Direct naar artikelinhoud
AchtergrondAnne Frank

Waarom was de uitgever van het omstreden boek over verraad Anne Frank niet kritischer? ‘De gevoeligheid ontbrak’

De Amerikaanse oud-FBI-agent Vince Pankoke (l.), hier in het Anne Frank Huis, had de leiding over het coldcase-onderzoek naar het verraad van Anne Frank. Beeld Tijo Oost

Wat een bestseller had moeten worden, werd een ramp. Waarom ging uitgeverij Ambo Anthos niet behoedzamer te werk met Het verraad van Anne Frank? ‘Men is meegegaan in een campagne van oppompen, iedereen gek maken.’

en

Het was in april 2018 het gesprek van de dag, nog voor de London Book Fair van start ging: het boek in wording over nieuw onderzoek naar het verraad van Anne Frank. “De spannendste deals die we tot op heden hebben gesloten”, meldde literair agent Marianne Schönbach een maand later op Twitter. De Nederlandse rechten van wat toen nog Anne Frank: A Cold Case Diary heette, gingen naar uitgeverij Ambo Anthos, de wereldrechten naar de Amerikaanse uitgeverij HarperCollins Publishers.

De situatie was oververhit, herinnert een Nederlandse non-fictie-uitgever die ook een bod overwoog zich. De Nederlandse boekenwereld is klein en verweven, daarom willen weinig mensen met hun naam in de krant als het gaat over de ophef rond Het verraad van Anne Frank van Rosemary Sullivan en het besluit van Ambo Anthos om de drukpersen stop te zetten. 

“Heel veel uitgevers hadden dit boek zelf willen hebben”, zegt een van hen. Een ander: “Het is niet aan mij een collega-uitgever de maat te nemen.”

Lees ook

Het is bijna tachtig jaar geleden dat Anne Frank werd verraden. Onderzoekers zeggen nu te weten wie de nazi’s tipte over haar onderduikadres.

Historici schieten gaten in de Anne Frank-onthulling: ‘Je kunt niet iemand half veroordelen.’

Alles over Anne Frank is wereldnieuws: de recente verraadkwestie was daar weer een voorbeeld van. Vijf factoren die haar voortdurende populariteit verklaren.

Ook deze non-fictie-uitgever wil alleen anoniem reageren en vertelt over de biedingsstrijd voor het boek. “Zoals dat gaat op een beurs worden dingen enorm opgeklopt. Wervende teksten: het ging om een coldcaseteam, er zou nieuws naar boven komen. Een internationaal project over ‘onze’ Anne Frank, dat is voor ons dan meteen heel erg groot.”

Zelf haakte hij af. “De markt in Nederland is zo competitief: als je niet snel durft te handelen heeft een concurrent het te pakken. Ik had twijfels, niet zozeer van ‘ooh tricky, Anne Frank’, maar meer over hoe groot die scoop zoveel jaar later nog zou kunnen worden. Ambo Anthos heeft het toen wél gedurfd. En ja, nu is er dus de pech dat er in het boek beweringen worden gedaan die volgens experts niet vol te houden zijn.”

Publisher’s Weekly meldde in 2018 dat het voorschot dat Ambo Anthos neerlegde over de zes cijfers ging. Volgens bronnen gaat het om 150.000 euro – voor Nederland hoogst uitzonderlijk. Literair agent Schönbach laat zich hier desgevraagd niet over uit. “Ik spreek nooit over bedragen. Discretie hoort bij de voorwaarden van een agent. Ik geef voorlopig helemaal geen commentaar, ik wil hier secuur mee omgaan.”

Dezelfde dag een bod

Marianne Schönbach Literary Agency, een van de grootste Nederlandse agentschappen, vertegenwoordigt Nederlandse en Vlaamse auteurs, ook als het gaat om de vertaalrechten van hun werk. Drie weken voor de London Book Fair had ze een overeenkomst gesloten met initiatiefnemers van het hele project Thijs Bayens en Pieter van Twisk van Proditione Media: zij zou hun voorstel voor een boek over een internationaal coldcase-onderzoek naar het verraad van Anne Frank op de beurs voor verkoop aanbieden. 

