Direct naar artikelinhoud
InterviewEels

‘Als we het objectief bekijken, ben ik een betere muzikant dan Prince’

‘Als we het objectief bekijken, ben ik een betere muzikant dan Prince’
Beeld Gus Black

De pandemie strooit peper in de reet van Mark Oliver Everett, die u ook met mond-masker nog altijd mag aanspreken als E. Nog geen anderhalf jaar na ‘Earth to Dora’ is daar ‘Extreme Witchcraft’: zijn tweede thuiszit-plaat, zijn veertiende al als hopman van Eels. ‘Hou díé allemaal maar eens uit elkaar’, zou een mens bijna denken, niet onterecht. We namen de proef op de som en legden E twintig vragen voor uit eigen leven en werk.

Start! In november 1998 werd ‘Cancer for the Cure’ uitgebracht als tweede single van Electro-Shock Blues. De afbeelding op de hoes zou niet misstaan op een plaat uit 2022. Wat was erop te zien?

Mark Oliver Everett: “Een vrouw met een mondmasker. Die hoes werd gemaakt door Adrian Tomine, een bekende artiest in Amerika. De enige informatie die hij kreeg, was de titel, en toch tekende hij dat.”

Twee jaar eerder verscheen de videoclip van ‘Novocaine for the Soul’, gedraaid door vermaard regisseur Mark Romanek. Noem één ander nummer waarvoor hij datzelfde jaar óók een clip draaide.

Everett: “Ik vrees dat ik het toen te druk had om me bewust te zijn van de muziek van anderen. Dateert zijn clip met Michael Jackson niet van rond die tijd?”

‘Scream’, bedoel je. Dat was een jaartje eerder. In 1996 maakte hij, naast die voor ‘Novocaine for the Soul’, ook de clips voor ‘Little Trouble Girl’ van Sonic Youth, ‘El Scorcho’ van ‘Weezer’ en ‘Devils Haircut’ van Beck.

Everett: “Herinner ik me níéts van.”

Deze moet je weten: geef een alternatieve benaming voor wat in de kwantummechanica bekendstaat als ‘de Everett-interpretatie’, genoemd naar de natuurkundige Hugh Everett III – je vader.

Everett: “Er zijn er een paar, maar de gangbaarste is de many world theory.”

Klopt, ook bekend als de theorie betreffende parallelle universums. Je maakte een documentaire over je vaders levenswerk, Parallel Worlds, Parallel Lives. Mijmer je sindsdien soms weg bij de gedachte aan een ander universum?

Everett: “Soms is het verleidelijk, maar ik heb m’n handen al vol met dit universum. Laat ik het maar bij eentje houden.”

Je autobiografie Things the Grandchildren Should Know werd vertaald in het Duits en het Frans, zij het onder andere titels. Kun je die noemen?

Everett: “Ik ken ze, maar enkel in het Engels. De Duitse is Lucky Days in Hell, naar het nummer ‘Your Lucky Day in Hell’, en de Franse is Shut up or Die, naar wat mijn vader soms riep naar de kat (lacht).”

‘Als we het objectief bekijken, ben ik een betere muzikant dan Prince’
Beeld Gus Black

Respectievelijk Glückstage in der Hölle en Tais-toi ou meurs: een half punt. In 2019 werd je in Londen gehuldigd met de sleutels van de stad. Sindsdien mag je je Freeman of London noemen. Drie van de volgende artiesten dragen dezelfde titel: Ronnie Wood, Prince, Annie Lennox, Luciano Pavarotti. Wie niet?

Everett: “Dan gok ik op Prince.”

Klopt. Hem is de eer nooit te beurt gevallen.

Everett: “Wat alleen maar kan betekenen dat ik een betere muzikant ben dan Prince, toch?”

Moest die onderscheiding goedmaken dat je enkele jaren eerder bijna gearresteerd werd in Hyde Park omdat je volgens de dienstdoende bobbies veel weghad van een terrorist met je baard?

Everett: “The thought has crossed my mind. Zouden ze nú eens moeten proberen.”

Aan de titel Freeman of London zijn enkele privileges verbonden. Welk is verzonnen? Het recht om schapen te hoeden op London Bridge, het recht op een zijden strop mocht je opgehangen worden, het recht om een zwaard te dragen in het openbaar, of vrije toegang tot elk toilet binnen de stadsgrenzen?

