Simulatie: Oost-Vlaanderen meest kwetsbaar bij waterbom boven Vlaanderen

Luik, op 16 juli 2021 © /

Als Vlaanderen geconfronteerd zou worden met een grote waterbom, waarbij er binnen een periode van 48 uur ca. 230 mm neerslag valt, kunnen meer dan 90.000 woningen getroffen worden en kan de totale schade oplopen tot 8,6 miljard euro. Dat blijkt uit een nieuwe simulatie die De Vlaamse Waterweg (DVW) heeft laten uitvoeren in opdracht van Vlaams minister Mobiliteit en Openbare Werken Lydia Peeters (Open VLD). Uit de nieuwe simulatie blijkt dat met name Oost-Vlaanderen uiterst kwetsbaar is.

Na de watersnood die in juli vorig jaar grote delen van Wallonië trof, liet Peeters een eerste ‘wat als-scenario’ uitwerken. Daaruit bleek in oktober dat als een vergelijkbare waterbom over heel Vlaanderen zou trekken, de schade op ongeveer 2 miljard euro moet worden geraamd en honderdduizenden mensen door het wassende water getroffen zouden worden.

Op vraag van Peeters heeft De Vlaamse Waterweg dat onderzoek verder verfijnd. De nieuwe simulatie werd uitgevoerd door het gespecialiseerde studiebureau IMDC, dat twee neerslagscenario’s in beschouwing nam voor de bevaarbare waterlopen in zeven rivierbekkens in Vlaanderen.

Waterbom

In het eerste scenario – een kleine waterbom – werd uitgegaan van een neerslaghoeveelheid van ca. 107 mm binnen periode van 48 uur, wat overeenkomt met wat het Demerbekken op 14 en 15 juli over zich heen kreeg. In het tweede scenario – een grote waterbom – zou in 48 uur tijd ca. 230 mm neerslag vallen, zoals in de Vesdervallei op 14 en 15 juli.

Telkens werd de uitgestrektheid van overstromingen in vierkante kilometer bepaald en werden het aantal getroffen woningen en de totale schade aan infrastructuur, gebouwen, akkers… in beeld gebracht.

‘Voor het neerslagscenario met 100 mm neerslag en zonder zeespiegelstijging zouden ca. 4.900 woningen getroffen worden en de totale schade zou oplopen tot 289 miljoen euro’, legt minister Peeters uit. ‘Bij een zeespiegelstijging van 60 cm stijgt het aantal getroffen woningen tot 5.300 en loopt de totale schade op tot 300 miljoen euro.

‘Voor het neerslagscenario met 230 mm neerslag en zonder zeespiegelstijging zouden ca. 86.000 woningen getroffen worden en de totale schade zou oplopen tot maar liefst 8,1 miljard euro. Bij een zeespiegelstijging van 60 cm stijgt het aantal getroffen woningen tot 90.400 en loopt de totale schade op tot 8,6 miljard euro.’

Oost-Vlaanderen

Uit de nieuwe simulatie blijkt dat met name Oost-Vlaanderen uiterst kwetsbaar is. In de Ringvaart rond Gent komt het water van Leie en Bovenschelde samen, en door de grote omvang van deze rivierbekkens kunnen zeer hoge afvoeren gegenereerd worden die grote overstromingen veroorzaken in de regio rondom Gent. In het worstcasescenario loopt de potentiële schade in Gent op tot ca. 3 miljard euro.

In hetzelfde scenario met 230 mm neerslag blijkt ook de Dendervallei kwetsbaar te zijn. De schade neemt er dan toe tot meer dan 1 miljard euro, waarbij in de gemeente Ninove de kosten oplopen tot ongeveer 0,5 miljard euro en in Liedekerke, Geraardsbergen en Denderleeuw de schade per stad of gemeente meer dan 100 miljoen euro bedraagt.

De Maas kan dan weer beschouwd worden als ‘best practice’, zo blijkt. Om ruimte voor het water te creëren werd namelijk veel onteigend in het winterbed van de Maas, de bedding die de rivier in de winter inneemt. Bij een volledige inname van het winterbed, zullen daar bij een waterbom slechts 15 woningen getroffen worden.

Volgens minister Peeters kan de Maasvallei dan ook in de rest van Vlaanderen als voorbeeld dienen voor waterbeveiliging, landschap, natuur en recreatie. Ze stipt wel aan dat de analyse zoals die voor de andere Vlaamse bekkens werd uitgevoerd, niet mogelijk was voor de Maas, omdat het overstromingsgebied van de rivier zich enkel beperkt tot het winterbed.

Aanbevelingen

Vorig jaar al stelden ministers Peeters en Zuhal Demir (N-VA), bevoegd voor Omgeving, een multidisciplinair expertenpanel samen dat moet aangeven hoe Vlaanderen zich kan wapenen tegen extreme neerslagevents. Nu uit de nieuwe studie blijkt dat die zeer veel schade kunnen aanrichten, vindt Peeters het belangrijk dat Vlaanderen zich nog beter kan voorbereiden.

‘Het multidisciplinair expertenpanel onder leiding van Henk Ovink gaat nu verder aan de slag met deze resultaten, zodat we tegen de zomer aan de slag kunnen met de eerste beleidsaanbevelingen’, besluit Peeters.

Partner Content