Het Brakelbos bij La Houppe.
Michaël Torfs

Vlaamse bossen kunnen tegen een (storm)stootje: wat kunnen we doen  om ze nog robuuster te maken?

We kijken niet op een storm meer of minder dezer dagen, maar onze Vlaamse bossen kunnen wel tegen een stootje wat dat betreft. Er bestaan bovendien verschillende technieken om ze stormresistent te maken. Dat zeggen Bart Muys, hoogleraar Bosbeheer aan KU Leuven, en specialist bosbeheer Kris Verheyen van UGent. "We zijn relatief goed gewapend tegen stormen, of toch beter dan bijvoorbeeld de Waalse of Britse bossen. Maar er hangen wel donkere wolken boven de horizon", zegt Muys.

De stormen trekken aan sneltempo door onze streken dezer dagen. In Groot-Brittannië (waar ze wel al veel meer in de brokken hebben gedeeld dan wij tot nu toe) zouden er deze winter zelfs al 8 miljoen bomen gesneuveld zijn. 

Hoe goed zijn onze bossen eigenlijk bestand tegen stormen? En hoe kunnen we ze beter resistent maken tegen stormen? We schetsen het in drie vragen en antwoorden.

Wat zijn de uitdagingen precies?

Door de klimaatverandering zijn het uitdagende tijden voor onze bossen en voor de specialisten die bezig zijn met bosbeheer. Er zijn immers verschillende bedreigingen: 

  • nieuwe ziektes en plagen door de klimaatopwarming
  • invasieve soorten
  • lange droogtes waardoor de bomen uitgeput raken of sterven
  • een groter risico op bosbranden 
  • het gevaar van stormen 

Onze bossen klimaatweerbaar maken is een belangrijk aandachtspunt, zegt specialist bosbeheer Kris Verheyen (UGent). "Het is een grote uitdaging voor bosbeheerders en wetenschappers." Bart Muys vult aan: "We moeten nu aan climate smart forest management doen, zoals dat heet." Bosbeheer op een slimme manier om het klimaatproof te houden, dus. 

Wat kunnen we precies doen?

Er is niet één uniek recept om dit te doen, het kan (moet) op verschillende manieren. De zogenoemde menging, het voldoende mixen van verschillende soorten, is daar één van. Kwestie van de risico's te spreiden. "In internationale werkgroepen komt dat wel vaker naar voren. Meestal is dat een goede maatregel voor de stabiliteit", zegt Muys. 

Het zou sowieso niet goed zijn om voor één type superboom te kiezen, als die al zou bestaan. "Het zou niet goed zijn voor de biodiversiteit, en bovendien is zo'n superboom een illusie", zegt Verheyen. "Nee, die vlieger gaat niet op. Monocultuur is geen goede zaak." Het komt erop aan om te kiezen voor diverse soorten met diverse structuren ook." Met andere woorden: hoog versus laag, of breder versus smaller. 

Eén superboom? Dat is een illusie. En voor één boom kiezen is geen goede zaak 

Kris Verheyen, UGent

De juiste keuze van boomsoort is belangrijk. "Je hebt soorten die oppervlakkig wortelen zoals larix en fijnspar, en andere die van nature dieper wortelen, zoals grove den en eik", legt Kris Verheyen uit. De eerstgenoemde soort is uiteraard windgevoeliger. "Eiken en grove dennen ga je zelden tegen de grond zien gaan", vult Muys aan. "Die zijn zeer stormvast, in tegenstelling tot bijvoorbeeld beuken en fijnsparren." 

Beuken zijn bovendien ook gevoelig aan droogte. "Wat je nu ziet, is dat winter- en zomereiken in trek zijn", zegt Verheyen. Een wintereik zou iets droogteresistenter zijn, naast dus zijn robuuste uiterlijk met stevige wortels. Ook lindebomen doen het goed: ze weerstaan relatief goed aan droogte en leveren nectar, wat goed is voor het ecosysteem. 