Everett: “Van de eerste twee ben ik zeker dat ze erbij horen. Ik gok op het zwaard, want ik hoop dat dat van die toiletten waar is.”

Helaas, je mag wel degelijk een zwaard dragen. Naar het toilet gaan waar je maar wilt, is dan weer een stap te ver.

Everett: “Nee, toch? Reken maar dat ik de volgende keer een zwaard meeneem naar Londen.”

Twee jaar geleden verscheen je in Parijs op het podium tijdens een concert van Angèle om samen ‘That Look You Give That Guy’ te brengen. Een jaar later zong Angèle nog een duet met een artiest van renommee. Wie?

Everett (denkt na): “Nee, geen idee.”

Het was Dua Lipa, in het nummer ‘Fever’.

Everett: “O. Ja, ik heb weleens van ’r gehoord.”

Hoe ben je Angèle tegen het lijf gelopen?

Everett: “Zij had mij gecontacteerd omdat ‘That Look You Give That Guy’ haar favoriete nummer aller tijden was. Haar voorstel om het samen te spelen leek me wel wat. Ik heb er gelijk een weekje Parijs van gemaakt.”

Verre van de enige iconische samenwerking in je verleden, want in 2001 stond je in Wenen op het podium met een artiest die je op het eerste gezicht niet meteen zou rijmen met Eels. Wie?

Everett: “Afroman! En we speelden zijn hit ‘Because I Got High’. Het waren die jaren van mijn carrière dat ik mijn eigen hits wat beu was, dus het leek me wel iets om eens die van een ander te spelen.”

Terug naar ‘The Look You Give That Guy’: hoeveel keer werd de clip intussen bekeken op YouTube? We houden het bij de best bekeken versie, en je mag er een half miljoen naast zitten.

Everett: “Sorry, geen idee.”

4,5 miljoen.

Everett: “Nou. Niet slecht voor iemand als ik (lacht).”

Lees ook:

Wat raakt popsensatie Angèle? ‘Iedereen die mijn vertrouwen heeft misbruikt, mag op z’n knieën vallen: mij pakken ze niet meer’

Ook op YouTube vond ik een filmpje waarin je een reeks bedankingsspeeches houdt voor fictieve Grammy-categorieën. Welke zat daar níét tussen? ‘Beste good hair day’, ‘Beste sokkenkeuze (mannelijk)’, ‘Beste saxsolo onder invloed’ of ‘Beste achterwaartse salto’.

Everett (lacht): “Die van de sokken heb ik niet zelf verzonnen, denk ik. Al hoop ik nu van wel.”

Klopt. Extreme Witchcraft komt straks ook uit in een deluxe-editie op vinyl. Kopers krijgen er een bizar extraatje bij. Wat?

Everett: “Een ouijabord. Een idee van mijn manager: we zochten iets spookachtigs om in het thema te blijven. Ik ben van plan het snel eens uit te proberen.”

Iemand die je hoopt te bereiken aan gene zijde?

Everett: “Prince, om ’m te vragen waarom híj het nooit geschopt heeft tot Freeman of London.”

Je hebt een voorliefde voor concertzalen die nog ouderwets voorzien zijn van een groot orgel. Toen je in 2015 in de Londense Royal Albert Hall speelde, maakte je van de gelegenheid gebruik om er ‘Flyswatter’ en ‘The Sound of Fear’ op te spelen. Wat speelde je een jaartje eerder op het orgel van De Doelen in Rotterdam?

Everett: “Moeilijk. Geen van die twee, dus?”

Nee, die avond speelde je ‘Trouble with Dreams’.

Everett: “Makes sense. Goed nummer voor een orgel.”

In 2000, toen George W. Bush nog de domste Amerikaanse president denkbaar was, noemde die Eels als voorbeeld van de verderfelijkheid van moderne muziek. Welk nummer nam hij in het vizier?

Everett: “‘It’s a Motherfucker’, uit Daisies of the Galaxy. Een hele eer, hoor.”

Jaren later heb je Bush eens uitgenodigd op een concert in Washington, ‘als verzoeningspoging’. Ooit antwoord gekregen?

