Direct naar artikelinhoud
InterviewMarian Mudder

Zo krijg je je angsten onder controle: ‘Luister naar je lichaam, vooral je hoofd houdt je bang’

‘Angst is jarenlang de ondertoon in mijn leven geweest, ook in mijn acteerwerk. ik was mezelf voortdurend aan het recenseren en het was nooit goed genoeg. daar word je gek van.’Beeld Joris Casaer

Tot haar vijftigste leidde ze een bibberend bestaan, maar jaren van therapie brachten actrice Marian Mudder tot nieuwe inzichten. Als auteur en zelfstandig angst- en mindfulnesscoach helpt ze nu ook anderen hun angsten in te dammen. ‘Luister naar je lichaam, vooral je hoofd houdt je bang.’

Als actrice was de Nederlandse Marian Mudder (64) te zien in populaire series als Baantjer en Goede tijden, slechte tijden. Niemand die toen opgemerkt zou hebben dat ze al die tijd trillend door het leven ging. Toch was het decennialang haar realiteit: “Ik had altijd het gevoel dat ik niet mocht bestaan, was voortdurend moe en werd door vreselijke hoofdpijnen geplaagd”, zegt Mudder, die er vandaag bijzonder levenslustig bij zit in haar woning in Amsterdam. “Het is frappant, maar ik heb nu veel meer energie dan toen ik jong was.”

Tien jaar geleden schoolde Mudder zich om tot angst- en mindfulnesscoach. Tegenwoordig runt ze een eigen praktijk waar ze zich vooral op de behandeling van angstproblematieken toelegt, en vorige maand nog publiceerde ze het zelfhulpboek Wat ik eerder had willen weten, waarin ze haar lezers naar een zorgelozer en onbevreesder leven gidst.

Ook haar eigen angsten heeft Mudder inmiddels het zwijgen weten op te leggen. “Ik noem mezelf ondertussen al zeven jaar angstvrij. Dat betekent dat ik tot even voorbij de vijftig met die angsten ben blijven worstelen. Wat ik vooral verrassend vind, is dat ik als kind helemaal niet bang was. Dat is pas later gekomen, zo rond mijn puberteit. Dat besef heeft me geholpen om te begrijpen dat die angst niet iets is wat in mij thuishoort.”

Hoe is die angst dan precies ontstaan?

“Ik ben ervan overtuigd dat mijn opvoeding er voor een groot deel mee te maken heeft. Mijn ouders waren allebei heel bange mensen. Mijn moeder maakte zich chronisch zorgen en viel geregeld flauw wanneer ze de spanning niet meer aankom. Ook mijn vader was een zorgelijk iemand, al was hij eerder een binnenvetter. Als je ouders allebei bang zijn, gaan ze die angst snel op hun kinderen projecteren. Mijn ouders hebben altijd geprobeerd me voor van alles en nog wat te beschermen, dat was hun manier van liefde tonen. Maar op een kind heeft zo’n aanpak vaak een averechts effect.

“Wat ook niet helpt, is dat we in een samenleving leven waarin angst een heel grote rol speelt. Door de pandemie is die voortdurende aanwezigheid van angst, ook als regeermiddel, de voorbije twee jaar heel duidelijk geworden, maar ik merk het al veel langer op.”

Hoezo?

“Onze cultuur is er niet op gericht om ons gelukkig te maken, maar wil ons vooral zo optimaal mogelijk laten presteren. In mijn boek haal ik bijvoorbeeld een citaat aan van Jestin Coler, die in Amerika bekend werd nadat hij jarenlang fake news verspreidde op zijn satirische website National Report. Hij zegt: ‘Er is maar één iets dat beter verkoopt dan seks, en dat is angst.’ Kijk maar naar de marketing rond intieme hygiëne bij vrouwen. Daar is op zich geen probleem, want de vagina is een zelfreinigend orgaan. Maar commercials maken vrouwen toch bang voor mogelijke geurtjes, waarna de fabrikant de oplossing voor dat zogenaamde probleem aanreikt. Mensen zijn zó bang voor uitstoting dat ze veel zullen doen om dat te voorkomen. Als je je van die systemen bewust wordt, zie je ze plots overal terugkeren en merk je dat je door angst vooral heel wat kan verkopen.”

