Direct naar artikelinhoud
InterviewRob Vanoudenhoven

Rob Vanoudenhoven over de tol van roem: ‘Beroemd zijn beschadigt een mens’

Rob Vanoudenhoven: ‘Bij mijn overstap heeft VTM fouten gemaakt, maar daar heb ik niet van wakker gelegen.’Beeld Johan Jacobs

‘Beroemd zijn is een beroep waar je 24 uur per dag mee bezig bent’, zei acteur Bill Murray ooit. Maar is het dat: een vak? Kun je leren hoe het moet: een olifantenhuid kweken, stalkers afschudden en handtekeningen op borsten zetten? Volg hier uw master in bekend zijn, met professor Rob Vanoudenhoven. ‘Beroemd zijn beschadigt een mens.’

Rob Vanoudenhoven (53) is een fenomeen. Weinig mensen glijden zo makkelijk door het leven en omarmen met zoveel plezier al wat op hun pad komt, of het nu een bestaan als koelcelarbeider, fruitplukker of televisiegezicht is. Sinds kort heeft Vanoudenhoven alweer een sluipweg naar een nieuw leven gevonden, als kunstenaar, maar daarover straks meer. Eerst keren we terug naar zijn oude leven.

De eerste keer dat je op tv kwam, was in Alles kan beter. Je hebt jezelf toen geïntroduceerd als ‘de man van wie iedereen zich afvraagt, who the fuck is Rob Vanoudenhoven?’

Rob Vanoudenhoven: “Omdat ik dat ook écht dacht: wat zit ik hier in godsnaam te doen?”

Je hebt jezelf meteen op de kaart gezet als de gewone jongen tussen de bekende gezichten.

Vanoudenhoven: “Ik speelde destijds improvisatietheater bij BIL (Belgische Improvisatie Liga, red.), puur voor de lol. Op één van onze avonden vond ik dat er nogal raar gespeeld werd, en achteraf bleek waarom: Mark Uytterhoeven, Tom Lenaerts en Jan Eelen zaten in het publiek – ik wist weer van niets. Na die avond vroeg Mark of ik een test wilde komen doen. Maar ik was toen net als scenarist voor Chris Van den Durpel begonnen, dus ik had werk genoeg. Ik twijfelde, omdat ik bij Chris de andere kant van de medaille had gezien: de kwalijke gevolgen van bekendheid. Ik dacht: zou ik het wel doen? Ik wilde op het laatste nippertje afbellen, maar mijn toenmalige vrouw Anita vond dat ik dat niet kon maken. Dus ben ik maar gegaan. Uiteindelijk was het de bedoeling dat ik één keer in het panel zou zitten. Maar na de eerste aflevering hebben ze me voor het hele seizoen gevraagd en was er geen weg meer terug.

“Kort daarop stapte ik binnen in de krantenwinkel, hier in Tervuren, en zag ik mijn smoel op de cover van Humo staan, tussen die van Mark Uytterhoeven en Guy Mortier, mijn twee afgoden. Toen dacht ik wel: wat is er hier aan het gebeuren?”

Je had het net over de andere kant van de medaille toen het over Chris Van den Durpel ging.

Vanoudenhoven: “Ik weet dat Chris een paar keer met de pers in de clinch heeft gelegen. Ik herinner mij een persconferentie waarop hij razend is geworden op een journalist: die mens móést de zaal uit. Ik vond dat toch maar rare toestanden. Chris was iemand die het liefst met rust gelaten wilde worden, maar door zijn typetjes was hij één van de bekendste mensen van Vlaanderen geworden. Hij had het daar volgens mij heel moeilijk mee. Hij was ook iemand die altijd snel verdween als er een feestje was. Mark was ook zo, die vluchtte na een opnamereeks meteen naar Frankrijk. Nog tijdens het productiefeestje zat hij al op het vliegtuig.”

Hoe heb jij je ontluikende bekendheid ervaren?

Vanoudenhoven: “Ik vond het best spannend. Ik wist niet wat te verwachten. Maar in alle eerlijkheid heb ik er ook niet zóveel van gemerkt, want zeker die eerste jaren was ik voortdurend aan het werken. Na Alles kan beter, kwamen De XII werken van Vanoudenhoven, Alles komt terug en dat ging zo maar door. Ik had geen tijd om te genieten.

