Regering bereikt akkoord over arbeidsdeal: twijfels over statuut platformwerkers

Platformen kunnen zowel met werknemers als zelfstandigen blijven werken © belga

Het kernkabinet van de federale regering is het maandagnacht eens geraakt over een arbeidsdeal. Voka en Unizo spreken van een gemiste kans.

Het akkoord bevat een pak maatregelen die er mee voor moeten zorgen dat ons land tegen 2030 een werkzaamheidsgraad van 80 procent haalt.

Op tafel lag een rist voorstellen rond avondwerk in de e-commerce, de vierdagenweek, de deconnectie en opleiding.

Vierdagenweek

Elke werknemer die dat wenst, kan in een vierdagenweek gaan werken. De federale regering wil zo een betere combinatie mogelijke maken tussen werk en privéleven, met als doel de werkgelegenheidsgraad te gaan opkrikken.

Vandaag bestaan er al bedrijven waar dat gebeurt, maar de regering wil dat uitbreiden. Een werknemer die dat wil kan vier dagen in de week gaan werken, in plaats van vijf. In die vier dagen dat de werknemer werkt, moet hij wel langere uren kloppen. Dat kan maximaal gaan om 10 uur per dag. De maatregel geldt enkel voor de privésector, dus niet voor ambtenaren.

Ook zal de mogelijkheid bestaan om de ene week meer te werken, en de andere week minder. Dat moet een oplossing bieden voor gescheiden ouders om meer tijd met de kinderen te kunnen doorbrengen. Het initiatief voor de vraag moet van de werknemer komen. De werkgever kan weigeren, maar moet dat wel motiveren. De aanvragen gelden telkens voor zes maanden.

Deconnectie

Werknemers krijgen het recht om offline te zijn. Elk bedrijf met tenminste 20 werknemers zal worden verplicht dat recht op deconnectie te respecteren.

Opleiding

Elke werknemer krijgt recht op opleiding. Het gaat om drie dagen in 2022, vier in 2023 en 5 vanaf 2024. Bedrijven vanaf 20 werknemers zullen jaarlijks een opleidingsplan moeten voorleggen.

Veel aandacht gaat ook naar opleiding en een betere begeleiding bij ontslag. Zo zullen werknemers al tijdens hun opzegperiode aan de slag kunnen bij een andere werkgever. Bij mensen met een lange opzegperiode zal er extra worden ingezet op outplacement.

Platformeconomie

In de arbeidsdeal zijn ook betere werkomstandigheden afgeklopt voor wie werkt in de platformeconomie – zeg maar de vele fietskoeriers die rondrijden voor Deliveroo en co. Iedereen die er in actief is, zal hoe dan ook recht hebben op een arbeidsongevallenverzekering. Fietskoeriers lopen immers vijftien keer meer risico op een arbeidsongeval. Bovendien wil de regering komaf maken met de schijnzelfstandigheid in de sector.

Als er discussie ontstaat over het statuut van zelfstandige al dan niet werknemer bij zo’n platform, zal voortaan enkel naar de feiten worden gekeken. Er zal door rechtbanken en inspectiediensten met criteria worden gewerkt om af te toetsen wat precies de arbeidsrelatie inhoudt. Zo zal bijvoorbeeld worden gecontroleerd of sprake is van prioriteiten bij het uitdelen van de opdrachten, en of iemand al dan niet een eigen klantenbestand mag uitbouwen. Als aan een aantal criteria is voldaan, zal er een ‘weerlegbaar vermoeden’ gelden van werknemerschap en zal de werkgever – het platform dus – ook aan zijn plichten als werkgever moeten voldoen.

E-commerce

De federale regering zet een belangrijke stap voor de Belgische e-commerce. Bedrijven krijgen voortaan meer mogelijkheden om medewerkers flexibel in te zetten in functie van e-commerce. Het gaat om pilootprojecten waarbij bedrijven sneller nieuwe arbeidsorganisaties kunnen testen met vrijwillige werknemers. Na afloop worden die dan geëvalueerd samen met de sociale partners.

Ook avondwerk kan met de nieuwe arbeidsdeal iets soepeler georganiseerd worden, mits steeds het akkoord van een vakbond. Concreet voert de federale regering een tijdelijke regeling die al bestond tussen 2017 en 2019 opnieuw in, en dit structureel. Hierdoor zullen e-commercebedrijven opnieuw personeel aan het werk kunnen zetten tussen 20:00 uur en 24:00 uur. Daarvoor hebben ze het akkoord maar nodig van 1 vakbond.

