Direct naar artikelinhoud
InterviewDavid Van Reybrouck

David Van Reybrouck: ‘Kijk niet enkel naar de kolonisatie van het verleden, maar ook naar die van de toekomst’

‘Als u mij vraagt wat landen als België en Nederland kunnen doen, dan zeg ik: kom uw belofte na om het fonds voor klimaatslachtoffers te spijzen.’Beeld Tim Dirven

Nederland heeft destijds extreem geweld gebruikt in Indonesië en hooggeplaatsten wisten daarvan. Dat staat in een nieuw rapport. Ook in België blijft het koloniale verleden ons achtervolgen. Maar ons land en Nederland gaan helemaal anders om met dat verleden, stelt historicus David Van Reybrouck.

Het Nederlandse rapport over wantoestanden in Indonesië tijdens de onafhankelijkheidsstrijd nu meer dan zeventig jaar geleden is, op z’n zachtst gezegd, bijzonder scherp. Het geweld werd niet gepleegd door enkelingen, zoals vele decennia werd beweerd, maar was structureel en massaal. En nog belangrijker: politiek Den Haag was daarvan op de hoogte.

Een rapport waarvan de waarde nauwelijks kan worden onderschat, meent historicus David Van Reybrouck, die zelf lijvige boeken schreef over zowel Indonesië als Congo. “Wat je in het Nederlandse rapport ziet, is dat ze werkelijk de archieven hebben uitgespit om de waarheid op tafel te leggen. En dat is een ongelooflijk belangrijke stap”, stelt hij. “Ik vind het goed dat bij ons het debat gevoerd wordt over de toekomst van standbeelden en straatnamen in Brussel, maar tegelijkertijd zijn er belangrijke archieven over Leopold II die nog nooit bestudeerd zijn.”

Hebben wij zo’n oefening, zoals in Nederland, dan nog niet gemaakt?

“Niet op die manier, neen. In Nederland heeft de overheid vier jaar lang een team van dertig experten uit drie nationale instituten aan het werk gezet. Wij hebben nu wel de Congocommissie (bijzondere Kamercommissie die in de zomer van 2020 werd opgericht om ons koloniaal verleden te onderzoeken en eind vorig jaar met een rapport kwam, CG), maar de experts die de voorstudie deden waren slechts met tien, hadden een jaar de tijd en iedereen zat daar ten persoonlijken titel. En daarvoor had je de Lumumbacommissie in 2001, die gedetailleerd werk afleverde, maar de opvolging van de aanbevelingen kwam nooit echt van de grond.

“Uiteraard weten we al veel over wat er destijds in Congo Vrijstaat gebeurde, de grote lijnen zijn bekend en die gaan ook niet meer veranderen. Maar het Nederlandse onderzoek is toch van een andere orde.

“Wat ik wel goed vind aan het Belgische Congorapport is dat het niet alleen over waarheid gaat, maar ook over verzoening. Die stap mis ik in Nederland nog. De waarheidsvinding is indrukwekkend. Maar aan het luik verzoening moeten ze nog beginnen.”

Is het niet beter om, zoveel jaar later, eerder met verzoening bezig te zijn, in de plaats van nog meer feiten te willen kennen?

“Ik denk dat je de de beide moet doen. Want het is belangrijk dat de historische beeldvorming wetenschappelijk goed onderbouwd is. Ik dacht dat het Nederlandse rapport een beetje alle kanten zou uitschieten, maar ben erg onder de indruk hoe zeer men erin is geslaagd om een historische consensus te presenteren. Om echt conclusies te trekken en echte schuldigen aan te duiden.

“Het zijn, zoals ik zelf al schreef in mijn boek Revolusi, niet alleen de achttienjarige Nederlandse soldaten die je met de vinger moet wijzen. Het gaat ook over de hoogste militaire en civiele verantwoordelijken ginder en over de politieke verantwoordelijken in Den Haag. Het zijn de regeringen en parlementen die de hoofdschuld dragen. Dat is echt stroomopwaarts gaan zoeken naar de hoofdverantwoordelijken. Die systematische analyse vind ik echt heel straf.”

Activiteit

Vanwaar komt dat verschil tussen beide landen? Waarom gaan België en Nederland hier zo verschillend mee om?

“Nederland is hier zelf lang ontzettend slecht mee omgegaan. De belofte om een overheidsonderzoek in te stellen dateert al van 1969. Het ligt er nu, in 2022. Bij ons is het maatschappelijk debat veel sneller verlopen. Er zijn namelijk meer jonge Afrikanen in België dan dat er jonge Indonesiërs zijn in Nederland. Onze diaspora zijn totaal verschillend. Na de Rwandese genocide in 1994 zijn veel Rwandezen, Burundezen en Congolezen naar ons land gekomen. Het zijn de kinderen van de kolonisatie en de kinderen van de genocide die de discussie bij ons aangewakkerd hebben. Omdat zij ook met structurele discriminatie en racisme vandaag geconfronteerd werden, wordt die link met dat verleden gelegd.