Waarvoor was u zelf allemaal bang?

“Ik had vooral last van sociale angsten. Als jonge vrouw was ik echt extreem verlegen. Op het kantoor waar ik op mijn achttiende als secretaresse ging werken, durfde ik ’s ochtends tegen niemand goeiemorgen te zeggen. Maar ik heb wel een trots hoofd, waardoor mensen mijn verlegenheid met arrogantie verwarden. Dat werd een vicieuze cirkel, want ik voelde op den duur ook écht vijandigheid, waardoor ik nog banger werd. Ik detecteerde voortdurend alarmsignalen. Die prikkels kunnen nuttig zijn wanneer je je effectief in een gevaarlijke situatie bevindt, maar mijn hoofd sloeg veel te vaak vals alarm.

“Angst is jarenlang de ondertoon in mijn leven geweest, en zeker in mijn liefdesleven heeft het me veel problemen opgeleverd. Ik kampte met een enorme verlatingsangst en ben daardoor veel te lang in een relatie blijven hangen die voor mij – en mijn partner – niet meer goed was. En ook in mijn acteerwerk had ik er last van. Tijdens audities waren er rollen waarvan ik denk dat ik ze heel goed had kunnen spelen, maar waar ik dan toch net niet overtuigend genoeg overkwam omdat ik te bang was. Als ik ­speelde, kon ik mezelf en wat ik aan het doen was nooit even vergeten. Ik was mezelf voortdurend aan het recenseren, en het was uiteraard nooit goed genoeg. Daar word je op den duur helemaal gek van. Ik was in die jaren ook voortdurend vermoeid: ’s middags moest ik altijd even op bed gaan liggen, omdat angst natuurlijk erg veel energie opslokt.”

Maar toch hebt u zich op dat acteerwerk gestort, wat me een behoorlijk stresserende job lijkt voor een angstig persoon. Hoe hield u dat vol?

“Doorheen de jaren ontwikkelde ik gelukkig wel een soort sociale handigheid om met die angsten om te gaan, zodat ze voor anderen minder opvielen. En als ik mensen eenmaal kende, was ik ook niet meer zo bang. Door mijn angst heb ik een grote voorliefde voor de filmset ontwikkeld. Toneel vond ik veel te stresserend; dat podium met al die oordelende mensen ervoor. Ik ben zelfs eens flauwgevallen in de kleedkamer vlak voordat ik op moest komen, puur van de stress. Televisiewerk was veiliger, omdat het een afgeschermde wereld was.

“Met anderen sprak ik in die tijd niet over mijn angsten. Enkele intimi waren er wel van op de hoogte, maar het is niet iets waarover ik het op mijn werk had. Had ik dat maar wél gedaan…”

‘veel angsten gaan erover niet jezelf te kunnen zijn. daaronder zit een oerangst om uitgestoten te worden, voor ons brein is dat levensbedreigend.’Beeld Joris Casaer

Denkt u dat erover praten uw eigen situatie destijds vergemakkelijkt zou hebben?

“Daar ben ik zeker van. Inmiddels heb ik die gesprekken ook met ex-collega’s gehad, en tot mijn grote verbazing merkte ik dat velen van hen met soortgelijke angsten rondliepen. Alleen hield iedereen die voor zichzelf. Omdat we in een prestatiemaatschappij leven waarin we het voortdurend góéd moeten doen, komt er ook schaamte bij kijken wanneer je toegeeft dat je het leven vaak ook erg beangstigend vindt. Maar die eenzaamheid en schaamte maken de angst vaak groter.

