LEES OOK. Fietsersbrug over de Schelde voorgesteld op eerste van zeven Ringdagen

LEES OOK. Kabelbaan over Schelde “goedkoper en sneller” dan fietsbrug

Het onderzoek naar de aanleg van de brug over de Schelde loopt nog volop. De uitdaging is om de toegankelijkheid zo maximaal mogelijk te maken zonder de binnenvaart te hinderen. Daarbij moeten een reeks veiligheidsrichtlijnen worden gerespecteerd. Dit jaar krijgt deze infrastructuur definitief vorm op de tekentafel. Deze wandel- en fietsbrug zou ten vroegste in 2024 over de Schelde liggen.

De brug komt aan de Kennedytunnel, ter hoogte van de huidige fietstunnel. Het gaat om een investering van 200 miljoen euro. “We mikken op 22.500 fietsers die per dag gebruik zullen maken van de nieuwe brug”, zei schepen van Mobiliteit Koen Kennis (N-VA) op de voorstelling van de brug in 2021.

De vrees bestaat wel dat voetgangers en fietsers te veel tijd zouden verliezen voor een gesloten brug omdat er schepen langs moeten. Daarom kwam het idee naar boven van een kabelbaan over de Schelde. In verschillende landen wint deze vorm van openbaar vervoer terrein. Intendant van de Oosterweelverbinding Alexander D’Hooghe sluit zo’n optie niet uit, maar hij ziet ook nadelen. De capaciteit bij zo’n kabelbaan daalt sterk als fietsen mee mogen.

In Parijs stond de vervoersmaatschappij ook voor een keuze. Er werd gezocht naar een vlotte verbinding tussen de voorsteden Créteil en Villeneuve Saint-Georges en het Parijse metronetwerk. Verschillende opties lagen op tafel: meer bussen of een nieuwe brug. Extra trams was moeilijk, want die moesten dan over of onder snelwegen. Uiteindelijk is gekozen voor een kabelbaan of Câble 1.

1.700 reizigers

De werken beginnen volgende maand en zouden ongeveer drie jaar duren. Het gaat om een investering van 132 miljoen euro. Het traject is 4,5 kilometer lang en er zullen vijf stations zijn. Deze afstand wordt afgelegd in 17 minuten, wat de helft sneller is dan met de bus. Per cabine kunnen tien mensen zitten. Câble 1 kan 1.700 reizigers per uur vervoeren.

In de Franse stad Brest werd in 2016 al een kabelbaan van 460 meter lang in gebruik genomen. Deze infrastructuur verbindt wijken met elkaar aan weerszijde van een rivier.

Ook in België deed de kabelbaan al zijn intrede. In Namen werd recent een ‘téléphérique’ in gebruik genomen.