Everett: “Jawel, want blijkbaar kan elke boerenlul een officieel verzoek richten tot het Witte Huis, en zijn ze verplicht om je van antwoord te dienen (lacht). We kregen een statige voicemail van een medewerker dat hij en de first lady die avond helaas al iets te doen hadden.”

Bush negeerde daarmee schromelijk dat je wel degelijk moeite gedaan had om ‘It’s a Motherfucker’ te verbloemen door ook een opgeschoonde versie op te nemen. Hoe heette die?

Everett: “‘It’s a Monstertrucker’. Je hebt gelijk, heeft hij volledig naast gekeken!”

‘Mr. E’s Beautiful Blues’, ook uit Daisies of the Galaxy, kwam tegen jouw zin op de soundtrack van een sexcomedy uit 2000. In de clip ben je te zien naast enkele van de acteurs, iets waarvoor de platenmaatschappij eerst je arm moest omwringen. Hoe heette de film?

Everett: “Ach ja, Road Trip. Nu, terugblikkend was ik misschien wat te hard in mijn afwijzing. Ik bedoel, ik wéét niet eens of het een slechte film is, ik heb ’m nog altijd niet gezien. Ik vond het gewoon niet passen bij mij.”

Volgende vraag. Toen een goede twintig jaar geleden de dagboeken van Kurt Cobain gepubliceerd werden, werd jij door de uitgeverij om een aanprijzing verzocht voor de achterflap. Weet je nog welke woorden je terugstuurde?

Everett: “‘Please don’t do this to me after I kill myself.’ Ze hebben het niet gebruikt (lacht). Fijn dat ze aan me dachten, maar ik moest eerlijk zijn: zou ík willen dat mensen in mijn dagboek neuzen als ik het loodje leg? Nee, dus.”

Snel, joliger dingen: welk Eels-nummer was nooit te horen in een Shrek-film? ‘Royal Pain’, ‘My Beloved Monster’, ‘I Need Some Sleep’ of ‘Christmas is Going to the Dogs’?

Everett: “Hm, I see what you did there. (Denkt na) ‘Christmas is Going to the Dogs’.”

Klopt, want dat komt uit The Grinch. Een strikvraag, want zowel Shrek als de Grinch zijn groen en slechtgezind.

Everett: “Mooi geprobeerd, vriend. Maar mij heb je niet.”

In 2000 speelde je een ietwat bizarre versie van ‘Flyswatter’ in de toenmalige talkshow van David Letterman. Er kwamen blazers en een strijkplank in voor, maar weet je nog met welke mededeling je je optreden begon?

Everett: “Helaas wel. ‘I am the real Slim Shady!’ Heb ik nu spijt van, want het is flink gedateerd ondertussen. Weet iemand nog wel wie Slim Shady is?”

De tekst van ‘Souljacker Part II’ uit 2001 werd gepend op een ongewone drager. Welke?

Everett: “Op toiletpapier. Dat zat zo: ik verbleef toen in een meditatieoord diep in de bossen waar je absolute stilte moest bewaren. Spreken, lezen en schrijven waren uit den boze, dus als de inspiratie toesloeg, moest ik inventief zijn. Ik wist dat het enige potlood te vinden was in het buitentoilet, aan het klembord waarop genoteerd stond wie die dag poetsdienst had. Telkens als ik een idee had, deed ik dus alsof ik hoognodig moest kakken, en ging ik mijn vondsten noteren op wc-papier.”

Laatste vraag: in 2005 was je te gast in Later… with Jools Holland op de BBC. Tijdens je optreden toen werd je uitgejouwd door een andere artiest die die dag ook geprogrammeerd stond. Om wie ging het?

Everett (zucht): “John Legend. Hij vond het niet fijn dat ik een sigaar rookte, wat ik in die tijd deed voor het dramatische effect – ik liep ook met een wandelstok rond. John was bang voor z’n stem of zo, wat natuurlijk onzin was: we stonden in een studio zo groot als een vliegtuighangar. Geen kans dat de rook zelfs maar tot bij hem kwam. Ach ja, hij was toen nog een beginnende artiest, ik vermoed dat hij zich wilde profileren.”

Resultaat: 14,5 op 20. Kan E mee door.

‘Extreme Witchcraft’ van Eels is uit bij E Works.

© Humo