Direct naar artikelinhoud
Belangrijk nieuwsBinnenland

Minister van Justitie Van Quickenborne trekt erkenning van Moslimexecutieve in, voorzitter noemt beslissing ‘onaanvaardbaar’

Minister van Justitie Vincent Van Quickenborne (Open Vld).Beeld BELGA

Federaal minister van Justitie Vincent Van Quickenborne (Open Vld) start de procedure op om de erkenning van de Moslimexecutieve in te trekken. Dat zegt hij op Radio 1.  Het orgaan ‘kan niet langer een gesprekspartner zijn.’ De Moslimexecutieve noemt de beslissing onaanvaardbaar.

De Moslimexecutieve, officieel het Executief van de Moslims van België, is de officiële vertegenwoordiging van de islamitische godsdienst in ons land. Dat gaat gepaard met ongeveer 600.000 euro subsidies per jaar, maar over het functioneren van de Moslimexecutieve bestaat al jaren ontevredenheid. Zo is de werking niet transparant, de structuur onduidelijk en is er sprake van sterke buitenlandse inmenging uit Turkije en Marokko. Een rapport van de Staatsveiligheid linkte voorzitter Mehmet Üstün enkele maanden geleden nog aan extremisme. 

Eerder deze week zei Van Quickenborne al dat hij niet onder de indruk is van het vernieuwingsproject van de organisatie. Dat bleek woensdag uit zijn antwoord op een vraag van N-VA-Kamerlid Koen Metsu in de Kamercommissie Justitie. “Ik zie weinig van de verhoopte vernieuwing en professionalisering en betreur dat de moslimgemeenschap al maanden aan het lijntje gehouden wordt door haar zogeheten representatief orgaan.”

‘Oudere generatie die elke voeling met de jonge moslims heeft verloren’

Voor Van Quickenborne is de maat nu vol. Hij heeft beslist om de procedure op te starten om de erkenning van de Moslimexecutieve in te trekken, kondigde hij aan op de radio. Dat betekent dat de officiële rol van het orgaan wegvalt, net als de subsidies. “De organisatie is niet representatief voor alle moslims in ons land”, zei Van Quickenborne. “Je ziet een oudere generatie die elke voeling met de jonge moslims heeft verloren die hier de plak zwaait. Dat is nefast voor de moderne islam. Deze executieve kan niet langer een gesprekspartner zijn.”

Van Quickenborne benadrukt dat de deelstaten nog altijd individuele moskeeën kunnen erkennen. De Moslimexecutieve zelf heeft ook nog recht op wederhoor. Voorzitter Mehmet Üstün spreekt in een eerste reactie alvast van een “onaanvaardbare” beslissing en is naar eigen zeggen “verbaasd en ontgoocheld”.

Volgens de voorzitter is het niet aan de minister, maar aan de moslimgemeenschap om over de executieve te oordelen. Üstün zei dat hij later op de dag in een persmededeling uitvoeriger op de kwestie zou ingaan. 

Vernieuwingsproject 

De Moslimexecutieve kwam eind januari met een vernieuwingsproject op de proppen, gebaseerd op de aanbevelingen in het intern evaluatieverslag van juni 2020 waaruit zou blijken dat de organisatie met structurele problemen kampt. De executieve wil onder meer financieel onafhankelijk worden van de overheid en plant ook een verkiezing van de toekomstige leden van de instanties van de islamitische eredienst. 

Van Quickenborne ontving vorige week vrijdag een brief van de Moslimexecutieve met daarin het reorganisatiemodel. “Ik heb de aangekondigde vernieuwing alle kansen willen geven, maar er zitten nogal wat gemiste kansen in”, klonk het woensdag. 

De minister vindt onder meer dat er nog veel te weinig plaats is voor vrouwelijke leden in de Moslimexecutieve. Die legt een minimumquota op van twee vrouwen per regio - Vlaanderen, Wallonië en Brussel - maar dat is slechts een aanbeveling. “In het beste geval zijn er zes vrouwen op een totaal van vijftig leden. Dat is géén vooruitgang”, aldus Van Quickenborne. 

Van Quickenborne stelt zich ook vragen bij de financiering. De moskeeën zouden zelf financieren, maar de Moslimexecutieve maakt ook gewag van “andere financieringsbronnen”, zei hij. “Zullen het dan wel de Belgische moskeeën zijn die bijdragen?”, klonk het. 

De minister blokkeerde eind vorig jaar al een werkingssubsidie van 600.000 euro voor de Moslimexecutieve. Die beslissing werd onder meer ingegeven door de blijvende invloed uit Marokko en Turkije op het orgaan.