Direct naar artikelinhoud
InterviewMarie Wynants

Marie Wynants, vrouw van Mathieu Terryn: ‘Discussiëren ja, superhard. Maar ruzie? Nooit. Hij is een makkelijke mens om mee samen te leven’

'Of ik hem een scheve schaats zou vergeven? Ik denk: als wij het niet kunnen overleven, dan kan niemand het. Maar ik zou wel héél kwaad zijn.'Beeld Lalo+Eva

Het succes kwam uit het niets voor Mathieu Terryn (28) van Bazart. In 2016 zong iederéén plotsklaps ‘Liever snel naar de hel dan traag naar de hemel’ mee en zorgde monsterhit ‘Goud’ voor volle zalen. Met de liefde ging het op dezelfde manier: totaal onverwacht en allesoverheersend. Marie Wynants (28) heet de gelukkige: fotografe, voormalige danseres én Mathieus beste vriendin sinds mensenheugenis. ‘Hij zat in een dip. Ik wilde hem gewoon troosten.’ 

Vorig jaar in september zijn jullie getrouwd. Was het een feest met alles erop en eraan, of gooide corona roet in het eten?

Marie Wynants: “We hadden geluk: er golden op dat moment weinig maatregelen. Het feest mocht wel maar tot 2 uur duren. Vooraf vonden we dat een ramp – we wilden doorgaan tot 6 uur ’s ochtends – maar uiteindelijk lagen we zelfs al om kwart voor twee in ons bed (lacht). We waren stikkapot.

“Het was alles waarop we hadden gehoopt. Het is jammer dat je het maar één keer kunt beleven, eigenlijk zou je het een week later nog eens moeten doen, om alles ten volle te laten doordringen. Er worden zoveel mooie dingen gezegd. Het bijzonderste vond ik onze vows (geloften, red.). We weten dat we elkaar doodgraag zien, maar echt de tijd nemen om dat te verwoorden is extra speciaal.”

Jullie zijn getrouwd in Portugal.

Wynants: “We hadden eigenlijk naar Japan gewild, maar dat kon niet door corona. Geen bezwaar: Portugal was zó leuk. We zijn er na het feest nog tien dagen met vrienden gebleven, in een huisje dat we samen huurden. In plaats van een honeymoon (huwelijksreis, red.) hebben we dus eigenlijk een friendsymoon gedaan. We hebben dagenlang nagepraat en nagenoten. En die reis naar Japan komt er ooit nog wel. We willen dat combineren met Australië, en drie, vier maanden rondtrekken. Mathieu en ik zijn fervente reizigers, we hebben de luxe dat we dat kunnen combineren met onze jobs.”

Jullie verhaal lijkt wel een sprookje: jullie waren al bijna jullie hele leven beste vrienden, tot onverwacht de vonk oversloeg.

Wynants (knikt): “We hebben elkaar leren kennen toen we een jaar of 8 waren. Onze ouders hadden elkaar ontmoet tijdens een skireis, en Mathieu werd mijn eerste liefje. Na die vakantie stuurden we elkaar e-mails in van die grote Wordart-letters en kleuren (lacht). Het raakte uit, wat dat ook betekent op die leeftijd, maar we zijn altijd beste vrienden gebleven. We gingen samen op reis, we gaven elkaar advies over liefjes. Later brak hij door met Bazart en zat ik een tijdje in het buitenland om te studeren. Toen zagen we elkaar wat minder, maar nog steeds minstens één keer per week. Als vrienden, nooit meer dan dat.

“Tot een jaar of drie geleden, dus. Mathieu zat in een dip. Het ging slecht met zijn relatie. En Bazart kreeg na de enorme hype plots overal negatieve recensies. Op een avond zei hij: ‘Ik weet niet of ik nog kan zeggen dat ik gelukkig ben.’ Ik vond dat zo erg, hij is normaal gezien echt zo’n gelukkige pony, altijd blij en goedgezind. Ik stelde hem voor om een paar dagen naar Griekenland te gaan, er even tussenuit. Geen idee wat er op dat eiland is gebeurd, maar daar sloeg de vonk over. Totaal onverwacht.”

Hoe komt dat, denk je?

Wynants: “Door op te groeien. Als je ouder wordt, weet je beter wat je wilt in het leven, en wat je niet wilt. Als we vroeger samen waren gekomen, was het misschien niet gelukt.”