“Het enige wat er na verloop van tijd veranderde, was dat iedereen naar me begon te loeren. Als mijn vrouw, kinderen en ik iets gingen eten, kwamen de mensen me voortdurend vragen: mogen wij een foto van u? Voor mij was dat een stuk van de job. Het is pas later dat je zulke dingen beu begint te raken, en dat de roem je op één of andere manier ‘verandert’. Ik kan het niet goed uitleggen. Alsof je je tot in je onderbewustzijn bewust bent van die bekendheid.”

Werkt het isolerend?

Vanoudenhoven: “Nee, want ik ben altijd de dingen blijven doen die ik daarvoor al deed. Alleen werden die plots anders gepercipieerd. Als ik op café ging met vrienden, kwamen mensen mij soms zeggen: ‘Doe maar gewoon, je bent hier niet op tv.’ Waarop mijn vrienden: ‘Ja maar, die ís gewoon zo.’ (lacht)

Ik las in een interview uit die tijd dat er weleens scoutsgroepen een omweg maakten naar jouw huis…

Vanoudenhoven: “Dat gebeurde soms. Of mensen die in mijn tuin stonden, om binnen te gluren in mijn badkamer.”

Dat is toch niet onverdeeld aangenaam, neem ik aan?

Vanoudenhoven: “Ik moest daar eigenlijk om lachen. Het enige wat ik lastiger vond, was dat ik de bedoelingen van mensen niet meer zo goed kon inschatten. Als je succes hebt, heb je plots veel vrienden en je weet niet altijd hoe oprecht iemand is. Dan kom je achteraf soms te weten: hij of zij had mij gewoon nodig.”

Heb je ook vrienden verloren door je bekendheid?

Vanoudenhoven: “Ik denk het wel, maar dat zijn dan ook geen echte vrienden. In zekere zin wordt er een schifting voor je gemaakt. Dat was hetzelfde bij de geboorte van mijn dochter Emma (ze had een zuurstoftekort, red.). Plots zit je met een kind met een beperking en meteen zijn er een aantal mensen die je niet meer ziet. Maar al mijn beste vrienden zijn gebleven.”

Heb jij ooit rare toestanden meegemaakt? Fans die je naam hadden laten tatoeëren op hun arm?

Vanoudenhoven: “Het blijft gelukkig redelijk braaf in België. Ik heb hoogstens eens een papiertje onder mijn ruitenwisser gevonden waarop een adres geschreven stond en de tekst: ‘Ik zit op jou te wachten.’ Ik ben daar natuurlijk niet op ingegaan.”

Rob Vanoudenhoven: ‘Ik haal de goorheid uit porno om er weer iets moois van te maken. Bij de meeste werken zie je ook niets seksueels, tot je dichterbij gaat kijken.’Beeld Rob Vanoudenhoven

Er is psychologisch onderzoek gedaan naar de effecten van roem. Het zogenaamde winnaarseffect zou ervoor zorgen dat je op zoek gaat naar meer opwinding, waardoor je steeds grotere risico’s gaat nemen. Dat klinkt een beetje als de korte inhoud van De XII werken. Heb jij indertijd die almaar grotere stunts gedaan om meer kijkcijfers te halen?

Vanoudenhoven: “Ik heb veel gekke dingen gedaan, maar altijd omdat ik het leuk vond. Als kind sprong ik al met een paraplu van het dak, omdat ik dat op televisie gezien had. Veel van die ideeën, zoals boven op een vliegtuig staan, kwamen van mij. Tijdens de opnames vervloekte ik mezelf dan weleens: ‘Onnozelaar!’ (lacht)

“Zet mij op café bij mensen die mij niet kennen, en ze zouden al snel denken dat ze met een mythomaan te maken hebben. De paus? Heb ik ontmoet. Een vliegtuig? Daar heb ik al bovenop gestaan in volle vlucht. Jodie Foster? Ik heb al met haar gedanst. De mensen zouden denken dat ik gek ben.”

Ten tijde van je overstap naar VTM en je programma Robland kreeg je opeens…

Vanoudenhoven (onderbreekt): “Bakken kritiek. Ja, maar dat wist ik op voorhand. Ik had tegen de eindverantwoordelijken gezegd: ik voel me comfortabeler als underdog, dus zet me niet op de zondagavond en maak alsjeblief niet te veel reclame. Wat deden ze? Precies het omgekeerde. Het werd de zondagavond, met als concurrentie De Pappenheimers en Witse, dat toen 1,9 miljoen kijkers trok. Tja, dan weet je dat je het niet kunt halen. Desondanks haalden we nog 700.000 kijkers.

