Direct naar artikelinhoud
ReportageBorsbeek

‘In de stad is het meer ieder voor zich, hier kent iedereen nog iedereen’: Borsbeek is niet happig op fusie met Antwerpen

Inwoner Frank Moens heeft Bart De Wever al gezien in zijn gemeente. 'Het zal er wel van komen zeker?'Beeld Eric de Mildt

Met Borsbeek krijgt de stad Antwerpen wellicht een tiende district, al lijken de 11.000 inwoners niet meteen in de wolken dat ze straks van de parking verdwijnen. ‘Sinds Wilrijk een district is, zijn ze er alleen op achteruitgegaan. Dat wacht ons ook.’

“Hoe lang zit die daar nu al binnen? Precies of hij durft niet op straat te komen om met de mensen een klapke te doen”, zegt Frank Moens (66). Aan de overkant van de steenweg, waar het gemeentehuis van Borsbeek de reeks kapperszaken, snoepwinkels en bakkers even openbreekt, blijft burgemeester Dis Van Berckelaer (Iedereen Borsbeek) in zijn veilige haven. De mogelijke opvolger, Antwerps burgemeester Bart De Wever (N-VA), heeft Moens wel al mogen monsteren. “Het is nog niet rond, zei hij. Ach, het zal er wel van komen zeker?”

De fusie van Antwerpen en Borsbeek - of eerder de annexatie - is voorlopig een intentieverklaring, maar het is voldoende om sommige inwoners op de achterste poten te doen staan. Pas begin deze week kregen ze een brief in de bus over een op til zijnde fusie met de grootstad, op vrijdag is daar al de persconferentie. “Ik merk zeker bij de oudere mensen dat ze zich een beetje koud gepakt voelen”, zegt ook Christine Declercq van kruidenierszaak Pekes en Ertjes. De tieners die er na het laatste belsignaal op zoek gaan naar zoetigheid, vallen alleszins uit de lucht. “Een fusie? Daar weten wij niks van.”

Het is bittere noodzaak, klinkt het bij het gemeentebestuur. De verstedelijkte gemeente in de zuidoostelijke rand van Antwerpen heeft het organisatorisch en financieel steeds moeilijker om het hoofd boven water te houden, onder meer door stijgende personeelskosten. In een statement liet Van Berckelaer eerder al weten dat Borsbeek “geen industrie en gemiddeld genomen geen rijke bevolking” heeft, en dat ze op zoek zouden gaan naar “een lief”.

50 miljoen euro

Voor de noodzaak hoef je niet ver te zoeken, ziet ook Moens. De gemeente verkeert volgens hem in een benarde staat. “Deze zomer kwam het onkruid hier aan het gemeentehuis op een bepaald moment boven de rozen uit. En heeft u al eens over deze baan gereden, meneer? Mijn vrouw heeft na haar kankerbehandeling nog vocht in haar borst, ze moet die vasthouden als we hier rondrijden want anders is het afgrijselijk voor haar.”

Daar ligt, zo klinkt het verkoopspraatje, net de win-win: als district zou Borsbeek nog steeds een pak eigen bevoegdheden behouden - “mensen zullen hier nog steeds terecht kunnen om te trouwen of voor hun paspoort”, zegt Van Berckelaer - maar ze kunnen ook rekenen op de financiële draagkracht van de stad om straten en wegen op te kalefateren, of onkruid te wieden.

Die financiële draagkracht vaart trouwens zeer wel bij deze fusie. Vlaanderen voorziet een schuldovername bij dergelijke operaties, waarvan de grootte afhankelijk is van het opgetelde inwonersaantal. Door 11.000 inwoners toe te voegen bij het bestaande half miljoen, zou Antwerpen aanspraak maken op het maximumplafond: 50 miljoen euro.

Slim gezien, maar evengoed nogal disproportioneel, zo lijkt het. “Een goede zaak”, klinkt het echter bij het kabinet van Vlaams minister van Binnenlands Bestuur Bart Somers (Open Vld). Die ziet liever gemeenten die met een stad fusioneren dan “donut-fusies rond de stad”.

Lees ook
Beeld Eric de Mildt

Nochtans is het net dat wat de inwoners wél zien zitten. Een fusie met het kleinere Mortsel of Wommelgem - de duidelijke favoriet - zodat “de eigenheid en het dorpsgevoel van Borsbeek” behouden blijft. Ook het bestuur leek dat te verkiezen. Alleen: die gemeenten bleken zelf weinig trek te hebben in een date met Borsbeek, en kijken liever elders.

“Die eigenheid verdwijnt sowieso niet”, zegt Van Berckelaer. Hij verwijst naar de lokale sinksenfoor, de Stan Ockers Classic of het vrijwillige brandweerkorps. “Ze vrezen dat ze van de kaart gespeeld worden, maar we gaan hen niet verloochenen. Hun bestaan blijft gewaarborgd, alsook de identiteit van de Borsbekenaar. Dat is in Wilrijk toch ook zo?”

Dorp naast de stad

Eind 2023 moet een gezamenlijk voorstel beklonken worden. “Als de balans niet positief is voor onze inwoners, dan zouden we dit niet doen. We verkopen onze ziel niet voor een bord linzen”, zegt Van Berckelaer. De komende weken wil hij op pad trekken om inwoners te overtuigen, al beseft ook hij: dat wordt een flinke kluif. Er is veel wantrouwen. “Wij woonden vroeger in Wilrijk”, vertellen Marc Maes (67) en Carine Clusters (58). “Sinds het een district is, zijn ze er alleen op achteruitgegaan. Dat wacht ons ook.”

De connotatie van ‘een Antwerpenaar zijn’ - die mag u zelf invullen - is niet zozeer het probleem. Ze vrezen vooral duurdere taksen. De aanslagvoet van de gemeentebelasting ligt in Antwerpen een procent hoger dan in Borsbeek, stellen ze. “En zie eens welke rijen er daar aan de districtshuizen staan. Hier in Borsbeek worden wij nog bediend als een koning.”

Je zou je kunnen afvragen of dat niet de reden is dat Borsbeek tegen de limiet aanloopt, en wat er in feite nog van die zo geprezen ‘eigenheid’ overblijft. Het enige wat de huidige slogan ‘een dorp naast de stad’ echt in de verf zet, is een geel bordje aan de grens. Verder is het hier even moeilijk om parkeerplek te vinden als in hartje Antwerpen. Enkel een horde Nederlanders ontbreekt.

Toch zegt Declercq, geen inwoner maar wel al dertig jaar verankerd als onderneemster: “Je merkt dat de mensen hier meer een gemeenschap vormen. In de stad is het meer ieder voor zich, hier kent iedereen nog iedereen, ook bij de jongere generatie. Dat maakt van Borsbeek een echt dorp. Het zou jammer zijn mocht dat veranderen.”

'Als de balans niet positief is voor onze inwoners, dan zouden we dit niet doen. We verkopen onze ziel niet voor een bord linzen', zegt burgemeester Van Berckelaer.Beeld Eric de Mildt