Uitdunnen op de juiste manier

Een andere techniek is die van het uitdunnen van het bos. Door bepaalde bomen te rooien, krijgen andere meer ruimte. "Daardoor kunnen ze zich beter ontwikkelen en moeten ze niet zo fel omhoog schieten op zoek naar licht. In het laatste geval ligt hun zwaartepunt veel hoger. Geef je ze meer ruimte, dan kunnen ze ook breder worden en sterker, en ligt hun zwaartepunt lager. Een dikkere, lagere kroon maakt bomen weerspanniger tegen windvlagen." 

Ook het wortelstelsel kan zich beter ontwikkelen als er net wat meer ruimte is. De techniek kan enkel worden toegepast dieper in het bos, niet in de rand. Uitdunnen heeft wel een nadeel: het is niet goed voor het microklimaat in het bos zelf, en zo zitten wetenschappers wel vaker met moeilijke keuzes als het om bosbeheer gaat. 

Als je een boom meer ruimte geeft, kan hij wat breder worden en ligt het zwaartepunt lager

Kris Verheyen, UGent

Zorg ervoor dat de bomen vitaal en sterk blijven, zeggen experts nog. Kies dus voor de juiste bomen op de juiste plaats, want elke bodem is anders: droog of nat, zanderig of rotsachtig. 

"Al van bij het aanplanten moet je eraan denken om de juiste soorten in de juiste bodem te planten, een soort die geschikt is voor die bepaalde groeiplaats", zegt Verheyen. Vitale bomen kunnen naaststormen ook beter droogtes weerstaan en mogelijke ziektes. In dit verband is ook het mengen weer belangrijk: niet alle eieren in één mand leggen. 

Clash

Een andere techniek zou erin kunnen bestaan om bomen minder hoog te laten worden, al botst dit met het idee van koolstofopslag en het afremmen van de klimaatopwarming. "Je zou bomen minder oud en minder hoog kunnen laten worden, maar dat is ongunstig om koolstof op te slaan", zegt Muys. Het is bij ons ook niet per se nodig: in de beukenbossen zoals het Zoniënwoud of Meerdaalwoud hebben bomen leeftijden van 150 tot 200 jaar. Zij hebben dus wel al wat zwaar weer doorstaan.

Een andere techniek is dan weer om de rand van een bos te beschermen tegen open winden door er struiken aan te planten of middelhoge bomen die als een soort scherm fungeren. 

Hoe doet Vlaanderen het eigenlijk?

Vlaanderen doet het op vlak van "menging" niet slecht, al bestaat er nog te veel monocultuur. "Het is beter dan 20 jaar geleden, maar we hebben nog een weg te gaan", schat Muys in. "Denk aan de populierenplantages en de dennenbossen in de Kempen. Maar daar zien we bijvoorbeeld al meer eiken en grove den in opduiken, wat een goede zaak is." 

De Vlaamse bossen doen het best wel goed qua robuustheid tegen stormen, zeker als we het vergelijken met pakweg Wallonië en Groot-Brittannië. "De Waalse bossen zijn bijzonder onstabiel. Je vindt er veel fijnspar, maar die is gevoelig voor droogte, voor ziektes en voor stormen. Dan is Vlaanderen beter gewapend."

De Waalse bossen zijn onstabiel. Dan is Vlaanderen beter gewapend

Bart Muys, KU Leuven

Er hangen wel donkere wolken boven de Vlaamse bossen, zegt Muys: de laatste jaren is er amper geïnvesteerd in specifiek bosbeheer, omdat er veel aandacht gaat naar Natura 2000 (het Europees project om natuurgebieden en biodiversiteit te vrijwaren, red.) "De kennis rond bosbeheer gaat verloren", waarschuwt Muys. Bosbeheer gaat vaak om technische dingen, maar die zijn belangrijk, zegt hij: "We moeten die kennis rond bosbeheer opnieuw beter uitrollen in Vlaanderen." 

Michaël Torfs

Meest gelezen