Direct naar artikelinhoud
NieuwsMilieuvervuiling

Van Antwerpen tot Antarctica: overal zit er paracetamol in het water

De Schelde in Antwerpen.Beeld Wouter Van Vooren

Overal ter wereld zitten resten van medicijnen in het oppervlaktewater, blijkt uit een nieuwe studie. In Belgische waterlopen troffen de onderzoekers bijna dertig verschillende stoffen aan.

In 258 waterlopen in 36 landen overal ter wereld zochten wetenschappers naar resten van ruim zestig geneesmiddelen. Op elk continent troffen de onderzoekers paracetamol in het water aan, net als nicotine en cafeïne. Op alle continenten behalve Antarctica vonden ze medicijnen zoals bloeddrukverlagers, antidepressiva, ontstekingsremmers en antibiotica in het water.

“Deze studie brengt vervuiling met farmaceutica op ongeziene schaal in kaart”, zegt ecotoxicoloog Jana Asselman (UGent), die zelf niet bij het onderzoek betrokken was. “Dat geldt zowel voor het aantal onderzochte stoffen als voor het aantal plaatsen waar is gezocht.”

In ongeveer een kwart van de gevallen overschreed minstens één stof de concentratie waaronder wetenschappers geen ecologische effecten verwachten. Wat de impact op het waterleven is, is vaak niet goed bestudeerd. “Van anticonceptiemiddelen weten we dat ze de verhouding tussen mannetjes en vrouwtjes kunnen wijzigen”, zegt Asselman. “Andere stoffen, zoals antidepressiva, kunnen het gedrag van dieren beïnvloeden, waardoor ze bijvoorbeeld agressiever of minder schuw worden. Zo kunnen ecologische evenwichten worden verstoord.”

Asselman wijst erop dat er verschillende stoffen tegelijk in het water zitten. “Wat de gevolgen voor het waterleven zijn van langdurige blootstelling aan een cocktail van medicijnresten, weten we niet.” De onderzoekers waarschuwen verder dat antibioticaresten het ontstaan van antibioticaresistentie in de hand kunnen werken.

Geen prioriteit

De wetenschappers namen watermonsters van Antarctica tot in de Tunesische woestijn, in de buurt van kleine dorpjes in het Amazonewoud, en in sommige van de meest dichtbevolkte steden ter wereld, zoals Delhi, Seoel, New York en London. Ze bemonsterden iconische rivieren zoals de Mississippi, de Thames en de Mekong, en – dichter bij huis – de Zenne, het Albertkanaal, de Wezelse beek en het kanaal Brussel-Charleroi. Bij de metingen in Brussel en Antwerpen troffen ze respectievelijk 29 en 27 verschillende stoffen aan.

De problemen zijn het grootst in lage- tot middeninkomenslanden, waar de infrastructuur voor afvalverwerking en waterzuivering beperkt is. “Ons onderzoek toont aan dat dit een wereldwijd fenomeen is”, zegt mede-auteur Rik Oldenkamp (Amsterdam Institute for Global Health and Development). “Maar het onderzoek concentreerde zich tot dusver in de rijkste landen, waar de problemen niet het grootst zijn.”

Toch komen volgens de studie ook in Europa sommige stoffen soms in te hoge concentraties voor. Eerder onderzoek door de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) toonde al aan dat medicijnresten wijdverspreid zijn in het oppervlaktewater. Op 65 procent van de meetplaatsen vond de VMM meer dan vijftien stoffen. De gemiddelde concentraties van de middelen diclofenac (een pijnstiller), propranolol (een bloeddrukverlager) en sulfamethoxazol (een antibioticum) bleken de veilig geachte grens te overschrijden.

Waterzuiveringsinstallaties zijn in staat sommige, maar niet alle stoffen efficiënt uit het water te halen. “Elke groep stoffen vereist andere technieken en dus extra investeringen”, zegt Asselman. “Het probleem is dat er voor de meeste van deze stoffen geen normen bestaan, en ze dus niet als een prioriteit worden beschouwd.” De Europese Commissie maakte in 2019 wel bekend meer aandacht aan het probleem te zullen schenken. Farmaceutische stoffen moeten beter worden gemonitord, en hun effecten beter bestudeerd. Enkele antibiotica en antidepressiva kwamen alvast terecht op een lijst stoffen die bijzonder aandacht verdienen. Een goede zaak, volgens Asselman. “Via vis en schaal- en schelpdieren kunnen die stoffen terug bij ons terechtkomen. Zorgzamer met medicijnen omspringen is niet alleen goed voor het waterleven, maar ook voor onszelf.”