Voor het eerst wapenfabrikant aansprakelijk voor dodelijke schietpartij op Amerikaanse school: "Historisch precedent"
Voor de eerste keer moet in de Verenigde Staten een wapenfabrikant opdraaien voor een massale schietpartij. Het bedrijf Remington Arms betaalt zowat 65 miljoen euro voor het bloedbad op de basisschool Sandy Hook in 2012. Bij een schietpartij kwamen 26 mensen om, onder wie 20 kinderen. "Een historisch precedent", zegt VS-correspondent Björn Soenens.
De Amerikaanse firma Remington Arms ging akkoord met de afwikkeling van de claims van de families van vijf volwassenen en vier kinderen die omkwamen bij het bloedbad op de Sandy Hook-basisschool in Newtown (Connecticut). Het gaat om in totaal 73 miljoen dollar (bijna 65 miljoen euro), maakten de advocaten van de nabestaanden bekend.
"Het is ongezien dat een wapenfabrikant aansprakelijkheid toegeeft voor een schietdrama op school en tientallen miljoenen dollar betaalt aan de nabestaanden van overleden kinderen", zegt Soenens. "De ouders hadden de zaak aangespannen omdat het bedrijf volgens hen doelbewust reclame maakte voor een militair aanvalswapen dat levensgevaarlijk blijkt in handen van labiele personen."
"Acht lange jaren hebben we gestreden om Remington verantwoordelijk te stellen voor zijn roekeloze marketingtechnieken", zei Nicole Hockley, die haar zoon Dylan verloor:
Bij het drama, op vrijdag 14 december 2012, schoot de 20-jarige Adam Lanza in 264 seconden 26 mensen dood, onder wie twintig kinderen, en daarna zichzelf. Daarvoor had hij zijn moeder om het leven gebracht. Het was een van de dodelijkste schietpartijen op een Amerikaanse school. "Deze schikking is een historisch precedent voor volgende schietpartijen op scholen", besluit Soenens.