Andere maatregelen

Wie deeltijds werkt met variabele uurroosters – denk maar aan de kassierster in de supermarkt – zal dat uurrooster minstens zeven dagen op voorhand moeten kennen. Het wordt ook makkelijker om van job te veranderen. Zo zal een werknemer al tijdens zijn opzegtermijn bij de ene werkgever aan de slag kunnen bij een andere werkgever.

‘Onvoldoende’

Volgens Voka, het Vlaams netwerk van ondernemingen, weegt de arbeidsdeal veel te licht. ‘De arbeidsdeal biedt geen oplossingen voor de vele ondernemingen die vandaag schreeuwen om nieuwe medewerkers’, zo luidt het. Bovendien ziet de organisatie wel extra flexibiliteit en sociale rechten voor werknemers, maar niet voor werkgevers. ‘Individuele werknemers krijgen er meer flexibiliteit bij door de mogelijke vierdagenweek, de week-om-weekregeling en het recht op deconnectie. Maar die flexibiliteit geldt niet voor de werkgevers’, zegt gedelegeerd bestuurder Hans Maertens. ‘Deze maatregelen zullen niet leiden tot meer jobs, maar wel tot een moeilijkere arbeidsorganisatie voor de werkgever.’

Wel erkent het ondernemingsnetwerk dat er ‘een eerste aanzet’ wordt gegeven om de achterstand op het vlak van e-commerce in te lopen. Ook het activerend ontslagrecht, waarbij iemand tijdens de opzegperiode een opleiding mag volgen, wordt positief onthaald.

Ook zelfstandigenorganisatie Unizo vindt de arbeidsdeal ‘onvoldoende om de tewerkstellingsdoelstelling van 80 procent te behalen’. De zelfstandigenorganisatie vreest vooral dat voortaan elke zelfstandige die via een platform werkt, zal moeten bewijzen dat hij wel degelijk zelfstandige en geen werknemer is. ‘Het voorstel gaat voorbij aan het feit dat platformeconomie geen sector is, maar een instrument waar elke economische sector in meer of mindere mate gebruik van maakt’, klinkt het. De uitwerking rond de vierdaagse werkweek, het activerend ontslagrecht en de transitietrajecten zijn dan weer wel evenwichtig en spelen in op de huidige tijdsgeest’, zegt Unizo.

Bediendevakbonden: ‘Verbijsterd’

De drie bediendevakbonden zijn ‘verbijsterd dat de regering zo gemakkelijk haar wagonnetje aanhaakt aan de vragen van de werkgevers’ over e-commerce. Dat zeggen BBTK, ACV Puls en ACLVB in een reactie op de arbeidsdeal.

Volgens de bonden tracht de regering het overleg buitenspel te zetten en ‘gaat ze niet eens ernstig in op het globale dossier van de e-commerce’. De vakbonden merken op dat er in de Centrale Raad voor het Bedrijfsreden besprekingen lopen. Ze willen een breder debat voeren dan enkel over nachtwerk.

‘Met de deal van vannacht wil men goedkoop nachtwerk organiseren naar het model van PostNL, met onzekere, tijdelijke banen waarbij precaire mensen worden uitgebuit en behandeld als wegwerpproducten’, aldus de bonden.

‘Comeos (werkgeversfederatie in de handel, red.) zegt altijd dat we een achterstand hebben door de stugge vakbonden. Maar wij willen wel overleggen’, zegt Kristel Van Damme van ACV Puls. ‘Door enkel de mogelijkheid te bieden om later te werken, zal de distributie in België het niet plots veel beter doen. België heeft de boot gemist. Er is een beleid, een visie nodig. Een aantal bedrijven zie ik nog altijd worstelen met hun e-commercebeleid. Carrefour bijvoorbeeld werkt eerst samen met die firma, dan weer met een andere. Dat is niet goed. Het valt ook op dat een aantal bedrijven nog altijd niet inzetten op e-commerce. Over een goed plan willen wij zeker overleggen.’

In haar arbeidsdeal voorziet de regering in de mogelijkheid voor bedrijven om proefprojecten te starten rond e-commerce tussen 20 uur en middernacht, met een maximale looptijd van 18 maanden. Werknemers moeten daar vrijwillig op intekenen. Van Damme waarschuwt dat dit geen vrijgeleide kan zijn om zonder overleg te starten. ‘Bedrijven moeten weten dat het belangrijk is om met de vakbond te overleggen. Wij zijn de spreekbuis van de werknemers. Als men wil dat iets slaagt, is het belangrijk de vakbond te erkennen.’