Was het eng om die grens van vriendschap over te steken?

Wynants: “Ik vertrouw op mijn buikgevoel, en ik voelde dat ik dit een kans móést geven. Mathieu was wel bang. ‘Ja, maar... en onze vriendschap dan?’ We moeten daar nog steeds om lachen, ik heb drie keer tegen hem moeten zeggen: ‘Komaan, let’s do it!’ Waarop hij dan: ‘Néé, ik kan het niet!’ Ik vond dat moeilijk, ik was zót verliefd op hem en hij op mij, maar ik wist dat ik hem tijd moest geven. Toen het me te lang begon te duren, nam ik bewust wat afstand. En dan stond hij er heel snel weer (lacht).

“Verliefd worden op je beste vriend: ik kan het iedereen aanraden. Mocht ik nu met iemand anders beginnen te daten, dan zou het waarschijnlijk twee jaar duren voor ik hem écht ken, en voor ik ontdek waarom we niet bij elkaar passen. Mathieu kénde ik al door en door. Wij hebben eigenlijk nooit ruzie. Discussiëren ja, superhard (lacht). Maar ruzie? Nooit. Ik moet eerlijk zeggen: Mathieu is ook wel een makkelijke mens om mee samen te leven.”

Na anderhalf jaar als koppel vroeg hij je ten huwelijk.

Wynants: “Dat lijkt snel, maar dat is ook omdat we al zo lang vrienden waren. We hoefden elkaar niet meer te ontdekken.

“Ons leven is druk en gaat, zeker op werkgebied, met ups en downs, zoals dat wel vaker het geval is bij artistieke mensen, maar bij elkaar vinden we altijd rust.”

'Mathieu is soms onzeker. Hij wilde al lang coach worden in ‘The Voice’, en nu hij gevraagd werd, begon hij toch weer te twijfelen.'Beeld Lalo+Eva

NACHTRAAF

Jullie zijn ongeveer tegelijkertijd doorgebroken, toch?

Wynants: “Bij Mathieu was dat veel intenser, hij was plots overal met ‘Goud’. Bij mezelf kan ik er niet zo precies de vinger opleggen. Ik denk dat ik vooral ben meegegroeid met de artiesten die ik shoot.”

Dat zijn klinkende namen als Bazart, Oscar and the Wolf en Charlotte de Witte.

Wynants: “We zijn allemaal vrienden. Max (Colombie, frontman van Oscar and the Wolf, red.) ken ik al heel lang. Hij zat in 2005 samen met Mathieu in Eurosong for Kids, zij zijn daar bevriend geraakt. Trouwens, via Max heeft Mathieu Simon (Nuytten, gitarist bij Bazart, red.) en Oliver (Symons, toetsenist bij Bazart, red.) leren kennen.

“Max heeft een tijdje bij mij gewoond toen ik in Brussel fotografie studeerde. Hij werkte in een callcenter, maar was al met muziek bezig, en als hij foto’s nodig had, maakte ik die. Charlotte heb ik wat later leren kennen, toen ik een jaar of 20 was. Zij speelt intussen op wereldniveau tussen de allergrootste dj’s. Ik vind het tof om te zien waar we allemaal al geraakt zijn.”

Hoe ben jij ertoe gekomen om fotografie te studeren?

Wynants: “Bijna toevallig. In het middelbaar volgde ik dans aan de kunsthumaniora. Het plan was om daarna naar P.A.R.T.S. te gaan, de dansschool van Anne Teresa De Keersmaeker. Maar daarvoor kun je maar om de twee jaar auditie doen, en het jaar waarin ik afstudeerde, was er geen. Dus ging ik fotografie studeren. Geen idee waarom, ik had niet eens een fototoestel. Ik dacht er niet bij na, in mijn hoofd was het gewoon om dat jaar te overbruggen, tot die auditie. Maar ik raakte volledig verknocht aan fotografie.”

Dans je nu nog?

Wynants: “Nee, ik ben er na het zesde middelbaar vrij snel mee gestopt. Ik had in mijn vrije tijd naar een amateurschool kunnen gaan, maar daar was ik te kritisch voor. Ik had een grondige training gekregen, en ik ergerde me aan de leerkrachten in die scholen. Een beetje pretentieus, eigenlijk. Maar ik heb het nooit gemist. Het dansen komt wel terug in mijn beelden. Het is mijn grootste inspiratiebron. Ik fotografeer graag lichamen en als het kan, werk ik daarvoor altijd samen met danseressen. Zij kunnen op een andere manier met hun lichaam omgaan, ze hebben een betere kennis van hoe een lichaam beweegt.”

