Unieke fossiele slagtand van bosolifant keert terug naar België

Twee jaar nadat Nederlandse garnalenvissers hem hadden opgevist voor de kust van Zeebrugge, is een 130.000 jaar oude fossiele slagtand van een bosolifant opnieuw in ons land. Vanaf morgen is het gevaarte van meer dan twee meter lang te zien in het Museum voor Natuurwetenschappen in Brussel.

Een beest van 3,5 meter hoog, groter dan de huidige Afrikaanse olifant, en slagtanden van meer dan 2,8 meter lang. Leefde je zo'n 130.000 jaar geleden in de bossen die toen Europa bedekten, dan liep je de Palaeoloxodon antiquus liever niet tegen het lijf. 

Dat de voorvader van de Afrikaanse bosolifant ook in onze streken rondliep, weten we sinds twee jaar geleden zeker. In de zomer van 2020 haalden Nederlandse garnalenvissers immers een fossiele slagtand boven van 2,37 meter lang en 60 kilogram zwaar. Ze deden dat voor de kust van Zeebrugge, aan Het Scheur. Vandaag is dat een vaargeul die vaak uitgebaggerd wordt, maar vroeger zag dat gebied er helemaal anders uit.

Garnaalvisser Henry Caljouw: "De matroos trok het net open en ineens viel er een slagtand uit"

Videospeler inladen...

"Je kan je dat moeilijk voorstellen, maar 150.000 jaar geleden was de Noordzee een bosrijk gebied", legt Patrick Roose van het Koninklijk Instituut voor Natuurwetenschappen uit. "Je kon toen te voet naar de kust van Engeland."

Staatssecretaris Thomas Dermine (PS, links) en minister Vincent Van Quickenborne (Open VLD, rechts). Er was wat diplomatiek lobbywerk voor nodig om de slagtand terug naar België te krijgen.

Mammoettanden worden relatief vaak opgevist voor onze kust. Maar deze tand van een prehistorische bosolifant is een opmerkelijke vondst. Uniek zelfs, volgens Roose. De Palaeoloxodon antiquus was vooral tussen de ijstijden in vrij wijdverspreid in Europa, maar tot nu toe was er geen bewijs dat het dier ook in ons land voorkwam. Tot nu dus. Daarnaast is de slagtand ook relatief goed bewaard gebleven. Enkel de punt en de wortelbasis zijn beschadigd.

Vanaf morgen te bekijken

Vanaf morgen kan je de tand bekijken in het Koninklijk Museum voor Natuurwetenschappen. Al had dat wel wat voeten in de aarde. Er was diplomatiek overleg met Nederland nodig om het fossiel opnieuw in ons land te krijgen.

De palaeoloxodon antiquus op een ets uit 1916.

De vissers die de tand hebben bovengehaald, hadden hun vondst immers eerst verkocht aan North Sea Fossils in Urk. Dat bedrijf verkoopt onder andere opgeviste fossielen door aan particulieren, maar stelt unieke exemplaren ook beschikbaar aan wetenschappers en musea. In dit geval waren het onderzoekers van het Natuurhistorisch Museum van Rotterdam die de tand in handen kregen. 

Na tussenkomst van minister van Noordzee Vincent Van Quickenborne (Open VLD) en staatssecretaris belast met Wetenschapsbeleid Thomas Dermine (PS) keerde hij terug naar België, in de collectie van het  Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen.

Meest gelezen