ABVV: ‘Collectief overleg in de frigo gezet’

De socialistische vakbond ABVV ziet een aantal goede elementen in de arbeidsdeal van de regering, maar heeft het anderzijds moeilijk met een aantal plannen waarbij ‘het collectief overleg in de frigo wordt gezet’. Dat zegt algemeen secretaris Miranda Ulens.

Positief is Ulens over het recht op deconnectie, waarmee werknemers het recht krijgen om buiten hun werkuren offline te zijn. Wel vindt ze het jammer dat de verplichting om dat recht te respecteren, niet geldt voor bedrijven met minder dan 20 werknemers. ‘Dat is jammer in een kmo-land als België’, zegt ze.

Ook het recht op opleidingsdagen is een goede zaak voor ABVV. Over de vierdagenweek zegt Ulens dat die eigenlijk gepaard zou moeten gaan met een vermindering van de arbeidsduur. ‘We zullen zien in welke mate mensen het ritme kunnen volgen. Aan dezelfde arbeidsduur zal het volgens ons niet werkbaar zijn. Het zullen erg lange dagen worden, zeker voor alleenstaande ouders.’ Bovendien is het maar de vraag in welke mate individuen vrije keuze zullen hebben om wel of niet in de vierdagenweek te stappen, stelt Ulens.

Dat geldt ook voor de eenmalige proefprojecten die bedrijven mogen doen met avondarbeid. Dat moet op vrijwillige basis, bepaalde de regering. ‘We zullen zien wat het geeft op het terrein: gaat er druk op het individu gezet worden? Hoe sterk zal een individu staan om voorstellen over experimenten te weigeren? Wat is vrijwilligheid als er geen verdediging is op vlak van een collectief kader’, vraagt de vakbondsvrouw zich af. ‘Er rijzen dus een aantal vragen rond werkbaarheid en over het collectief vakbondsoverleg dat in de frigo wordt gezet’, besluit Ulens. ‘In welke mate gaan de mensen echt rechten hebben en gaan ze zich niet onder druk gezet voelen?’

Twijfels rond statuut platformwerkers

Er zijn nog twijfels bij de nieuwe regels voor platformmedewerkers. Dat zegt United Freelancers, een afdeling van de christelijke vakbond ACV.

In de arbeidsdeal van de regering zit een luik over betere werkomstandigheden voor wie werkt in de platformeconomie. Het gaat voornamelijk over de vele fietskoeriers die rondrijden voor Deliveroo en co. Iedereen die er in actief is, zal recht hebben op een arbeidsongevallenverzekering, en de regering wil komaf maken met de schijnzelfstandigheid in de sector.

Als er discussie ontstaat over het statuut van zelfstandige al dan niet werknemer bij zo’n platform, zal voortaan met criteria kunnen worden afgetoetst welke arbeidsrelatie er is. Zo zal bijvoorbeeld worden gecontroleerd of sprake is van prioriteiten bij het uitdelen van de opdrachten, en of iemand al dan niet een eigen klantenbestand mag uitbouwen. Als aan een aantal criteria is voldaan, zal er een ‘weerlegbaar vermoeden’ gelden van werknemerschap en zal de werkgever – het platform dus – ook aan zijn plichten als werkgever moeten voldoen.

Volgens United Freelancers is dat mechanisme van vermoeden maar nuttig als het de situatie bij de start van het werk verduidelijkt en de bewijslast omkeert. ‘Als de criteria betwistbaar en interpreteerbaar zijn, en het noodzakelijk is om naar de rechter te stappen om de knoop door te hakken, zal het huidige juridische circus voortduren en zal de werknemer (of het Auditoraat of de RSZ) nog jaren moeten procederen voordat hij zijn rechten kan doen gelden’, meent de vakbond.

Bovendien werken de meeste platformwerkers volgens de vakbond niet als zelfstandige of werknemer, maar wel in het stelsel van de deeleconomie. ‘Ze hebben er nooit voor gekozen om zelfstandige te worden en genieten geen enkele arbeidsrechtelijke bescherming. Dit mondt uit in een nepstatuut, dat zware onzekerheid meebrengt voor deze werknemers, op wie geen enkele regel of garantie meer van toepassing is die andere werknemers wel genieten, of ze nu zelfstandig of loontrekkend zijn. Het is nog niet duidelijk hoe het akkoord het stelsel van de deeleconomie poogt aan te passen om deze misstanden te voorkomen.’

Partner Content