“Zodra je je angst accepteert en ermee voor de dag komt, geef je hem al de vrijheid om te bestaan, en geef je vooral jezélf bestaansrecht. Veel angsten gaan uiteindelijk over er niet mogen zijn zoals je bent. Daaronder zit een oerangst om uitgestoten te worden. Voor ons brein is dat levensbedreigend, want we hebben de groep nodig om te overleven. Of dat denken we toch.

“Het proces van zelfacceptatie is daarom een belangrijke stap om van je angsten verlost te raken. Als je er volledig van doordrongen kan raken dat je goed genoeg bent, ben je niet meer bang. Of toch veel minder vaak.”

Hoe kunnen we werken aan die zelfacceptatie?

“Meditatie speelt daarin een heel belangrijk rol. Het is belangrijk om je denken te gaan observeren en te leren dat je gedachten wel deel uitmaken van wie je bent, maar dat ze je niet definiëren. En dat je ook helemaal niet alles moet geloven wat je gedachten je influisteren: veel van wat door ons hoofd passeert, is gewoon geconditioneerde rotzooi. Meditatie kan helpen om een onderscheid te maken in de gedachten die je vooruithelpen en de gedachten die je gewoon voorbij moet laten drijven. Kwalijke gedachten verliezen daardoor aan kracht, waardoor je angstreflex op den duur veel minder snel getriggerd zal worden.

“Wat ook belangrijk is, is dat je opnieuw leert voelen. We hebben de neiging om veel tijd in ons hoofd door te ­brengen en niet te veel naar ons lichaam te luisteren. Maar het is ons hoofd dat ons bang houdt. Door de aandacht vaker naar je lichaam te verleggen, bied je daar wat tegengewicht aan. Sommigen denken dan: ik ben geregeld boos of geïrriteerd, dus ik voel net al heel véél. Maar woede en irritatie zijn slechts reacties op een gevoel dat dieper ligt. Leren opmerken wat er onder die reacties zit – verdriet of eenzaamheid bijvoorbeeld – en daar ook de lichamelijke uitingen van leren herkennen, zoals druk op de borstkas of pijn in je buik, kan helpen om de connectie met je lichaam te herstellen.”

Zijn er nog andere technieken om onze angst wat meer onder controle te krijgen?

“Als je echt in een stressstorm zit, heeft mediteren weinig zin. Meditatie moet je zien als een dagelijks onderhoud van je geest. Als je aan het piekeren bent, kan het helpen om te weten dat het piekeren zelf niets gaat oplossen. Ik heb vroeger zelf enorm veel gepiekerd vanuit de overtuiging dat ik ooit wel een oplossing zou vinden voor het probleem waar ik op dat moment mee zat, maar dat gebeurde natuurlijk nooit.

“Constructiever is het om je onderbewustzijn een kans te geven en iets te gaan dóén. Ga naar het tuincentrum om planten te kopen, of ga koken. Het maakt niet zoveel uit wat het is, zolang je maar fysiek actief wordt en iets gaat doen waarvoor je je concentratie nodig hebt. Je aandacht kan immers maar op één plek tegelijkertijd zijn: bij je angstige gedachten, óf bij een gerecht dat je aan het klaarmaken bent. Sporten kan voor sommige mensen ook soelaas bieden, maar het is niet voor iedereen ideaal: je hoofd kan toch nog blijven doormalen terwijl je op de loopband staat. Het moet iets zijn waardoor je je concentratie verlegt naar iets buiten jezelf.

“Ondertussen is je onderbewustzijn wel nog gewoon bezig met het oplossen van een aantal problemen in je leven, zonder dat je er dus bewust over hoeft na te denken. Dan kom je plots met een ingeving waarvan je denkt: dít is wat ik moet doen. Dat gaat je nooit lukken als je aan het piekeren bent, omdat je brein dan onder te veel druk staat.”

Niet alle angsten zijn irrationeel. Hoe kunnen we leren welke rationeel zijn en welke niet?

