Direct naar artikelinhoud
NieuwsNoodweer

Rukwinden tot 150 kilometer per uur: hoe wapen je je tegen de zwaarste storm in dertig jaar?

In Liverpool spatten de golven eerder deze week al hoog op.Beeld Getty Images

Na storm Dudley krijgt ons land vrijdagmiddag voor de tweede keer deze week met noodweer te maken. Het KMI waarschuwt voor rukwinden tot 150 kilometer per uur en volgens weerexpert David Dehenauw staat ons mogelijk de zwaarste storm in dertig jaar wachten. Hoe hou je het veilig? 

“Zelfs in het meest optimistische scenario zal er na storm Eunice wijdverbreide en aanzienlijke schade zijn.” Al enkele dagen veroorzaakt felle wind ongemak in het land, maar weerexperts verwachten dat de situatie pas vrijdag kritiek kan worden. Tussen 14 uur en 18 uur geldt volgens het KMI code oranje voor de kust, Oost- en West-Vlaanderen en Antwerpen. Dat betekent dat mensen zich daar op noodweer moeten voorbereiden en raadgevingen horen op te volgen. 

Volgens David Dehenauw, hoofd van de Dienst Weersvoorspellingen bij het KMI, is Eunice dan ook meer dan de zoveelste typische voorjaarsstorm. “Volgens de meest optimistische scenario’s krijgen we in de namiddag windstoten van 120 à 130 kilometer per uur aan de kust. Zoiets zien we om de vijf à tien jaar. Maar in het slechtste geval loopt de kracht van de wind vrijdag op tot ruim 140 kilometer per uur. Voor soortgelijke cijfers moeten we al 32 jaar terug in de tijd gaan.”

Bind ook de tuinmeubels vast

De ergste schade wordt uiteraard verwacht in de provincies waar vrijdag code oranje geldt, maar in andere delen van het land is voorzichtigheid eveneens aanbevolen. Nicolas Roose, oprichter van NoodweerBenelux en gespecialiseerd in risicoanalyses, merkt op dat preventie bijzonder belangrijk is. Wie in het westen van België woont en de baan niet noodzakelijk op hoeft vrijdagmiddag, kan dat ook best niet doen. 

“Daarnaast denk ik ook dat het nuttig kan zijn om losliggend materiaal vast te binden of binnen te halen.” Het gaat daarbij niet enkel om speelgoed of ballen, maar ook om zwaardere objecten als tuinmeubels of fietsen. Die kunnen wegwaaien en zo behoorlijk snel ernstige schade veroorzaken. Wie gelooft dat zoiets onrealistisch is: eerder deze week stortte al een huis in aanbouw in Wetteren in. Dehenauw voegt bovendien toe dat rukwinden van 120 kilometer per uur genoeg zijn om lichte vrachtwagens omver te waaien.

Niet iedereen kan zomaar thuisblijven om stormweer te vermijden. Roose raadt mensen die toch de baan op moeten aan om extra voorzichtig te zijn in het verkeer. “Zeker als je aan een hoge snelheid rijdt, is het door de verwachte windstoten makkelijk om de controle over het stuur te verliezen.” Parkeren doe je het best in een afgesloten garage of op een plek waar geen bomen staan. “Bomen hebben momenteel geen bladeren, maar dat betekent niet dat ze geen wind vangen. Daar kun je je als automobilist maar beter van bewust zijn.” 

Brandverzekering dekt stormschade

Een voordeel bij storm Eunice is wel dat er geen buitensporige regenval of bliksem verwacht wordt. De zichtbaarheid in het verkeer zal daardoor beter zijn en mensen hoeven zich in de loop van de dag geen zorgen te maken of de kabels van hun elektrische apparaten nog in het stopcontact zitten.

Weersvoorspellingen geven aan dat de kracht van de rukwinden vrijdag zal afnemen. Wie stormschade aan zijn woning opmerkt, kan daar volgens Barbara Van Speybroeck van verzekeringskoepel Assuralia best zo snel mogelijk foto’s van maken. “Stuur ze dan door naar de verantwoordelijke verzekeraar, want die vorm van schade wordt gedekt door je brandverzekering.” 

Bij wagens ligt dat iets anders: een standaardverzekering voor auto’s beschermt niet tegen schade die veroorzaakt wordt door natuurkrachten. Daarvoor zijn speciale waarborgen of een (mini-)omniumverzekering nodig. 

Een aspect dat vaak vergeten wordt, is dat er ook onzichtbare schade kan zijn. Zo kunnen losgeraakte kabels de werking van zonnepanelen verstoren en ontstaan er mogelijk lekken in daken.

Wie weinig zin heeft om de contactgegevens van zijn verzekeringsmakelaar op te snorren, weet dus wat te doen. “Want preventie blijft het belangrijkst”, zegt Van Speybroeck.