Direct naar artikelinhoud
InterviewBockie De Repper

Bockie De Repper: ‘Ik heb mijn wilde levensstijl even geparkeerd’

Bockie De Repper: ‘Ik heb mijn wilde levensstijl even geparkeerd’
Beeld Thomas Sweertvaegher

In zijn thuisstad Aalst is vlogger Bockie De Repper (37) al langer een BV. Dan kwam De slimste mens en nu zet hij de verovering van de rest van de wereld voort met Dat eet dan gelukkig zijn op VTM2. Een gesprek met de man achter het fenomeen: over hypochondrie, gênante tattoos en zijn jeugd. ‘Ik weet dat ik een goede vader zal zijn, ik heb gezien hoe het niet moet.’

Wat komt er bij gewone mensen op een doordeweekse dag op tafel? Dat is de vraag waar het om draait in Dat eet dan gelukkig zijn. Een taak op het lijf geschreven van Bockie De Repper. “Ik overleef zelf al jaren op afhaalmaaltijden en restaurantbezoeken. Ik wist oprecht niet meer hoe een normale huis-tuin-en-keukenmaaltijd smaakt.” Elke week schuift hij de voetjes onder tafel bij een aantal gastgezinnen, om daar de gerechten en de gesprekken op zich af te laten komen.

Al hadden we Bockie De Repper, een artiestennaam die Jonas Van Boxstael te danken heeft aan zijn familienaam en aan zijn verleden bij het Aalsterse hiphopcollectief Geile Gleuf Maddefakkers, evengoed in een reeks andere programma’s kunnen zien. Na zijn opgemerkte passages in De slimste mens – eerst als kandidaat, later als jurylid – was Bockie gegeerd bij de Vlaamse productiehuizen. “Plotseling hadden die het licht gezien en wilden ze me allemaal hun gouden idee verkopen. Zelfs voor Dancing with the Stars hebben ze me gevraagd. Dat heb ik uiteraard geweigerd. Dat kon alleen maar uitlachtelevisie worden. Het laatste wat ik wil, is een clown worden.”

“Ik stond huiverachtig tegenover het hele televisie-idee”, legt hij uit. “Ik maak al jaren filmpjes voor het internet. Dingen die we zonder al te veel nadenken draaien en dan gewoon online knallen. Ik vreesde dat ik bij televisie te veel rekening zou moeten houden met de mening van anderen. Onterecht, zo bleek. Er is wel behoorlijk wat gediscussieerd, maar dat heeft het programma alleen maar beter gemaakt.”

Al zorgt zijn televisiedebuut wel voor behoorlijk wat stress, bekent hij. “In de uren voor de eerste aflevering op antenne ging, heb ik dingen gevoeld die ik nog nooit had gevoeld. Zo’n televisieprogramma is toch iets helemaal anders dan een YouTube-filmpje. Op YouTube bereik je vooral mensen die je eigenlijk al kennen. Nu word ik plots voor een veel grotere groep te grabbel gegooid. Ik vreesde dat niemand het zou snappen.”

Zit je dan voor de tv met een half oog op Twitter, Facebook en Instagram?

“Twitter probeer ik te vermijden. Dat is een soort mentale sm zonder stopwoordje. Ander sociale media bekijk ik wel, maar het belangrijkste zijn toch de meningen uit mijn directe omgeving. Ik was heel blij met het berichtje dat Jeroom me stuurde, maar ook heel benieuwd naar wat mijn moeder ervan zou vinden.”

Is zij de maatstaf?

“Zij zal voor de rest van mijn leven, bij alles wat ik doe, de maatstaf zijn. (lacht) Waarmee ik het mezelf eigenlijk heel makkelijk maak, want zij is enthousiast over al mijn projecten. Ze vond het programma alleen een beetje snel en flitsend. Terwijl Dat eet dan gelukkig zijn waarschijnlijk het traagste is wat ik ooit heb gemaakt.”

Met de eerste uitzending achter de rug en het einde van het project in zicht slaat de vermoeidheid onverbiddelijk toe. Het strikte dieet waar Bockie nu al een aantal maanden op leeft, dat bestaat uit te veel draaidagen en te weinig toogmomenten, eist zijn tol. Ook het sociale aspect van het programma begint te wegen, zo blijkt. Bockie vertelt dat het zomaar binnenstappen bij wildvreemden hem zwaarder valt dan het op beeld lijkt. “Net voor die deur opengaat, spelen zich in mijn hoofd allerhande doemscenario’s af. Het ene nog donkerder dan het andere. Eén voordeel, aan de buitenkant is er van die twijfels niks te zien.”

