"Een verademing": nieuwe strategie voor behandeling van zware astmapatiënten spaart tijd én geld uit

Een nieuwe leidraad helpt longartsen om sneller de juiste behandeling voor te schrijven voor patiënten met een ernstige vorm van astma. Voordien duurde het vaak maanden- tot jarenlang voor de juiste behandeling met monoclonale antilichamen gevonden werd. "Het doet deugd als patiënten nu op controle komen, ook voor de arts", zegt Guy Brusselle, hoofd van de afdeling Longziekten van het UZ Gent.

Een kind met een puffer, het is een vertrouwd beeld. Maar liefst 12 procent van de Vlaamse kinderen lijdt aan astma, en 6 tot 8 procent van de volwassenen. Gelukkig zijn de meesten geholpen met zo’n inhalator.

5 tot 10 procent van de patiënten heeft echter zo’n ernstige vorm van astma dat een kuur met inhalators niet volstaat. Zij zijn aangewezen op een behandeling met corticoïde-pillen. In België vind je die onder de merknaam Medrol. Die pillen kunnen ernstige astma-aanvallen onderdrukken, maar hebben een resem bijwerkingen als je ze langdurig gebruikt. Je kan ervan verzwaren, maar je loopt ook een verhoogd risico op diabetes, botontkalking, spierzwakte, huidverdunning... 

Het goede nieuws is dat daar in principe een oplossing voor bestaat. Corticoïde-pillen kunnen soms vervangen worden door maandelijkse inspuitingen met zogeheten monoclonale antilichamen. Dat zijn eiwitten die specifiek optreden tegen de molecule die een belangrijke rol speelt bij astma-aanvallen, immuunglobuline E. Alleen: die behandeling was tot nu toe duur en weinig efficiënt.

De meeste astma-patiënten zijn geholpen met een behandeling met inhalators.
MICROGEN IMAGES/SCIENCE PHOTO LIBRARY

“Er zijn zes verschillende monoclonale antilichamen”, legt professor Guy Brusselle uit, diensthoofd van de afdeling Longziekten aan het UZ Gent. Met elk van die antilichamen kan je een behandeling opstarten. “Vroeger was het vaak trial and error (op goed geluk, nvdr): dan gaf je één antilichaam en wachtte je af of de patiënt er baat bij had of niet. Maar vaak kan je dat pas beoordelen na vier tot zes maanden. Op die manier kan het jaren duren voor je bij de gepaste behandeling uitkomt.”

Normaal leven

Daar hebben Brusselle en zijn collega Gerard Koppelman (UMC Groningen) iets op gevonden. Samen met het CHU Luik hebben ze de onderliggende mechanismen bestudeerd van astma, en de werking van monoclonale lichamen. Op die manier hebben de twee een leidraad kunnen opstellen die voor elke individuele patiënt bepaalt welke behandeling voor hem/haar de beste is. Zo kan de ellenlange en dure trial-and-error-fase overgeslagen worden. Hun onderzoek is gepubliceerd in het wetenschappelijke vakblad New England Journal of Medicine. 

De nieuwe leidraad is er enkel voor patiënten die lijden aan een ernstige vorm van astma. Hun behandeling met corticoïdepillen kan daardoor sneller afgebouwd worden, of soms zelfs helemaal stopgezet. 

Hoe weet je of je in aanmerking komt? Daarvoor maak je best een afspraak met je longarts. In de grote ziekenhuizen worden behandelingen met monoclonale antilichamen nu al voorgeschreven aan de hand van de nieuwe leidraad. Ze worden zo goed als helemaal terugbetaald door de ziekenfondsen.

Eenmaal de juiste therapie is bepaald, vergemakkelijkt dat ook het leven van de patiënt, stipt Brusselle aan. De dagelijkse pillen worden vervangen door een maandelijkse inspuiting. In de meeste gevallen moet je die maar enkele keren in het ziekenhuis laten toedienen. Na verloop van tijd kan je die inspuiting dan zelf thuis toedienen, zoals ook diabetespatiënten (zij het dan dagelijks) doen.

Brusselle krijgt naar eigen zeggen positieve feedback uit de hele wereld op de nieuwe leidraad. “Sommige daarvan komt van bevriende collega’s, dus zij zijn misschien bevooroordeeld. (lacht) Maar het is letterlijk en figuurlijk een verademing. Dit doet gewoon plezier. Tot vijf jaar geleden hadden we patiënten met ernstige astma die de ene opstoot na de andere kregen zonder dat we hen goed konden helpen. Nu hebben we een behandeling waarbij ze vrij zijn van aanvallen en zelfs een normaal leven kunnen leiden. Als zij dan op controle komen, doet dat deugd. Voor de patiënt én voor de arts.”

Meest gelezen