“Ik herinner het me nog goed: iedereen begon meteen na die overstap de messen te slijpen. Ik was tenslotte de eerste die bij Woestijnvis wegging.”

Bij Alles kan beter en bij De XII werken voelde je je goed in je rol van ‘gewone’ man. Bij je overstap naar VTM werd je plots als sterspeler uitgespeeld.

Vanoudenhoven: “Ja. Er hingen affiches van 20 vierkante meter over het hele land met daarop de tekst: ‘Rob wil koning worden’. Dan weet je het wel. Indertijd heeft VTM ruiterlijk toegegeven dat ze een fout hebben gemaakt. Daar heb ik veel respect voor. Verder heb ik daar niet meer van wakker gelegen.

“Weet je, de rol van underdog ligt me. Ik ben dat van nature. Ik heb nooit de ambitie gehad om bekend te worden, ik heb altijd dingen gedaan die ik graag deed. Ik heb nooit het gevoel gehad dat ik gewérkt heb, ook niet in mijn tijd als arbeider of fruitplukker of kippenuitbener. Ik heb dat altijd gráág gedaan. Neem nu mijn job in de koelcellen van Iglo en Ola: ik amuseerde mij daar geweldig. Wij moesten elke dag palletten stapelen. Voor mij werd dat een wedstrijd, ik wilde die pallets iedere keer nog sneller stapelen. Ik heb er altijd en overal het beste van proberen te maken. Voor mij is het leven voor een stuk een spel. Misschien heeft dat te maken met wat er allemaal gebeurd is tijdens mijn jeugd met mijn vader (Robs vader was alcoholist en is vroeg gestorven, red.). Ik heb mijn plan moeten leren trekken en ben van het één in het ander gerold. Pas nu, hier in het atelier, heb ik voor de eerste keer het gevoel: dit is van mij. Ik wil niks anders meer doen.”

‘Als je succes hebt, heb je plots veel vrienden. Maar toen mijn dochter geboren werd met een beperking, heb ik een aantal van hen niet meer teruggezien.’Beeld Johan Jacobs

VUILE BOEKJES

Je hebt het nu over je nieuwe carrière in de kunsten.

Vanoudenhoven: “Ik heb altijd al geschilderd en getekend. Dat was zowat het enige dat ik blijkbaar goed kon. Ik herinner mij levendig mijn juffrouw Paula in het zesde leerjaar. Ik was geen stouterik, maar wel een beetje speciaal. Dan vroeg zij: ‘Wie gaat er krijt halen?’ Waarop ik: ‘Welke kleur had u gewenst?’ ‘Zwart’, zei ze dan, om te lachen. En vervolgens was ik een uur weg. Dan kwam ik terug en zei ik: ‘Ik heb alle moeite van de wereld gedaan, maar zwart krijt heb ik niet kunnen vinden.’ (lacht) Op een dag hield ze me tegen na de les. Ik dacht: godverdomme, wat heb ik nu weer uitgestoken? Ze nam een tekening van haar bureau en kwam bij mij staan. Ik had een tafereel met ridders en paarden getekend. Ze zei: ‘Dat vind ik nu eens een prachtige tekening.’ Ik denk dat ze wel wist van de situatie met mijn vader en zo. Ze heeft mij een knuffel gegeven en dat was het. Oef, toch iets dat ik kan, dacht ik.

“Door corona was mijn agenda van de ene dag op de andere leeg. Dat gaf mij voor het eerst sinds lang de tijd om na te denken wat ik nog met mijn leven wilde doen, want ondertussen ben ik toch al de 50 voorbij. Ik ben nog meer dan anders werken beginnen te maken, puur voor mezelf. Dit keer eens niet tussen de soep en de patatten, maar met de volle aandacht.”

Vanwaar de stap om er nu mee naar buiten te treden?

Vanoudenhoven: “Ik was voor een opname van Stukken van mensen in de Verbeke Foundation, een kunstendomein in het Oost-Vlaamse Stekene. Tussen de opnames door sta ik buiten een sigaretje te roken en zeg ik tegen een toevallige voorbijganger wat voor een geweldige plek ik het daar vind. ‘Ja, ik ben hier de conciërge’, zegt hij. Een beetje later komt hij naast mij zitten en zegt: ‘Het was maar om te lachen, ik ben Geert Verbeke.’ (lacht) We zijn aan de praat geraakt en hij vroeg me waar ik tegenwoordig zoal mee bezig was. ‘Pornoboekjes verknippen en er collages mee maken’, zeg ik. Blijkt dat Geert Verbeke één van de grootste verzamelaars van collagekunst is. Ik wist niet eens dat het een kunststroming was! Hij is bij mij thuis komen kijken en heeft gezegd dat hij mijn werk tentoon wilde stellen. Ondertussen heb ik werk in vier verschillende expo’s hangen en heb ik het idee dat ik dit de rest van mijn leven wil blijven doen.”