Hoe kwam je er destijds bij om in het middelbaar een dansopleiding te volgen?

Wynants: “Ik zat in de Sint-Bavohumaniora in Gent, een strenge uniformschool. Echt gelukkig was ik daar niet. Op een dag las ik iets over een dansopleiding, en ik was meteen enthousiast. Mijn ouders waren dat minder, maar ze lieten me toch auditie doen. Volgens mij dachten ze dat ik toch nooit door het ingangsexamen zou raken (lacht). Maar na drie dagen auditie waren er 2 van de 33 geslaagd: ik was één van die twee. Dan konden mijn ouders niets anders meer dan me te laten gaan.”

“Het was wel zwaar: we moesten voortdurend trainen, we hadden geen vrije woensdagmiddag, geen kerstvakantie, geen paasvakantie, we mochten niet gaan skiën… We stonden meer dan de helft van de dag voor de spiegel en kregen constant evaluaties over ons lichaam en onze bewegingen, wat heftig is op die leeftijd. Ik heb er meisjes aan onderdoor zien gaan, maar ik kon het goed aan. Vooral omdat ik een goed thuisfront had, denk ik. Ik kon in het weekend alles uitzetten. Ik merkte wel dat ik me sneller ontwikkelde dan vriendinnetjes die in het Sint-Bavo waren gebleven. Dat is normaal, als je zo intensief met jezelf en je lichaam bezig bent.”

In het vijfde middelbaar ging je zelfs alleen wonen.

Wynants: “De school verhuisde en we konden niet meer op internaat. Ik weet nog dat Mathieu en zijn ouders tegen mijn ouders zeiden: ‘Je gaat haar toch niet op kot laten gaan!?’ Maar ik mocht het proberen, en het ging goed. Ik woonde samen met een klasgenootje, we kookten samen en maakten ons huiswerk. Ik ben altijd heel verantwoordelijk geweest.”

Kom je uit een artistieke familie?

Wynants: “Papa is architect en mama heeft fotografie gestudeerd. Maar ik heb mijn ouders nooit als artistiek beschouwd. Papa werkte meestal aan stedenbouwkundige projecten en mama heeft altijd voor ons gezorgd – ik heb haar nooit met een camera in de hand gezien. Mijn zus is psychiatrisch verpleegkundige. Ik ben de enige met een artistiek beroep. Volgens mijn ouders was het wel van jongs af duidelijk dat ik anders was. Ik was luid en extravert, terwijl mijn zus heel ingetogen was. Ik denk dat ze daar misschien wel van heeft afgezien. Nu, zelf zegt ze dat het oké was, hoewel ik inderdaad nogal aanwezig was (lacht).”

Was dat een soort onrust die uit je lijf moest?

Wynants: “Ik ben geen rustig type, nee. Ik ben ook een superslechte slaper, daar sukkel ik volgens mijn mama al mee van toen ik een baby was. En hoe ouder ik word, hoe slechter het gaat. Ik lig van alles wakker: maak ik de juiste keuze, moet ik die stap wel zetten... Ik heb twee epilepsieaanvallen gehad in een periode waarin ik weinig sliep. Het is dus iets waar ik rekening mee moet houden.

“Op dit moment heb ik er minder last van, vooral omdat ik mee op het ritme van Mathieu leef. Regelmaat doet me goed, merk ik, hoewel ik geneigd ben om níét in een routine te leven. Ik heb graag dat al mijn dagen er anders uitzien. Ik ben ook een nachtraaf. Ik werk graag laat door, en als Mathieu weg is, zit ik makkelijk tot één of twee uur ’s nachts te werken. Daarna kijk ik nog wat tv, en om drie of vier uur ga ik slapen. ’s Ochtends ben ik zelden vóór 10 uur op. Erg, hè? Ik schaam me soms als ik tegen vrienden zeg dat ik nog maar net wakker ben. Ik voel me dan zo’n luierik, terwijl ik echt superveel werk, alleen niet op de uren die door de maatschappij worden voorgeschreven.”

Dat belooft als er ooit kinderen komen.

Wynants (lacht): “Mathieu is een ochtendmens. We hebben al afgesproken dat hij de ochtenden doet en ik de avonden.

