Direct naar artikelinhoud
ReportageFrankrijk

Na dertig jaar heeft Nestlé Vittel haast leeggepompt. ‘Maar als ze nu vertrekken, is ons dorp definitief dood’

Inwoners verzamelen zich met plastic Vittel-flessen voor de dorpspomp, de enige waterbron die nog direct voor hen toegankelijk is.Beeld Elisa Maenhout

In dertig jaar heeft Nestlé Vittel haast leeggepompt. Toch kijken de inwoners argwanend naar het echtpaar dat het opneemt tegen de multinational. Want met de bottelaar verdwijnt ook het leven uit het dorp in de Vogezen.

Eigenlijk waren ze gekomen voor het vogelspotten. Toen de moeder van Renée Lise Rothiot overleed en haar een huis naliet in de Vogezen, besloot ze met haar man Bernard Schmitt Parijs te verruilen voor Vittel, het dorp van haar jeugd. Geen flauw benul hadden ze van wat zich in het dorp afspeelde. Zoals eigenlijk niemand in Vittel een flauw benul had – de Zwitserse multinational Nestlé en het gemeentebestuur buiten beschouwing gelaten.

Nu hangt een deel van hun woning vol zelfgeschilderde protestborden, naast een levensgroot kunstwerk op doek dat ze kregen van Algonquin-indianen uit Ontario. Met hun collega-activisten aan de andere kant van de oceaan voeren ze dezelfde strijd: de zeggenschap over het water heroveren op Nestlé. Het is de bron waaraan Vittel zijn rijkdom ontleent, maar die dreigt het dorp te verliezen aan de multinational die miljarden verdient door het mineraalwater op te pompen en in plastic flessen over de halve wereld te verkopen.

Vorige week maakte Nestlé bekend het watermerk Vittel niet langer te verkopen in Duitsland en Oostenrijk, een belangrijke afzetmarkt. Nestlé wil zich voortaan richten op premium merken als San Pellegrino en Acqua Panna, zo luidde de uitleg. Maar activisten als Rothiot en Schmitt wijzen op iets anders: de toenemende kritiek op het bedrijf, dat de bronnen in Vittel dreigt leeg te pompen. 

Sinds Nestlé zich in 1992 in Vittel vestigde, pompt het jaarlijks bijna een miljoen kubieke meter water op uit de bron waar de dorpelingen hun kraanwater vandaan halen. Een tempo dat de jaarlijkse regenval niet kan bijhouden. Het grondwaterpeil daalt elk jaar met 30 centimeter en dat leidt tot toenemende druk op de watervoorziening in Vittel. “Als we zo doorgaan, is die bron in 2040 verdwenen”, zegt Schmitt. De terugtrekking van Nestlé uit Duitsland en Oostenrijk is volgens hem allerminst een morele zet. “Toen daar bekend werd dat voor hun plastic flesjes water hier een dorp wordt drooggelegd, heeft dat een grote schok veroorzaakt.”

Hallucinant voorstel

Voor het echtpaar Rothiot en Schmitt kwam de schok een paar jaar eerder, kort nadat ze zich in Vittel hadden gevestigd. Schmitt werd gevraagd voor de lokale watercommissie, ingesteld om de problemen met het dalende waterpeil aan te pakken. “Bij mijn eerste vergadering presenteerden ze een hallucinant voorstel”, vertelt hij. “Het idee was een pijpleiding aan te leggen vanuit een dorp 10 kilometer verderop om de inwoners van water te blijven voorzien. Zo kon Nestlé het water in Vittel zelf blijven oppompen. Ethisch onacceptabel!”

Het werd een keerpunt in het leven van de twee pensionado’s. Wat was er aan de hand in Vittel? Vanaf dat moment wilden ze alles te weten komen over de waterstand, de rol van Nestlé en de greep van het bedrijf op het dorp. “De problemen waren al in de jaren negentig bij Nestlé bekend”, zegt Rothiot. “Pas na druk uit de gemeenschap beloofden ze de waterwinning terug te schroeven. En bovendien mogen ze nu ook water onttrekken uit andere bronnen in Vittel; we hebben geen idee in welke staat die nu verkeren.”

Vittel was een van de voorbeelden uit een alarmerend rapport van het Franse parlement dat afgelopen zomer verscheen, over toenemende waterschaarste en conflict door commerciële exploitatie. Daarin werd bevestigd dat het waterpeil in de bron ongewoon laag staat en dat duidelijke gegevens ontbreken. 

Samen begonnen Rothiot en Schmitt een collectief met natuur-, milieu- en consumentenverenigingen in Vittel, verenigingen die ze deels zelf hebben opgericht. “We wilden de consumentenbelangen een aparte plek geven, los van het milieu”, legt Schmitt uit. 

Hij leidt het actieforum Eau88, dat zich vooral op woordvoering in de media richt, zijn vrouw bestuurt L’eau qui mord, dat publicaties en onderzoeken deelt. De afgelopen jaren bezochten ze conferenties, legden ze contact met collega-actievoerders wereldwijd die eveneens tegen Nestlé strijden, en wisten ze verschillende schandalen rond het bedrijf onder de aandacht te brengen bij internationale media. 

Zo maakte de Frans-Duitse televisiezender Arte eind 2021 een documentaire over de plasticvervuiling. Na de uitzending kondigde supermarktketen Lidl aan de Vittel-waterflesjes uit het assortiment te weren. 