“Alles waar je bang voor bent en dat je op dit moment niet fysiek bedreigt, is irrationele angst. Het zou best kunnen dat hier ooit oorlog uitbreekt, maar op dit moment is dat een irrationele angst omdat het nú nog niet zover is. Daar wel bang voor zijn, kost vooral veel energie. Om mensen daaraan te herinneren, en om hen weer wat meer in het moment te krijgen, zeg ik soms dat ze doorheen de dag eens op hun bovenbenen of op hun bureau moeten kloppen, waardoor ze hun lijf gaan voelen. Vaak helpt dat al om je uit je hoofd en weer in het moment te komen.”

U bent zelf sinds zeven jaar angstvrij. Hoe is die omslag er gekomen?

“Vijftien jaar geleden maakte ik een zware crisis door. Ik zat in een burn-out, ging tegelijkertijd door een rouwproces en was ook nog eens fysiek uitgeput. Maar daar trok mijn hoofd zich niets van aan: dat ging maar door met opdrachten geven, met zeggen dat ik een loser was en dat ik me niet moest aanstellen. Toen heb ik op mijn hotelkamer een ingeving gekregen. Plots dacht ik: waarom moet ik eigenlijk voortdurend doen wat mijn hoofd zegt? Ik nam me voor om daar eens een week mee op te houden. Dat móést ook echt, want ik werd gek. Een jaar of zeven geleden heb ik EFT – emotional freedom techniques – ontdekt, een stresshanteringsmethode waarbij je in je hoofd teruggaat naar eerdere traumatische gebeurtenissen en een therapeut vervolgens op bepaalde meridiaanpunten op je gezicht tikt, zodat de bezwaarde herinneringen weg kunnen. Dat heeft me enorm geholpen om mijn angsten onder controle te krijgen.”

Je angstige gedachten negeren klinkt mooi in theorie, maar is het wel haalbaar om je hoofd voortdurend op zo’n kordate manier tegen te spreken?

“Maar je moet het ook niet tegenspreken. Je moet het lekker laten lullen, en iets leuks voor jezelf gaan doen. Ik ben toen bijvoorbeeld aan mijn boek ‘Sofasessies’ beginnen te schrijven, over mijn twintig jaar durende zoektocht doorheen de therapiewereld. Pas op, het is niet zo dat ik meteen verlicht was. Dat denken kwam telkens terug. Maar het is wel een omslagpunt geweest toen ik merkte dat mijn leven niet in het honderd liep als ik eens niet alles deed wat mijn hoofd mij opdroeg. Mijn brein was al die tijd vooral bezig geweest met het proberen vasthouden van controle. Mijn leven moest beter, mijn bankrekening moest voller. Maar onze voortdurende drang naar zelfverbetering creëert vooral een ongelofelijke angst om die verwachtingen niet in te lossen, of om wat je al hebt weer te verliezen.”

Dus we moeten stoppen met streven naar beter om meer grip te krijgen op onze angsten?

“Stoppen met streven is ontzettend belangrijk. Richt je aandacht en energie liever op het proberen te accepteren van je realiteit zoals die op dat moment is. Niet vanuit een fatalistisch idee ‘dat je toch niks aan je leven kan veranderen’, maar probeer tevreden te zijn met wat je wél hebt. Dat geeft ontzettend veel rust. Dat heb ik zelf ook gemerkt.”

Wat ik eerder had willen weten door Marian Mudder is uitgegeven bij Ambo|Anthos, 256 p’s, 20,99 euro 

3 tips om je angsten te overwinnen

“Ga bij veel stress even op een spijkermatje liggen. Dat doet je stresshormonen dalen en je wordt je ook meer gewaar van je zintuiglijke ervaringen, waardoor je wat meer uit je hoofd kruipt.”

“Stop met streven naar beter. Heel veel stress en angst zijn gekoppeld aan onze voortdurende verbeteringsdrang. Richt je aandacht liever op het accepteren van je situatie zoals die op dat moment is.”

“Last van piekeren? Geef je onderbewustzijn een kans en ga iets dóén. Vaak krijg je die ene geniale ingeving wanneer je net met iets anders bezig bent.”