“Het is mijn bioritme, denk ik. Ik heb het geluk dat ik mijn job kan uitoefenen op de momenten waarop ik dat zelf wil. Ik ben niet gebonden aan werkuren, behalve voor de shoots. Ik moet mijn ouders bedanken: zij hebben me nooit opgelegd om na te denken over wat ik later wilde doen, ik mocht kiezen wat ik wilde. Daardoor durf ik nog steeds mijn buikgevoel te volgen zonder ver vooruit te denken. Hadden zij me ingepeperd om te kiezen voor zekerheid, dan was ik wellicht niet voor fotografie gegaan. Het is absoluut geen vak met zekerheid, ik zie veel mensen die het met iets anders moeten combineren om rond te komen.”

DOORZAKKEN

Had je tijdens je studie al door dat je talent hebt?

Wynants: “Bij lange niet. Als ik de foto’s bekijk die ik toen maakte: vreselijk. Het leuke was wel dat we verschillende dingen mochten proberen. Ik ontdekte bijvoorbeeld snel dat documentairefotografie me niet ligt. Stuur mij niet naar Afghanistan om de oorlog in beeld te brengen, dat kan ik niet. Ik ben goed in dingen mooier maken. Ik hou van Photoshop en van beelden er anders doen uitzien dan de realiteit. Blauwe lucht oranje maken, zulke dingen. Ik hou van schoonheid, van lichamen en esthetiek.

“Na mijn bachelor heb ik me ingeschreven voor een master, maar die was zeer conceptueel: ik moest een thesis schrijven en onderzoek doen. Intussen had ik mijn eerste opdracht op zak, voor Delvaux, en was ik aan het shooten voor Max en andere artiesten, dus die master heb ik niet afgewerkt. Ik heb er nooit spijt van gehad, die opleiding bracht me niks bij. Ik heb ook nooit de intentie gehad om beeldend kunstenaar te worden. Mijn werk is vluchtiger, ik hou daarvan.”

Je hebt ook al videoclips voor Bazart en Oscar and the Wolf gemaakt.

Wynants: “Aargh, bewegend beeld, I hate it. Dat is zo’n moeilijk medium. Ik ben fotografie gewend: één beeld en klaar. Video betekent zovéél beelden en mijn eisen liggen zo hoog, dat het een slopend proces is. Ik blijf clips maken, omdat het zo’n fijn gevoel is als ze klaar zijn, maar het zijn telkens héél pittige dagen. Weet je wat het ook is: in de fotografie heb ik alles zelf in de hand. Bij film heb je een grote set, acteurs en een regisseur. Ik moet de controle loslaten, en daar heb ik het moeilijk mee.”

Ben je een controlefreak?

Wynants: “Zo zou ik het niet noemen. Ik vind het niet moeilijk om dingen uit handen te geven, op voorwaarde dat ik begrijp wat er gebeurt en dat ik kan zeggen hoe het moet. Ik heb bijvoorbeeld een lichtassistent. Ik kan mijn eigen licht opzetten, maar dat duurt een uur, bij hem een kwartiertje. Dus laat ik het graag aan hem over, maar ik ben wel degene die zegt: het moet zo en zo.”

Ben je een perfectionist?

Wynants: “In mijn werk wel. Daarbuiten niet, hoewel Mathieu dat zal tegenspreken. Hij wordt er soms gek van. Als ik een idee heb over hoe de tafel gedekt moet zijn, bijvoorbeeld, dan moet het zo. Maar ik heb niet het gevoel dat het mij beperkt. Ik kan makkelijk dingen loslaten. Verandert er last minute iets, dan denk ik: komt goed. Ik denk ook niet dat ik in het milieu bekendsta als iemand met wie het onmogelijk is om samen te werken, ik ben geen onhandelbare tiran. Hoop ik (lacht).”

Heb je een uitlaatklep?

Wynants: “Ik sport veel, hoewel ik daarin nogal zwart-wit ben. Alles of niks. Met eten is dat ook zo. Ik leef samen met de grootste bourgondiër ever, dus eten speelt een grote rol in ons leven. Mensen vragen zich vaak af hoe het kan dat Mathieu nog geen tientonner is. Onze truc is: thuis houden we het gezond, en als we op restaurant gaan, en dat gebeurt vaak, kijken we er niet naar.”

Duik je graag in het nachtleven?

