Direct naar artikelinhoud
InterviewJean-Pascal van Ypersele

‘Mijn dossier is centimeters dik’: prof Jean-Pascal van Ypersele schaart zich achter slachtoffers grensoverschrijdend gedrag aan zijn unief

Klimatoloog Jean-Pascal van Ypersele. 'De aarde respecteren en vrouwen respecteren is voor mij van dezelfde orde.'Beeld Bob Van Mol

Omdat hij ontzet is over het seksueel grensoverschrijdend gedrag en machtsmisbruik aan zijn universiteit UCLouvain, verdedigt klimatoloog Jean-Pascal van Ypersele vandaag de slachtoffers. ‘Mijn dossier is centimeters dik. Maar dit systeem schuift de vuile was altijd weer onder de mat.’

“Ik moet dringend mijn werk voor het VN-klimaatpanel doen. Maar ik moet ook dit doen. Ik kan niet zwijgen”, zegt Jean-Pascal van Ypersele (64). In zijn bomvolle agenda had hij een kwartiertje om te reageren op onthullingen over seksueel grensoverschrijdend gedrag en machtsmisbruik aan universiteiten, waaronder ook zijn UCLouvain. Het werd anderhalf uur.

De bekende klimatoloog heeft ook lange gesprekken met slachtoffers sinds zij weten dat hij zich hun lot aantrekt. Omdat zij anoniem blijven, kan hij niet ingaan op details, maar hij toont een dik dossier. “De getuigenissen zijn sterk gefundeerd. Dit zijn geen geruchten en roddels”, zegt Van Ypersele. Sinds hij per toeval het verhaal van vrouwelijke collega’s hoorde, heeft hij de vele mails en documenten doorgenomen.

“Ik kan in zeker drie gevallen bevestigen dat er zeer erge dingen zijn gebeurd en dat de autoriteiten de slachtoffers de mond snoerden”, zegt hij. “Van een vierde verhaal verneem ik nu ook de verschrikkelijke details. In totaal heb ik weet van zo’n twaalf gevallen aan minstens zes faculteiten.”

Lees ook

‘Het zit overal’: onderzoek van De Morgen legt machtsmisbruik aan universiteiten bloot

De ‘eigen cultuur’ van hogescholen en universiteiten, niets om trots op te zijn

#MeToo aan de Vlaamse universiteiten:‘Studenten zijn vaak bang voor represailles’

Luister 

▶ Een nieuwe #metoo-golf in Vlaanderen: hoe ongewenst seksueel gedrag bij onze universiteiten aan het licht kwam

Dat ‘verschrikkelijk’ slaat zowel op de feiten als op de manier waarop de universiteit ermee is omgegaan. Het gaat, zo vertelt Van Ypersele, van misplaatste grappen over kledij en handen op de billen tot hooggeplaatsten die vrouwelijke collega’s seksuele avances maken, de keel dicht knijpen, in een gang duwen en tot kussen forceren. Ook heeft hij gehoord over pogingen tot verkrachting, al heeft hij daarover nog geen directe getuigenis. 

“Erg vaak gaat het om mannen met topposities. Zo heeft iemand met een autoriteitspositie een vrouw fysiek aangepakt. Ze diende een klacht in maar er gebeurde niets”, zegt Van Ypersele. “Meerdere vrouwen kregen te horen dat ze problemen zouden krijgen als ze klacht zouden indienen, onder andere omdat de beschuldigde vanuit zijn positie familieleden kan fnuiken in hun studies of carrière.”

Hij wijst ook op sabotage, waarbij een professor bijvoorbeeld de naam van een succesvolle vrouwelijke collega op een fondsenaanvraag zet om zo meer kans te maken zonder haar in te lichten. Waarop de fondsen alleen naar de professor gaan. Of waarbij mannen bevoordeeld worden bij de verdeling van onderzoeksmateriaal.

Zeer zorgwekkend vindt de befaamde klimatoloog het patroon dat hij steeds weer ontwaart: machtige mannen worden beschermd, slachtoffers worden aangemaand tot kalmte en stilte, soms zelfs tot een cursus ‘emoties leren beheersen’.

“Nooit komen er sancties die naam waardig. Zo is de man die een vrouw tot kussen forceerde daarna decaan geworden”, zegt Van Ypersele. “De vrouw die ik net sprak schreef ten einde raad de rector aan met haar pagina’s lange getuigenis. Zijn antwoord? ‘Moet ik hier iets mee doen?’ (verontwaardigd) Dat kan toch niet? Die dame is niet lang daarna vertrokken. Wanneer zelfs de rector niet wil helpen, is het te zwaar om te blijven. Ook anderen zijn na veel ellende, tot zelfs burn-out en zelfmoordneigingen, opgestapt.”

Hij kent de namen van de beschuldigden die zonder sancties konden aanblijven, maar Van Ypersele benadrukt dat het hem niet te doen is om collega X, Y of Z aan de schandpaal te nagelen. Nee, hij wil het systeem dat potjes gedekt houdt aanklagen. 

“Dat moet stoppen. Er zijn vertrouwenspersonen en andere instanties opgericht maar blijkbaar doen zij niet onafhankelijk hun werk. En in uw krant reageert de UCLouvain nu dat de universiteit geen spoor vindt van de dossiers van machtsmisbruik, intimidatie en grensoverschrijdend gedrag. Dat is een antwoord te kwader trouw. Mocht ik ook documenten met getuigenissen en klachten die ik digitaal heb afdrukken, zou mijn dossier nog dikker zijn.”

Hij hoopt dat de raad van bestuur van de UCLouvain zich nu ‘enkele ernstige vragen stelt’. En dat er een politiek debat komt over hoe kan worden voorkomen dat universiteiten deze zaken zo makkelijk in de kiem kunnen smoren. Van Ypersele denkt aan een instantie die telkens volledig onafhankelijk optreedt. “Wij moeten echt niet bang zijn om vraagtekens te zetten bij de gezagspositie van sommigen die meededen aan de pesterijen of die een oogje dichtknepen.”

Schrik voor zijn eigen positie heeft de wetenschapper niet want hij heeft de academische top al lang bereikt en wordt binnen twee maanden 65. Dan zit zijn formele academische carrière erop. Hij is ook altijd erg bezig geweest met mensenrechten.

“En wat deze vrouwen aan de UCLouvain meemaakten is zo flagrant onrechtvaardig”, zegt hij. “Bovendien zijn hier collega’s bij betrokken. Dan moet je spreken. Jongere collega’s durven niet, maar ik heb niets te verliezen. Ik zou het mezelf niet vergeven mocht ik zwijgen. We spreken nu veel over de film Don’t Look Up als metafoor voor het feit dat de wereld de klimaatcrisis niet wil zien. Dat geldt ook voor daders, machtigen én getuigen die wegkijken van #MeToo aan de universiteit omdat dat comfortabeler is. Ik wil niet een van hen zijn.”

En er is nog een verband met klimaat. “Voor mij lijken mannen die vrouwen verpletteren, verachten en verkrachten heel erg op zij die de natuur beschouwen als gebruiksvoorwerp. De aarde respecteren en vrouwen respecteren is voor mij van dezelfde orde.”