In Boekblad vertelde ze in mei 2018 over de achtbaanrit waarin haar agentschap toen terechtkwam. Toen Bayens en Van Twisk haar benaderden en ze een aantal documenten had mogen inzien, wist ze meteen ‘dat dit heel groot kon worden’. Daags voor de beurs werd een information sheet uitgestuurd naar alle uitgevers wereldwijd waarmee haar agentschap samenwerkt. Er was nog niet eens een officieel proposal, zoals dat wordt genoemd: een synopsis met eventueel enkele hoofdstukken ter inzage.

Maar binnen vijftien minuten lag er een eerste aanvraag en dezelfde dag deed Ambo Anthos al een doorslaggevend bod. Vlak na de beurs, en toen wel op basis van een proposal, deed uitgeefdirecteur Jonathan Burnham van HarperCollins US hetzelfde voor de resterende wereldrechten. Een knock-out voor andere uitgevers.

Zo werd de inzet gigantisch en is met een gelikte internationale marketingcampagne een boek op de markt gebracht waarin notaris Arnold van den Bergh, lid van de Joodsche Raad, wordt aangewezen als de verrader van de familie Frank. Een conclusie die door Nederlandse experts en onderzoekers, die het boek niet van tevoren konden inzien, meteen na publicatie onderuit werd gehaald. Het Anne Frank Fonds in Bazel voelde van meet af aan nattigheid en stelde zijn archieven niet open.

Pech? “Omdat de wereldrechten werden gekocht door HarperCollins bepaalden zij de inhoud”, stelt uitgever Tanja Hendriks van Ambo Anthos de verhoudingen scherp in een verklaring gericht aan haar auteurs. Maar ook: “Een kritischer houding was mogelijk geweest.” Ook Hendriks onthoudt zich nu van commentaar. 

Vertrouwen in de Amerikanen

Waarom die kritischer houding dan ontbrak? De non-fictie-uitgever kan zich goed voorstellen hoe het is gegaan. “Het had ons allemaal kunnen overkomen. Als ik de Nederlandse rechten had gehad, zou ik het ook prima hebben gevonden als Amerika de kar ging trekken. Ik zou vertrouwen op de Amerikaanse grootte, op het team juristen dat ze daar in huis hebben. Dat alles feitelijk is gecheckt. Maar dat is de les die we hiervan kunnen leren: het is niet zo makkelijk autonoom kritisch te blijven als je eenmaal in die denderende trein zit.”

Die denderende trein is nu ontspoord, concludeert een ingewijde uit het boekenvak die met veel internationale deals te maken heeft gehad. Ook hij wil alleen off the record spreken. “Het is op heel veel fronten een uniek en atypisch project én het gaat over Anne Frank. Dan kun je als Nederlandse uitgever volgens mij niet zeggen: Amerika neemt de leiding, dan heb ik braaf te volgen.

“Je weet dat dit in Nederland onder een vergrootglas komt te liggen, dan denk ik toch: check, dubbelcheck, driedubbelcheck. Ik kan me haast niet voorstellen dat je zo’n project niet blijft monitoren als je er zoveel geld in steekt. Dan houd je toch constant contact? Ik snap ook wel dat niet iedereen die kennis heeft, maar dan laat je een team externe specialisten inhoudelijk meelezen.

“Het lijkt of hier niet alleen de kennis ontbreekt, maar ook de gevoeligheid. De indruk beklijft dat Nederland is meegegaan in een campagne van oppompen, iedereen gek maken en tien voorpagina’s scoren. En het gevolg? Het meest traumatische en beschadigende voor een uitgeverij: je komt incompetent over en dat is voor altijd een stigma.”

De Joodsche Raad, Amsterdam 1942. Arnold van den Bergh is van de zittende mannen de vijfde van links.Beeld Image Bank ww2- niod-Joh. de Haas.

