Direct naar artikelinhoud
ReportageHongarije

Deze Hongaarse burgemeester hoopt premier Orbán van de troon te stoten: ‘De duivel is beter dan wie er nu zit’

Péter Márki-Zay boekt eerder succes tegen Orbáns partij. In 2018 werd hij bij een tussentijdse verkiezing verkozen tot burgemeester van zijn geboorteplaats Hódmezövásárhely.Beeld Akos Stiller

In het Hongaarse stadje Hódmezövásárhely wist burgemeester Péter Márki-Zay al eens de macht van Orbáns partij Fidesz te breken. Nu hoopt hij de verenigde oppositie op 3 april naar een verkiezingszege te leiden.

“We zitten in een put. En we moeten uit die put.” Op deze uitsmijter van Péter Márki-Zay volgt applaus in het dorpshuis van Algyö. De 49-jarige oppositieleider, door een lokale campagnevoerder enthousiast aangekondigd als “de volgende premier van Hongarije”, heeft een klein uur beheerst maar resoluut uitgelegd wat er misgaat in Hongarije. Puntsgewijs gaat hij de ellende af waaronder de Hongaren gebukt gaan: grootschalige corruptie, gierende inflatie en buitenproportionele coronasterfte. Boosdoener is volgens hem de huidige premier Viktor Orbán, die nu twaalf jaar aan de macht is. “Iedereen is beter af zonder Orbán! Laten we in een vrij Hongarije leven.”

De kleinschalige bijeenkomst, waar deze doordeweekse avond zo’n honderd overwegend grijzende omwonenden op afkomen, is een voorproefje op de campagne die dit weekend officieel van start ging. Op 3 april kiezen de Hongaren een nieuwe regering en bepalen ze of premier Viktor Orbán nog eens vier jaar regeert. Dezelfde premier die Hongarije sinds zijn grote verkiezingszege in 2010 verandert in een ‘illiberale democratie’, de rechtsstaat afbreekt en de verhoudingen met de EU op scherp zet. En dezelfde premier die met zijn partij Fidesz onverminderd populair blijft bij een deel van de Hongaren. 

Márki-Zay, een diepgelovige katholiek en vader van zeven kinderen, wil dat veranderen. Sinds oktober trekt hij de kar van de Hongaarse oppositie. Zes oppositiepartijen, die beseften dat ze Orbán niet alleen kunnen verslaan, zetten hun onderlinge verschillen tijdelijk opzij en selecteerden voor elk kiesdistrict één gezamenlijke kandidaat. Met twee voorverkiezingen waarbij zo’n 850.000 Hongaren stemden, werd politieke outsider Márki-Zay gekozen als oppositieleider.

Met de conservatieve Márki-Zay meent de oppositie een goede troef in handen te hebben. Hij is een aantrekkelijke optie voor kiezers buiten de progressieve hoofdstad. En Hongaarse verkiezingen worden nu eenmaal beslist op het conservatieve platteland, waar de steun voor Fidesz groot is. Márki-Zay boekte bovendien eerder succes tegen Orbáns partij. In 2018 werd hij bij een tussentijdse verkiezing verkozen tot burgemeester van zijn geboorteplaats Hódmezövásárhely, op een steenworp afstand van het zaaltje in Algyö. De stad met 40.000 inwoners gold sinds de val van het communisme als een bastion van Fidesz.

‘Alles beter dan Orbán’

Zo baanbrekend als Márki-Zays verkiezing tot burgemeester destijds was, zo rustig is het ’s winters in de straten van Hódmezövásárhely. Fietsen is populair in de uitgestrekte gemeente, tegen de gure wind in trappen de inwoners langs een groot plastic hart en witte letters die ‘Vásárhely’ spellen: zo noemen ze het stadje als ze zich de helft van de lettergrepen willen besparen. Op het centrale plein ligt te midden van oude Habsburgse gebouwen een ijsbaan waar niemand schaatst. Bij de lokale groenteboer worden vragen over de burgemeester niet op prijs gesteld. “Geen politiek in mijn winkel.”

