Remco Evenepoel rijdt in Portugal na elke rit los op de rollen op zijn tijdritfiets, al drie dagen na elkaar. Om duidelijk te maken dat voor hem maar één rit echt van tel is: de individuele tijdrit van 32,2 kilometer. Zo’n relatief lange tijdrit wordt steeds zeldzamer en dat is jammer voor de Ket van Quick-Step Alpha Vinyl. Hoe langer, hoe beter voor Evenepoel, die een inspanning lang kan volhouden. Met zijn groot aantal omwentelingen, zo’n 90 à 100 per minuut, en zijn aerodynamische houding kan hij zaterdag tussen Vila Real de Santo Antonio en Tavira als een Belgische wervelwind afstand nemen van de concurrentie. Evenepoel testte ook deze winter zijn tijdrithouding in de windtunnel. “Er werden wat kleine aanpassingen gedaan, om nog beter op de fiets te zitten, maar ik ga de rest niet slimmer maken”, zegt coach Koen Pelgrim, die donderdag speciaal het vliegtuig nam richting de Algarve om er bij te zijn voor de tijdrit.

Voor de dagzege wordt het een interessant duel met tweevoudig Europees kampioen Stefan Küng. Voor de eindwinst moet Evenepoel vooral het Ineos-duo Ethan Hayter en Daniel Martinez in de gaten houden, respectievelijk Brits en Colombiaans kampioen tijdrijden. Hayter werd in de WK-tijdrit ook knap achtste. Zijn gevoel? “Ik ga ervoor, maar het is afwachten hoe fris ik ben want ik had corona in januari. Ik vrees dat Evenepoel te sterk zal zijn.”

Alto do Malhao

Evenepoel, de nummer drie van het WK tegen de klok, moet alvast voldoende afstand kunnen nemen van leider David Gaudu om zondag met een gerust hart de slotrit aan te vatten. Dan ligt de finish op de Alto do Malhao (2,6 kilometer met een gemiddeld stijgingspercentage van 9,3 procent), die ook al eens op 25 kilometer van de aankomst wordt beklommen. Ook de Amerikaan Brandon McNulty, net als Evenepoel op een seconde van Gaudu, moet op de nodige afstand worden gereden. “De benen voelen in ieder geval goed”, zegt Evenepoel, die de tijdrit tijdens zijn januaristage in de Algarve al verkende. “Het wordt een lastige tijdrit: veel rechtdoor en op en af. Maar zo heb ik het graag.”