen omdat “mensen het idee hadden dat ik misschien te veel een soort uitdager was, een verstoorder. Ik ben allebei.”

In hoeverre ze nu de orde, of wanorde, gaat verstoren in Westminster is de vraag waar niemand nog een antwoord op heeft. Gaat ze Johnson redden of geeft ze hem het laatste zetje? Of heeft de premier een cynisch spel gespeeld door een dienaar van zijn kabinet deze opdracht te geven. Dat is wat Alastair Campbell vermoedt, die als communicatiechef van Tony Blair veel met haar te maken heeft gehad. “Het is een vreselijke positie voor een ambtenaar om zich in te bevinden, en typisch voor Johnson dat hij haar daar in heeft geplaatst.”

Volgens Campbell hebben de Conservatieven ten onrechte de indruk gewekt dat Gray ‘onafhankelijk’ is. “Ze is onpartijdig. En dat is net wat anders.” Wat ze bovenal is: ervaren. Al sinds eind jaren zeventig loopt Gray in de ambtenarij rond. Maar eind jaren tachtig nam haar carrière een even tijdelijke als verrassende wending. Met haar man, een countryzanger, ging ze in het Noord-Ierse Newry een pub uitbaten, midden in een republikeins grensgebied dat tijdens de burgeroorlog bekend stond als Bandietenland. Ze genoot van die jaren achter de tap.

Deze tijd heeft haar niet alleen levenservaring buiten de kleine wereld van Westminster bezorgd en gehaaid gemaakt, maar ook praktische kennis van borrels, feestjes en overmatig drankgebruik bezorgd. Nuttig voor iemand die Partygate moet onderzoeken.

Drie feitjes

Gray doet onderzoek naar liefst twaalf borrels en feestjes, zeven in 10 Downing Street en nog eens vijf op verschillende departementen.

Wanneer het over de Britse ambtenarij gaat komt al snel de fameuze serie Yes, Minister ter sprake. Sue Gray is niet zozeer de flamboyante Sir Humphrey, als wel diens assistent Bernard Woolley.

Haar echtgenoot Bill Conlon had begin jaren negentig samen met Sarah Jory een hit met het nummer ‘I don’t have far to fall’.