In een café buiten het centrum, tussen de woonblokken uit de communistische tijd, zijn de tongen wat losser. Zoltán Eöry drinkt een kop koffie en een glaasje fruitsap terwijl hij zich obsessief door een stapeltje krasloten werkt. Op de vraag of zijn burgemeester een goede premier zou zijn, bedient de 55-jarige makelaar zich van een Hongaarse uitdrukking: “De duivel met een hoefijzer is beter dan wie er nu zit”, oftewel: alles beter dan Orbán. 

In Hódmezövásárhely heeft Márki-Zay een en ander bereikt, zo verminderde hij de schuldenberg die de vorige burgemeester achterliet. Maar of hij landelijk verandering kan brengen, weet Eöry niet. “Hij maakt een kleine kans om te winnen. En dan? De economie blijft in de handen van Orbán. Hoe kun je dan het land runnen?”

Márki-Zay is zelf de eerste die toegeeft dat van Orbán winnen een hels karwei is. “Oh, het wordt heel moeilijk, zoveel is zeker.” Hij oogt ontspannen in de antieke fauteuil in zijn burgemeestersvertrek. Ook als hij opsomt hoe Orbán de verkiezingen naar zijn hand zet: lastercampagnes die breed worden uitgemeten door het media-imperium van de regering, de haast oneindige hoeveelheid financiële middelen van de zittende macht, nieuwe wetgeving rondom kiezersregistratie die volgens bezorgde deskundigen de deur op een kier zet voor stemfraude. “Zo kan ik nog wel even doorgaan.” Márki-Zay spreekt feitelijk en rustig, waardoor hij soms meer wegheeft van een nieuwslezer dan van een politicus.

Maar schijn bedriegt, zijn ambities voor Hongarije zijn groot. “We hebben een regimewisseling nodig.” Orbán plaatste afgelopen jaren loyalisten op sleutelposities in het staatsbestel. Zijn controle over de instituties en de Hongaarse economie blijft mogelijk groot, zelfs als hij de verkiezingen verliest. En een nieuwe regering erft een wirwar aan wetten die alleen met een tweederdemeerderheid ongedaan kunnen worden gemaakt. Ook daar heeft Márki-Zay iets op bedacht: een referendum over een nieuwe grondwet die in één klap een groot stuk van Orbáns erfenis ongedaan maakt. Dat is noodzakelijk, zegt Márki-Zay. “Anders kunnen wij wel regeren, maar zal Orbán heersen.”

Corruptiebestrijding

Op zijn jas heeft Márki-Zay een donkerblauw lintje gespeld: zijn symbool voor politieke verantwoordelijkheid en corruptiebestrijding. De strijd tegen nepotisme en corruptie, die afgelopen twaalf jaar een schrikbarende omvang bereikten (Hongarije zakt ieder jaar verder op de corruptie-index van Transparency International), loopt als een rode draad door zijn jonge politieke carrière. Op de achtergrond van zijn verkiezing tot burgemeester speelde een fraudeschandaal. Een bedrijf waar Orbáns schoonzoon in de directie zat, kreeg de aanbesteding voor het aanleggen van straatverlichting. De Europese corruptiewaakhond OLAF ontdekte financiële malversaties. Na afloop werkte de straatverlichting ook nog eens beroerd.

“We zijn slimmer en we stelen niet”, zegt Márki-Zay graag. Als burgemeester bracht hij het begrotingstekort van de stad terug, introduceerde vrijwel gratis openbaar vervoer en het stadhuis betaalde weer de rekeningen van lokale ondernemers. Op plakzuilen in het stadscentrum hangen posters met de tekst ‘Het is ons gelukt’ en daaronder de begroting en de uiteindelijke kosten van bijvoorbeeld een speeltuin. De 42-jarige stadsgids Péter Antal, die zichzelf conservatief noemt, kreeg door Márki-Zay weer vertrouwen in de politiek. “In het begin mocht ik hem niet, ik vertrouwde geen enkele politicus. Maar hij hield zich aan zijn beloftes.” Inmiddels is Antal vrijwilliger voor de oppositiecampagne.