Zit je bekendheid je niet in de weg? Ik ben naar je werk gaan kijken in de Verbeke Foundation en zag daar twee dames die stonden te giechelen: ‘Het is pure porno.’ Er gaan heel wat mensen op je bekende naam afkomen die vervolgens zullen schrikken van je werk.

Vanoudenhoven: “Goh, ik heb eigenlijk het gevoel dat de mensen mijn werk wél goed begrijpen. Ik haal de porno er namelijk uit, zie je? Ik haal er de goorheid uit om er weer iets moois van te maken. Bij de meeste werken zie je ook niets dat aan porno doet denken, je herkent één en ander pas als je dichterbij gaat kijken. Ik werk trouwens net zo goed met afval, zoals pakweg de dopjes van stevia-verpakkingen. Iedereen gooit ze zonder omkijken weg, terwijl daar wel ooit een ingenieur mee bezig is geweest. De mensen zien dat niet meer, ze vergeten naar de schoonheid rondom hen te kijken.

“We moeten ook niet hypocriet zijn. Iedereen heeft in zijn leven al naar porno gekeken. Het is de grootste business die er bestaat! Niets is populairder op het internet, of heb ik het mis?”

Moeten lust en seks uit het verdomhoekje?

Vanoudenhoven: “Ik denk soms dat we opnieuw moeten leren hunkeren. Als je vroeger iemand wilde leren kennen, kon je meedoen aan de kuskesdans. Als er dan iemand een tweede keer naar jou kwam, begon je te denken: dat is precies een toffe, ze ziet er goed uit, hier zit misschien iets meer in. De derde keer wist je: dat is hier bingo. Of je deed een slow en je ging wat dichterbij staan, je begon met elkaar te babbelen, stapje per stapje, totdat je de eerste keer het bed ging delen. Dat is elkaar ontdekken. Tegenwoordig hebben jongeren op hun 13de al de goorste porno gezien. Ik hoor dat het al heel gewoon is dat jongens op een feestje hun broek afsteken voor een blowjob. Man toch! Het is juist leuk om elkaar langzaam te ontdekken.

“Dat is op veel vlakken zo. Als je vandaag iets op een website bestelt, krijg je het soms al dezelfde dag thuisbezorgd. Met als gevolg dat kinderen gek worden als ze een keer iets niet meteen krijgen. Hetzelfde met reizen: het is zo makkelijk, zo goedkoop geworden. Je kunt niet meer hunkeren. Leer je tijd pakken, wachten, die directe bevrediging uitstellen. Hunkeren is net een heel tof gevoel, vind ik.”

Heb je ooit gemerkt dat roem erotiseert?

Vanoudenhoven: “Op een feestje zijn er eens twee mooie vrouwen op mij afgestapt: ‘Zeg Rob, wil jij niet eventjes met ons naar de wc?’ Ik dacht: wauw, twee knappe dames, da’s best wel een jongensdroom. Uiteindelijk heb ik gezegd: ‘Het is goed, maar is het voor pipi of is het voor kaka?’ (lacht) Ze hebben zich omgedraaid en zijn weggegaan. Ik heb toen wel even gedacht hoe het had kunnen zijn.”

Wat hoop je te bereiken met je kunst?

Vanoudenhoven: “Goh, ik weet het niet. Sowieso blijf ik collagewerken maken tot het einde van mijn dagen. Het blijft wel raar om het te exposeren en te ontdekken dat andere mensen je werk oprecht appreciëren. Dan denk ik: is dit echt, of ben ik aan het dromen? Ik heb niet de ambitie om de nieuwe Michaël Borremans of Dries Vanoudenhoven (Robs zoon, red.) te worden, om maar een paar grote talenten te noemen, maar mocht ik met mijn werk mijn boterhammetjes en facturen kunnen betalen, dan ben ik de gelukkigste mens van de wereld.”

De expo Winter Exhibition met werk van Rob Vanoudenhoven loopt nog tot 3 april in Verbeke Foundation in Stekene.

© Humo