De christelijke vakbond COC zegt “de goednieuwsshow” enigszins te willen nuanceren met “enkele kritische bedenkingen, zowel voor het personeel als voor de cursisten”.

Nieuwe minimumnormen

Tegen 1 september 2019 moeten de Centra voor Volwassenenonderwijs (CVO) aan nieuwe minimumnormen voldoen voor het secundair volwassenenonderwijs. Die norm wordt verhoogd naar 700.000 lesuren/cursist in dichtbevolkte gebieden, 360.000 lesuren in landelijke gebieden en 525.000 lesuren/cursist voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, de faciliteitengemeenten en de Limburgse mijngemeenten.

Negatieve personeelsgevolgen

Volgens minister Crevits hebben grotere CVO’s meer mogelijkheden om hun ondersteunende diensten kwaliteitsvol uit te bouwen. Ze kunnen hun personeel dan beter versterken in hun kernopdracht en ze meer mogelijkheden geven rond expertiseopbouw en professionalisering. COC vreest echter voor negatieve personeelsgevolgen. “In centra die de opgelegde norm niet halen en die niet tot fusie met een ander centrum komen, wordt het personeel boventallig”, aldus COC in een persbericht maandag. “In centra die fuseren, krijgt het personeel te maken met heel grote afstanden om de opdracht te kunnen uitvoeren. Er is bijna geen garantie voor beschermende maatregelen voor het personeel op vlak van werkbaar werk.”

Voordelig voor de cursisten?

Volgens minister Crevits zal de cursist binnen één centrum kunnen genieten van een ruimer aanbod en meer keuzemogelijkheden hebben om bijvoorbeeld het lesmoment en de leslocatie te kiezen die het best aansluit bij zijn wensen. Bovendien zou hij gemakkelijker een volledig opleidingstraject kunnen volgen en zal hij nog meer kunnen rekenen op een kwaliteitsvolle traject- en leerbegeleiding.

Tijdelijke leraren de dupe

COC betwijfelt die redenering. “Wij denken dat de cursist misschien zijn traject in verschillende lesplaatsen of vestigingsplaatsen zal moeten volgen en zijn weg dreigt te verliezen”, aldus Koen Van Kerkhoven, secretaris-generaal COC. “We kennen ook de toekomstige financiering nog niet. Rationalisering betekent immers vaak ook optimalisering. Daardoor loopt het volwassenonderwijs een risico op verschraling van het aanbod. Tijdelijke leraren en ander personeel in bedreigde studiegebieden zullen hier wellicht eerst de dupe van zijn.”