Dorpspomp

Maar daags na de aangekondigde terugtrekking van Nestlé uit Duitsland en Oostenrijk is van een overwinningsroes allerminst sprake in Vittel. In het hart van het dorp verzamelen inwoners zich met plastic Vittel-flessen voor de dorpspomp, de enige waterbron in het dorp die nog direct voor hen toegankelijk is. Op gezette tijden is het hier spitsuur: in de ochtend, na het rondje langs de bakker, en in de avond, tussen werk en avondeten in. Hier stroomt onophoudelijk het ijskoude water van de source impériale. Anders dan het flessenwater is het gratis, en anders dan het kraanwater thuis is er geen chloor aan toegevoegd. Aan de instructie ‘maximaal zes flessen’ laten de meesten zich weinig gelegen liggen. 

In de lokale krant Vosges Matin is het die ochtend nog eens bevestigd: de terugtrekking uit Duitsland betekent het verlies van 150 banen in Vittel. “Een groot verdriet, met grote gevolgen voor onze toekomst”, zegt een oudere man terwijl hij bibberend zijn flessen schoonspoelt. Vroeger, toen hij jong was, werkte hij zelf bij het waterbedrijf, toen nog in handen van de familie Bouloumié. “We gingen lachend naar het werk en kwamen zingend weer naar buiten. Maar die tijd van euforie ligt achter ons. De laatste grote baas van familie Bouloumié is tien dagen geleden gestorven.”

In de rij aan de dorpspomp praten ze zacht en kijken ze om naar wie er verder in de rij staat. Banenverlies is een ramp voor een dorp dat toch al stervende is.Beeld Elisa Maenhout

Zijn naam wil hij, net als de meeste mensen hier, niet vertellen – want wat weten wij nu, straks schop ik iemand tegen de schenen. “Vraag het de mensen die er werken”, zeggen ze, “of die hier zijn geboren; ik woon hier pas veertig jaar.” Ze praten zacht, kijken om naar wie er verder in de rij staat. Het banenverlies is een ramp voor een dorp dat toch al stervende is, waar hun kinderen niet willen wonen. Dat het water op zou raken, lijkt ze ‘bizar’ en ‘onvoorstelbaar’: “Kijk hoe het hier achter ons stroomt.”

Als een enkeling zich hardop afvraagt hoelang het dorp nog water zal hebben, wappert een man achter hem opzichtig met zijn handen, alsof hij de onzin uit de lucht moet slaan. Die enkeling is ‘Gerard S’. “Ik zat bij de gele hesjes”, voegt hij er vrijwel onmiddellijk aan toe. “Het is heel triest voor wie bij Nestlé werkt. Dat bedrijf pakt alles wat ze pakken kunnen.”

Marokkaanse sultan

En er is al zoveel verloren gegaan. Ooit was deze plek in de Vogezen een boerendorp van wereldformaat. Het was de tijd waarin Marokko nog een sultan had, dol op Rolls-Royces, net als op badderen in het heilzame water van kuuroord Vittel. De bourgeoisie uit Franse koloniën kwam hier ontspannen in stijlvolle baden en hotels, gebouwd in art-decostijl door beroemde architecten uit Parijs. 

Internationale allure waaraan hard gewerkt was door generaties van de familie Bouloumié, die in de 19de eeuw in Vittel neerstreek op doktersadvies. Naast de thermaalbaden kwam er een casino, een golfbaan, een paardenrenbaan – én het water werd gebotteld, zodat gasten hun kuur thuis konden afmaken.

Het is die grandeur waar Nestlé, dat het familiebedrijf in 1992 opkocht, nog altijd de vruchten van plukt met de merknaam Vittel. “Maar het enige waarin ze geïnteresseerd zijn, is het flessenwater”, zegt Rothiot. “Al het andere hebben ze van de hand gedaan. Ze gaven niets om het erfgoed en de cultuur rond de thermen.”

Nog altijd is Nestlé een belangrijke werkgever in het dorp, waar de meeste jongeren vertrekken vanwege het gebrek aan mogelijkheden. Het activistische echtpaar begrijpt de vrees van hun dorpsgenoten om het banenverlies goed. Maar, zeggen ze, in de jaren zeventig bood Bouloumié nog ruim 4.500 werkplekken. Enkele decennia en vele ontslagrondes later zijn er daarvan nog maar iets meer dan 900 over. Er waren al nieuwe inkrimpingen voorzien, en met het laatste nieuws van 150 extra geschrapte posten blijven er naar schatting nog 600 banen over.

“Er heerst een omerta”, zegt Rothiot. “De levensstandaard gaat achteruit door Nestlé, maar mensen zijn er ook van afhankelijk.” “Wij zijn min of meer de enigen die in verzet komen”, vult Schmitt aan. “Toen de pijpleiding werd voorgesteld, was dat nog anders en spraken mensen zich uit. Maar iedereen die dat durfde, is onder druk gezet. ‘Als jullie hiermee doorgaan, kan je familie ontslag verwachten’, krijgen ze te horen. Sommige vrienden weigeren met ons een glas te drinken op het terras. Ze hebben familie bij Nestlé en ze worden liever niet met ons gezien.”

Aan de dorpspomp klinkt het anders. “Ik ben geen geoloog, dus of het water opraakt weet ik niet”, zegt een lange man die in de rij staat voor het water. “Maar wat ik zeker weet: als Schmitt zijn strijd tegen Nestlé wint, is Vittel definitief dood.”