Wynants: “Vroeger gingen we veel uit, maar dat is een pak minder geworden. Doorzakken tot zes of zeven uur ’s ochtends, dat is lang geleden. Je kunt je dat niet meer permitteren zodra je werkt. Voor Nieuwjaar hadden we het nog eens gepland: stevig uitgaan met de hele bende en dan twee dagen in bed liggen met een kater, maar daar stak corona een stokje tussen.”

Zou dat nog kunnen, denk je, ongestoord uitgaan? Zou Mathieu niet de hele tijd herkend en aangesproken worden?

Wynants: “Wij feesten meestal bij vrienden thuis. Maar hij vindt het niet erg als iemand hem aanspreekt, hij is een people person. Mensen zijn ook altijd beleefd, het is hier Amerika niet.”

Op Instagram postte hij een foto van zijn eerste nieuwjaarsbrief van dit jaar, zoals hij het noemde. Iemand gebruikte onder andere de woorden ‘kakken’, ‘mijn gat’ en ‘maandstonden’ om uit te drukken hoe hij over Bazart denkt.

Wynants: “Dat hoort erbij. Iedereen die bekend is, krijgt daarmee te maken. Hij trekt zich niks aan van zulke reacties. Negatieve recensies raken hem wel, toch van magazines die ertoe doen. Maar ook daarin staat hij sterker dan vroeger. Zijn weg naar boven is supersnel gegaan: hij was piepjong, maakte muziek naast zijn studie en ineens – báf – ontplofte het en was Bazart overal. Hij is erin gesmeten. Intussen weet hij hoe het werkt. Ik heb ook het gevoel dat ze nu, met hun derde plaat Onderweg, staan waar ze willen staan. Ik geloof elk nummer op die plaat.”

‘Mathieu is de grootste bourgondiër ever. Mensen vragen zich af hoe het kan dat Mathieu nog geen tientonner is. Onze truc is: thuis houden we het gezond, en als we op restaurant gaan, laten we ons gaan.'Beeld Lalo+Eva

ROSÉ IN BLIK

Na de release van 2, de tweede plaat van Bazart, zei Mathieu in Humo: ‘Blijkbaar kan ik enkel in mijn lyrics over mijn gevoelens praten.’ Vraag jij hem soms om ergens niet over te schrijven, omdat het te persoonlijk is?

Wynants: “Nooit. Hij heeft ook niet graag dat ik vooraf zijn teksten lees, dat is zijn domein. Ik maak me daar geen zorgen over. Ze zijn heel poëtisch, iedereen kan ze anders interpreteren. Sowieso schrijft hij vrij donker, de happy songs vindt hij moeilijker. Bij veel artiesten is dat zo.

“Ik kan daar jaloers op zijn: iemand die zich zo goed kan uitdrukken met woorden. Ik ben slecht met taal. Ik schrijf dt-fouten en ik haal alle spreekwoorden door elkaar. Ik wist dat niet, maar Mathieu hield al een tijdje al mijn versprekingen bij in een boekje, en op onze trouw heeft hij die voorgelezen. ‘Glitter en maneschijn’, zulke dingen zeg ik dus blijkbaar (lacht).”

Neem gerust wraak: wat zijn zijn kleine kantjes?

Wynants: “Mathieu is de beste ziel die ik ken. Echt waar, mochten de mensen meer zijn zoals hij, dan was de wereld een betere plek. Hij kent geen wrok, hij doet moeite voor iedereen. Als ik toch iets moet zeggen: misschien is hij te onzeker. Neem nu The Voice, waarin hij volgend seizoen coach is (de opnames lopen en komen wellicht in het najaar op tv, red.). Hij wilde dat al lang doen, het is ook echt iets voor hem, en toch twijfelde hij. Gewoon omdat een deel van de muzieksector zich hardop afvraagt of zulke projecten wel een goed idee zijn. Hij kijkt in die zin op naar Nederlandse artiesten. Die doen wat ze willen. Eerst een reclamespot voor Lidl en dan een ernstig boek schrijven? Geen probleem. Hij zou dat ook meer moeten doen.

“Mathieu is ook slecht in dingen afwerken. Als hij de afwas doet, laat hij gegarandeerd drie borden staan. Halverwege begint hij aan iets anders. Maar ach, als het dat maar is. Dat is makkelijk te vergeven.”

