Belgische lonen stijgen sneller dan in buurlanden: “Groot probleem voor concurrentiepositie Belgische bedrijven”

 ©  belgaimage

De lonen in België zullen in de periode 2020-2022 waarschijnlijk sneller stijgen in België dan in Duitsland, Frankrijk en Nederland. Dat heeft de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven (CRB), een overleg- en adviesorgaan van de sociale partners, woensdag gezegd.

mtm
Bron: BELGA

De CRB verwacht dat de lonen in België in drie jaar tijd met 8,8 procent zullen stijgen, tegen 7,6 procent gemiddeld voor Duitsland, Frankrijk en Nederland. 

Voor België speelt onder meer de inflatie een rol. Die is veel hoger dan in Duitsland en Frankrijk. De Belgische lonen zijn ook vaak automatisch aan de inflatie gekoppeld. Ook corona speelt een rol: denk aan mensen die de horecasector verlieten en een andere job vonden in een - vaak beter betalende - sector. 

De CRB brengt regelmatig de verschillen in loonevolutie tussen België en drie buurlanden in kaart. Het is de bedoeling dat de loonkosten grosso modo gelijke tred houden, want als die in België veel sneller stijgen dan in de buurlanden, daalt de competitiviteit van onze economie. En dat kan een negatieve impact hebben op de werkgelegenheid. 

De vergelijking vormt ook de basis voor de tweejaarlijkse onderhandelingen tussen werkgevers en vakbonden over een nieuw interprofessioneel akkoord (IPA) dat de loonnorm voor de privésector vastlegt. Die loonnorm bepaalt in welke mate de lonen mogen stijgen bovenop de inflatie. Maar woensdag ging het om een tussentijds verslag, nieuwe onderhandelingen zijn nog niet voor meteen.  

Bij de vorige loononderhandelingen was er een marge van 0,4 procent bovenop de index.

Concurrentiepositie

De loonkostenhandicap tussen België en de buurlanden Duitsland, Frankrijk en Nederland zal in een jaar tijd met ongeveer 2 procent toenemen. Dat leiden de werkgeversorganisaties af uit het nieuwe rapport van de CRB. Ze pleiten voor dringend overleg met vakbonden en regering.

“Als het ooit het moment was om het interprofessioneel akkoord tussentijds bij te sturen, zoals in de wet van 1996 voorzien is, dan is het wel nu”, aldus Edward Roosens, hoofdeconoom van het Verbond van Belgische Ondernemingen (VBO). Hij wijst er bijvoorbeeld op dat er sinds die wet bestaat “nog nooit zo’n grote overschrijding is geweest van de verwachte indexering”. Volgens de recentste cijfers zullen de indexeringen 4,8 procent bedragen, terwijl er 1,7 procent verwacht was. Tel daar een “loondrift” bij van 1,1 procent, en je komt aan een totale onderschatting van de loonstijgingen in België in 2022 van 4,2 procent, zeggen de werkgevers in een gezamenlijk persbericht.

Ook in andere landen was er een onderschatting, maar niet in diezelfde mate. “Het is dan ook duidelijk dat de genomen veiligheidsmarge voor voorspellingsfouten (0,5 procent) ruim onvoldoende zal blijken en dat we afstevenen op een toename van de loonkostenhandicap van onze bedrijven met ongeveer 2 procent in één jaar tijd”, klinkt het. En dat, zo zeggen de werkgevers, brengt de concurrentiepositie van de Belgische bedrijven in gevaar.

VBO, Unizo, Boerenbond, UCM en FWA roepen dan ook op tot overleg. “Dit is een belangrijke wake-upcall voor degenen die er nog niet van overtuigd zijn dat de stijgende inflatie ernstige gevolgen kan hebben”, luidt het.

Aangeboden door onze partners

Hoofdpunten

Aangeboden door onze partners

Beste van Plus

Lees meer

Meest Gelezen