“In Nederland zijn er niet veel Indonesiërs. Er zijn wel veel Indische Nederlanders (mensen uit gemengde families, CG) maar die behoorden tot de top van de koloniale bovenlaag. Na hun terugkeer naar Nederland hebben zij lang het debat beheerst, samen met de veteranen. Heel wat Nederlanders hadden een vertekend beeld van wat er ginder gaande was. Twee jaar geleden was er nog een onderzoek van het Britse onderzoeksbureau YouGov. Daaruit bleek dat de Nederlanders veruit het meest trots waren op hun koloniaal verleden. En een kwart van de Nederlanders verlangde zelfs terug naar een overzees rijk.”

Wordt dat dan niet, zoals in België, in de lessen geschiedenis op school aangeleerd?

“In Nederland is geschiedenis alleen een verplicht vak in de eerste drie jaar van het middelbaar. Daarna is het optioneel, omdat men meer heeft ingezet op vaardigheden, mondigheid en eigen creativiteit. Feitenkennis vond men achterhaald. Maar dat betekent dat je al decennialang Nederlanders hebt die op vlak van historische kennis laaggeschoold zijn.

“Ik viel zowat achterover toen ik bij het maken van mijn boek over Indonesië merkte dat toch heel grote gebeurtenissen totaal niet bekend waren. Dat Nederland een soort goelagkamp heeft gehad waar politieke dissidenten jarenlang in werden opgesloten bijvoorbeeld. Dat zou zijn alsof Belgen niets wisten over de afgehakte handen in Congo-Vrijstaat. Het rapport nu zal volgens mij wel een kantelpunt zijn. Dit zal zijn weg vinden naar onderwijshandboeken.”

David Van Reybrouck: 'Excuses kunnen hun betekenis hebben, maar ze zijn slechts een deeltje van het verhaal.'Beeld Tim Dirven

De Nederlandse premier Mark Rutte heeft de Indonesiërs al zijn ‘diepe excuses’ aangeboden. Ook onze koning betuigde zijn ‘diepste spijt’ twee jaar geleden in een brief aan de Congolese president. Is zoiets belangrijk?

“Excuses kunnen zinvol zijn, maar we moeten opletten dat het niet opnieuw neerkomt op Europeanen die spreken en niet-Europeanen die moeten luisteren. Zoals een Indonesische historicus deze week zei: ‘Als Nederland met dit onderzoek gaat bepalen hoe wij Indonesiërs moeten denken over hun misdaden, dan is dat niet alleen koloniaal maar ook volkomen absurd.’

“Die excuses, spijtbetuigingen en ook de discussie over standbeelden zijn van belang maar zijn maar een deeltje van het verhaal. Dan kijk je enkel naar de kolonisatie van het verleden. We moeten ook echt kijken naar de kolonisatie van de toekomst. En dan kom je bij klimaatverandering uit. België en Nederland zijn allebei koloniale landen geweest en hebben een deel van hun rijkdom te danken aan die kolonies. Maar we zijn ook twee industriële landen geweest die al bijna twee eeuwen aan het uitstoten zijn. Iets waar nu vooral die ex-kolonies last van hebben. Kijk naar de kaart van landen die uitstoten en landen die slachtoffers zijn. En leg die naast de koloniale kaart van honderd jaar geleden. Dat is gewoon kopie conform.

“Wat mij geweldig stoort is, dat er op de klimaattop van Parijs in 2015 afgesproken is om een fonds op te richten om de meest getroffen landen te helpen. Daar moet jaarlijks 100 miljard dollar in. Maar die pot raakt niet gevuld. Excuses over het verleden zijn dan wel erg goedkoop, als er tegelijkertijd niets gedaan wordt om te helpen voorkomen dat de inwoners van Jakarta hun stad onder water zien verdwijnen. Of dat de plattelandsvrouwen in Congo hun oogst niet zien mislukken.

“Als u mij dus vraagt wat landen als België en Nederland kunnen doen, dan zeg ik: kom uw belofte na om dat fonds te spijzen. We maken een fout wanneer we onze verontwaardiging over kolonisatie beperken tot het historisch kolonialisme.”

Het Belgische vorstenpaar reist binnenkort naar Congo, op uitnodiging van de president. Heeft zoiets eigenlijk enig nut?

“Ik ben zeker benieuwd wat daar zal gebeuren. Twaalf jaar geleden is koning Albert gegaan, voor de vijftigste verjaardag van de Congolese onafhankelijkheid. Ik was er toen bij. Maar mijn Congolese vrienden waren toen echt teleurgesteld dat de koning zelf niet gesproken heeft. Ik hoop dat de huidige koning dat wel doet. En niet alleen met diplomaten en politici maar ook met gewone Congolezen. Dat kan een mooi signaal zijn.

“Hij moet tegelijkertijd wel opletten dat hij de president niet gaat legitimeren. Félix Tshisekedi is op zeer problematische wijze aan de macht gekomen. Hij heeft de verkiezingen niet gewonnen, maar wordt op dit ogenblik toch wel min of meer als staatshoofd erkend. Ook door ruime delen van de Congolese bevolking. Het wordt sowieso een delicate oefening, maar die mag niet uit de weg worden gegaan.”