Péter Antal, stadsgids en campagnevrijwilliger voor de oppositie. ‘Ik vertrouwde geen enkele politicus.’Beeld Akos Stiller

Fidesz heeft een solide basis van circa 35 procent van de kiezers. Daar zit geen groei in, zegt politicoloog Andrea Virág van denktank Republikon Intézet. Maar de achterban van Orbán gaat wel trouw naar de stembus. Gedesillusioneerde en zwevende kiezers maken dus een belangrijk deel uit van het Hongaarse electoraat. Virág schat hun aantal op 25 tot 30 procent. Márki-Zay weet dit en hoopt een deel van die kiezers te overtuigen. Elke stem telt: de oppositie moet vanwege het voor haar nadelige kiesstelsel winnen met een marge van 3 à 4 procent om te kunnen regeren.

Om kiezers over te halen, gebruikt Márki-Zay, die economie studeerde, graag cijfers. Bij zijn toespraken vliegen de statistieken je om de oren, zo ook in het dorpshuis van Algyö: “Hongarije had vorig jaar het hoogste aantal coronadoden per miljoen inwoners”; “We zijn na Bulgarije het corruptste land van de EU”; “74 procent van de Hongaren leeft onder de armoedegrens van de EU.” Dat is een bewuste strategie, legt hij uit. “Het zijn de feiten. Zelfs Fidesz-stemmers kunnen die niet weerleggen.” Zelf stemde hij in 2010 nog op Fidesz, maar raakte teleurgesteld in de partij en ging oppositie voeren. Nu wil hij de ogen van andere verweesde conservatieven openen.

Corrupte dictator

Niet alle thema’s lenen zich even goed voor zijn statistische benadering. De discriminerende lgbtq+-wet waarmee Orbán afgelopen zomer veel EU-landen tegen zich in het harnas joeg, verdwijnt bijvoorbeeld naar de achtergrond. Daar heeft Márki-Zay een eigenzinnige kijk op. “Mijn bescheiden advies aan Europese politici: bekritiseer Orbán omdat hij corrupt is en van zijn eigen volk steelt. Daar kan hij zich niet tegen verdedigen.”

“Juist door hem aan te vallen vanwege de lgbtq+-wet kan hij zich neerzetten als de enige die de Hongaren kan beschermen tegen de linkse Brusselse lgbtq+-dictatuur.” Voer voor propaganda, meent Márki-Zay. “Daarom moet de discussie niet over ideologie gaan, maar over feiten. Hij doet alsof hij principes verdedigt, maar dat dient enkel als afleiding van problemen in Hongarije zoals armoede, inflatie en coronadoden. Hij is een corrupte dictator. Pak hem daarop aan, niet op zijn nepideologie.”

Dat wil niet zeggen dat de discriminatie van de lgbtq+-gemeenschap hem koud laat. “Het is een haatzaaiende en kwaadaardige wet. Die schaffen we zo snel mogelijk af.” Zijn conservatieve en religieuze overtuigingen spelen bij Márki-Zay geen politieke rol, verzekert hij. “Ik ben persoonlijk sterk tegen abortus en ook tegen echtscheiding. Maar dat betekent niet dat ik de wet wil veranderen.” De Hongaren zijn tevreden over de huidige wetgeving, daar moet je niet aan morren. “Ik houd van jazz, moet ik het land dan volbouwen met jazzcafés?” Een knipoog naar voetbalfanaat Orbán, die afgelopen jaren het ene na het andere voetbalstadion uit de grond liet stampen.

“De Hongaren die verandering willen, zijn in de meerderheid. Dat weet ik zeker”, zegt Márki-Zay na de bijeenkomst in het dorpshuis van Algyö. Sommige toehoorders knopen een praatje met hem aan, anderen gaan met hem op de foto. “Ik was vooral nieuwsgierig naar zijn persoonlijkheid”, zegt een 55-jarige boekhouder die haar naam niet wil geven (“Ik ben bang voor problemen op werk”). Ze vindt dat de publieke omroep, in handen van de regering, het beeld van Márki-Zay verdraait. En hij wordt nooit uitgenodigd voor de staatstelevisie. Ze hoopt dat de oppositie wint. “Ik weet niet of het lukt, Fidesz is zo machtig. Maar ik zou graag geloven dat het anders kan in Hongarije.”