Heel delicaat geval

Scheidend uitgever Joost Nijsen van Podium kent de situatie waarin, zeker vanuit Amerika en als boeken onthullingen beloven, een uitgeverij voor geheimhouding moet tekenen. “Dat kan hier zijn gebeurd. Dan krijg je op een bepaald moment het resultaat in je mailbox en heb je je ertoe geëngageerd het zo uit te geven.”

“Maar wat ik, juist gelet op de professionaliteit van de betrokken partijen in Nederland, niet begrijp, is dat je het in dit heel delicate geval niet alsnog heel secuur leest of laat lezen. En áls je vervolgens constateert dat het ijs van de bewijslast te dun is om op te schaatsen, besluit aan te dringen op wijzigingen. Of zing een toontje lager in de campagne. Of, in het uiterste geval, besluit tot niet uitgeven. Misschien is men zo verguld geweest bij het vooruitzicht van een wereldwijde bestseller, dat te veel door een roze bril is gelezen.”

In Duitsland werd die roze bril juist bewust afgezet. HarperCollins Deutschland onttrok zich aan de in Amerika bedachte mediastrategie, waarbij een keihard embargo was gesteld voor wereldwijde bekendmaking van ‘de onthulling’. De Duitse uitgever heeft de (eventuele) verschijningsdatum van Der Verrat an Anne Frank op 22 maart gezet om eerst experts op het boek te kunnen zetten.

“Die heeft aangevoeld hoe precair het onderwerp is”, zegt Bart Wallet, hoogleraar Joodse Studies aan de Universiteit van Amsterdam. Ambo Anthos had dit ook moeten doen, stelt hij. “De zorgvuldigheidseisen hadden in acht moeten worden genomen. Maar de uitgever heeft gedacht: we willen op de eerste rang zitten.” 

Dan te bedenken dat het boek slechts bijzaak was, zoals oud-medewerker van het Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies (NIOD) David Barnouw stelt. Het project had moeten uitmonden in een tentoonstelling in het Stadsarchief. De gemeente Amsterdam gaf 100.000 euro subsidie. Maar bovenal: er moest een film of serie van komen. Zoals de 92-jarige Eva Schloss, stiefdochter van Otto Frank, meteen opmerkte: “Ze willen naar Netflix, geld verdienen.”

Broddelwerk

Emile Schrijver, directeur van het Joods Cultureel Kwartier, kreeg het boek vier dagen voor publicatie aangeboden zonder geheimhoudingsverklaring, maar wel met het verzoek zich te houden aan het embargo. Nu spreekt hij van “broddelwerk, met veel veronderstellingen en een flinterdun bewijs”.

Toch nam hij geen contact op met Ambo Anthos om te waarschuwen. “Ik voel geen verantwoordelijkheid jegens de uitgever. Daarbij was het proces al gaande. Kranten en televisie stonden klaar om het onderzoek naar buiten te brengen.”

Hij deed in The New York Times een oproep aan internationale uitgevers – en dus ook HarperCollins – zich uit te spreken over deze kwestie. De European Jewish Council heeft HarperCollins publiekelijk opgeroepen te stoppen met de verkoop. Maar vooralsnog blijft het in Amerika stil.

Het coldcaseteam onder leiding  van de Amerikaanse oud-FBI-agent Vince Pankoke neemt ondertussen geen woord terug en noemt het onjuist het onderzoek langs een wetenschappelijke meetlat te leggen en op die grond te veroordelen. “Wij kozen niet voor een historisch-wetenschappelijke, maar voor een opsporingsbenadering.” 

Over hoe het intern is gegaan bij Ambo Anthos kan alleen de uitgeverij uitleg geven, maar daar heeft van hoog tot laag iedereen een ‘geen commentaar’ op de lippen. 

Amsterdam, 1954. Op het behang van Annes kamer in het Achterhuis zijn plaatjes geplakt van onder anderen de koninklijke familie en Hollywoodsterren.Beeld ANP / Maria Austria Instituut