Stel dat hij een scheve schaats rijdt: zou je hem dat ook vergeven?

Wynants: “We hebben het daar al over gehad. Ik vind het moeilijk om er iets over te zeggen. Wij zijn jong en net getrouwd, het is totaal niet aan de orde. Ik denk dat je me de vraag over twintig jaar nog eens moet stellen. Ik geloof wel dat een koppel door verschillende fases gaat, en dat het niet altijd even makkelijk is. Wat als er net dan een verleiding op je pad komt? Dat kan gevaarlijk zijn.

“Ik ken veel koppels waarbij een misstap is begaan, en of je zoiets overleeft, hangt af van hoe sterk de relatie is. Dan denk ik: als Mathieu en ik dat niet kunnen, dan kan niemand het – al zou ik voor de duidelijkheid wel héél kwaad zijn.”

Hoe hebben jullie de coronacrisis tot nu toe beleefd? De cultuursector heeft het niet makkelijk gehad.

Wynants: “Ik vond vooral de eerste lockdown heftig. Ik had net een opdracht in Brazilië toen alles stilviel. De winkels draaiden geen omzet, er was geen budget voor campagnes meer. Ik vond dat héél akelig. Ik lag nachtenlang te piekeren: wat ga ik doen, hoe ga ik dit redden, wat als ik mijn rekeningen niet meer kan betalen? Mathieu ging er veel beter mee om. Bij hem lag ook alles stil, maar hij is meteen in actie geschoten en lanceerde zijn kookboek Croquestar. En hij bracht roséwijn in blik op de markt: Plus One Rosé. Voor de grap, maar die twee zaken hebben het schitterend gedaan.

“Intussen kijk ik met een positief gevoel op die periode terug. Door even op de rem te gaan staan heb ik kunnen nadenken over wat ik wel en niet wil doen. Ik wil het komende jaar bijvoorbeeld meer tijd vrijmaken voor stillevens. En ik merk dat de opdrachten weer binnenstromen: het is superdruk.”

Was je bang dat je ziek zou worden?

Wynants: “Iedereen toch, nee? Maar eigenlijk ben ik vooral bang om ouder te worden. Nu nog niet, maar ik weet wel al dat ik het over een paar jaar lastig zal hebben.”

Waar ben je dan zo bang voor? Om je schoonheid te verliezen?

Wynants: “Ook. Ik leef natuurlijk in een wereld van schoonheid en esthetiek. Maar ook om bijvoorbeeld over kinderen te moeten beslissen. In onze vriendengroep is er een babyboom aan de gang, en I love die baby’s, maar zelf voel ik niks tikken. We hebben nog wel tijd, maar er komt een moment dat we eraan moeten beginnen, en ik heb niet het gevoel dat we het tegen dan minder druk zullen hebben. Dat baart me zorgen. We kunnen toch niet zonder kinderen blijven? Iedereen zegt dat het vanzelf komt, dat je ineens toch kinderen wilt, maar wat als ik daar pas op mijn 45ste klaar voor ben?”

Tot slot: wat zijn je plannen voor de toekomst?

Wynants: “Oei, ik vind het al moeilijk om na te denken over wat ik dit jaar nog wil bereiken. Op dit moment ligt mijn focus op meer internationaal werken, en dat zal over twintig jaar ook nog zo zijn, denk ik. Misschien wonen we tegen dan in het buitenland, of zijn we veel aan het reizen. Dat hebben we allebei hard nodig, even uit ons leven stappen. Dat zal niet gauw veranderen.

“Mocht je de vraag aan Mathieu stellen, dan zou hij zijn tv-carrière meer willen uitbouwen en ooit een eigen programma maken, iets over eten of zo. Muziek zal altijd zijn prioriteit zijn, maar mocht hij dat kunnen combineren met tv, dan zou hij volgens mij supergelukkig zijn.”

Zouden de media iets voor jou zijn?

Wynants: “Ik denk het niet. Op tv moet je goed en snel kunnen communiceren, en dat kan ik niet. Tenzij ik mag praten over dingen waar ik goed in ben. Een programma over fotografie: dat zou ik wel zien zitten.”

En muziek? Zingen bij Bazart?

Wynants: “O, nee. Ik heb géén muzikale aanleg. Ik heb even gedrumd en dat vond ik tof, maar ik heb absoluut geen zangtalent. Dat kan ik Bazart niet aandoen (lacht).”

© Humo