Direct naar artikelinhoud
AnalysePeking 2022

De verborgen kosten van de ‘goedkope’ Winterspelen in China: ‘Het is een idioot project’

Snowboarder Hailey Langland vliegt van de schans tijdens de Spelen, met de koeltorens van Shougang op de achtergrond.Beeld AFP

De kosten van de Olympische Winterspelen lopen gigantisch op. Geen probleem, zegt Peking, want het is allemaal niet voor niets.

De goedkoopste Olympische Spelen in jaren zouden dit worden. Het budget van 3,9 miljard dollar (3,45 miljard euro) steekt bescheiden af bij de 40 miljard die Sotsji in 2014 kostte. Het klinkt mooi: veel locaties van de Zomerspelen in 2008 kunnen gewoon hergebruikt worden, en de sobere snowboardhelling naast de koeltorens van industriegebied Shougang is nu al iconisch. De bescheiden openingsceremonie maakte de boodschap af: China zou het niet te gek maken.

Maar het budget van 3,9 miljard dollar is puur het operationele budget, bedoeld om gedurende zeventien dagen de Spelen op rolletjes te laten lopen. De totale kosten van deze Winterspelen zijn een stuk lastiger uit te rekenen. De renovatiekosten voor het Vogelnest en het ijshockeystadion uit 2008 zijn bijvoorbeeld nergens terug te vinden, net als de kosten van industrie die stil wordt gelegd om smog te voorkomen en hotels in het gebied die dicht moeten.

Hogesnelheidslijn 

De bijkomende kosten die wel bekend zijn, brengen het totaalplaatje tot 38,5 miljard dollar, veel dichter bij de totale factuur van Sotsji. Zo kost het nieuwe olympisch dorp een geschatte 3,16 miljard dollar. De skeletonbaan in Yanqing kost 442,9 miljoen, en wedstrijdlocaties en andere bouwprojecten in Zhangjiakou nog eens 5,18 miljard, zo blijkt uit cijfers die de Chinese media publiceerden.

Peking beweert dat veel van de nieuwe infrastructuur er anders ook wel was gekomen. Neem de hogesnelheidslijn tussen de hoofdstad en Zhangjiakou, een stad met 1,5 miljoen inwoners. Vroeger duurde dat tripje drie uur, nu slechts vijftig minuten. Kosten: 9,2 miljard dollar.

De staf in het Taizicheng-treinstation draagt beschermende kledij.Beeld EPA

Ook niet meegenomen in de officiële rekeningen zijn de kosten voor energie- en watergebruik, en de ingewikkelde constructie voor het oppompen van water naar de bergtoppen van Yanqing. Dat is allemaal geen weggegooid geld, want het gebied moet miljoenen toeristen trekken. Driehonderd miljoen mensen gaan op de een of andere manier aan wintersport doen. Volgens Peking is het doel al bereikt en het statistiekbureau verwacht dit seizoen een omzet van 45 miljard euro.

China is allesbehalve uniek; het gebeurt vaak dat de bijkomende kosten voor de Spelen een stuk hoger uitvallen. Vaak zijn nut en noodzaak van die kosten behoorlijk vaag. Zo was het budget voor de Zomerspelen in Londen in 2012 10,4 miljard dollar, met nog eens 14,6 miljard aan bijkomende kosten. Geen zorgen, klonk het, want die extra kosten waren ook op de langere termijn ergens goed voor: het olympische stadion à 90 miljoen dollar werd een voetbalstadion.

Natuursneeuw

Ook de hoge energiekosten en het watergebruik bij de Winterspelen zijn niet louter een Chinees probleem. Op weinig plekken in de wereld kan nog op natuursneeuw worden geskied. Maar juist daarom is de aanleg van een nieuw skigebied in de kurkdroge regio rondom de hoofdstad moeilijk te verantwoorden. “Binnen geen enkel economisch model kun je zeggen dat dit een project met hoge prioriteit is”, zegt de Amerikaanse sporteconoom Andrew Zimbalist aan de telefoon. “Het is een idioot project.”

Peking denkt daar anders over. Ontwikkeling van toerisme is een belangrijke manier om mensen meer geld te laten uitgeven, wat de haperende groeimachine moet aanzwengelen. Moet dat door wintersport? Het deel van de bevolking dat nu op ski’s en schaatsen staat is de toplaag van de bevolking – niet per se de laag die te klagen heeft over plekken waar ze haar geld kan uitgeven.

Het toont de maakbaarheid van de Chinese economie: als de regering wil dat de toerismesector zich ontwikkelt, dan gebeurt dat. In zekere zin is dat een duurzamere strategie dan op eerdere olympische locaties, waar de stadions staan te verstoffen. De lege, rottende faciliteiten van de peperdure Spelen in Athene in 2004 zijn een nachtmerrie voor elke olympische organisatie.

Een journalist rust in een speciale cabine in het mediacentrum in Peking.Beeld EPA

Van alle tijden

Vaagheden en problemen rondom financiering zijn van alle tijden, vertelt sporthistorica Heather Dichter. “Sotsji was peperduur en maar net op tijd af. Bovendien waren de locaties nogal gammel.” Ze heeft genoeg voorbeelden: van Turijn in 2006 dat niet genoeg hotelkamers had tot de metro in Rio de Janeiro die pas een paar dagen voor de olympische opening in gebruik kwam. En altijd was het project duurder dan gepland. “Montreal heeft er dertig jaar over gedaan om de schulden af te betalen.”

In de traditionele verkiezingen waar de leden stemmen op potentiële olympische locaties dreigden de Spelen voortaan alleen nog naar autoritaire staten te gaan. Die kunnen nu eenmaal makkelijker geld vrijmaken. Dat systeem levert te veel verliezers op, zei topman Thomas Bach in 2017.

Hervormingen hebben het Internationaal Olympisch Comité zelf een zwaardere stem gegeven. En zo gaan de Spelen de komende jaren naar Parijs, Los Angeles en Milaan. Die steden beschikken voor een deel al over de benodigde faciliteiten. Het kostenplaatje blijft daardoor hopelijk overzichtelijk en eerlijk, zonder verborgen uitgaven voor prestigeprojecten of onredelijke economische doelen. Een goede zet, volgens Zimbalist. “Zo gaan we terug naar hoe het zou moeten zijn: een sportevenement waar de beste atleten samenkomen, geen bouwproject.”