‘Ik kan goed met mensen praten. Ook al heb ik een zekere grapdwang, ze voelen zich snel op hun gemak bij mij. Het moet niet altijd lachen, gieren, brullen zijn.’Beeld Thomas Sweertvaegher

Valt daar niks aan te doen?

“Wat ik ook probeer, ik krijg mijn hoofd niet stil. Al kan ik wel een paar voorzorgen nemen. Tijdens de draaiperiode heb ik bijvoorbeeld mijn wilde levensstijl even geparkeerd. In vier maanden tijd heb ik hoop en al vier katers gehad. Omdat ik weet dat ik na een nacht feesten gewoon niet functioneer. Het enige wat ik dan kan doen, is onder een dekentje in de zetel liggen. Dat kan je je tijdens een draaidag niet permitteren. Je weet ook nooit welke richting zo’n bezoek uitgaat. Soms ben je een halfuur aan het leuteren over een bord spek, maar evengoed gaat het na twee minuten over een veel te vroeg gestorven kind of een echtgenote met chronische pijnen en hoe je daarmee omgaat.”

Het is inderdaad verbazingwek­kend, vaak gaat het heel snel over de grote dingen des levens.

“Ik ben nochtans nooit bewust op zoek naar dat grote verhaal. Maar blijkbaar voelen mensen zich snel op hun gemak bij mij. Al zeg ik het zelf, ik kan goed met mensen praten. Ik heb een zekere grapdwang, dat kan ik niet ontkennen, maar ik wil niet een soort mascotte worden. Het moet niet altijd lachen, gieren, brullen zijn.”

Ben je ook in je vriendenkring diegene bij wie iedereen zijn hart uitstort?

(lacht) “Mijn vrienden zijn meestal dronken wanneer ik ze zie. Dus dat valt nogal mee. Maar je kan met mij wel over het leven praten, denk ik. Er wordt tussen pot en pint weleens een levensgesprek gevoerd. Ik ben ondertussen 37. Dan wordt het ernst. Op de vraag ‘wil ik kinderen?’ moet ik bijvoorbeeld stilaan een antwoord vinden. Daardoor ben ik de laatste jaren vaak bezig met mijn eigen verleden.”

BIO

geboren in 1985 in Aalst, echte naam Jonas Van Boxstael / maakte in Aalst en omstreken naam als frontman van rapgroep Geile Gleuf Madderfakkers / beleefde dankzij passages in De slimste mens zijn doorbraak bij het grote publiek / runt MIKE en GUIDO, een creative agency met opdrachtgevers als Stad Aalst, Deliveroo en Dierendonck / is nu te zien in Dat eet dan gelukkig zijn, zijn eerste eigen televisieprogramma

Daar valt dan ook behoorlijk wat over te vertellen. Het parcours dat Bockie de voorbije 37 jaar aflegde, is op zijn zachtst gezegd hobbelig te noemen. Neem nu het oude Electrabel-­gebouw in Aalst waar we voor dit interview hebben afgesproken. Sinds een paar maanden runt Bockie hier samen met een paar gelijkgestemden het creative agency MIKE en GUIDO. Ze bedenken campagnes voor onder andere slagerij Dierendonck, Deliveroo en Stad Aalst. Maar Bockie en het Electrabel-gebouw delen nog geschiedenis.

“Ik heb hier drie jaar lang als poetsman gewerkt”, vertelt hij. “Dweilen, toiletten poetsen, vuilnisbakken legen… Een fantastische job. De feiten zijn waarschijnlijk al verjaard dus ik kan het wel vertellen, maar ik deed hier eigenlijk weinig. Ik kwam aan, meestal met een kater, legde mijn jas op de grond in het kuiskot, sliep een paar uur en deed tegen het einde van de werkdag mijn ronde. Als jonge gast was dat ideaal. Ik verdiende relatief goed, kon elke avond feesten en overdag deed ik min of meer wat ik wou. Uiteindelijk hebben de kantoormedewerkers me duidelijk gemaakt dat ik hier niet paste. Op een positieve manier. Ze vonden dat ik mijn tijd verspilde en hebben me zelfs geholpen een geschikte opleiding te vinden.”

Hoe was je hier verzeild geraakt?

“Na het middelbaar heb ik, zoals iedereen, heel lang nagedacht over wat ik wou doen. Om dan, ook zoals iedereen, gewoon mijn kameraden te volgen. (lacht) Zo ben ik in Gent beland, in de richting grafische vormgeving. Een nieuwe wereld ging open. We hadden het thuis niet breed, maar dankzij een studiebeurs konden we een kot regelen en via het OCMW kreeg ik elke week 50 euro mee. Alleen al het feit dat ik vanuit Aalst in Gent was geraakt, vond ik ongelooflijk. Terwijl Gent, als ik het nu bekijk, eigenlijk gewoon Aalst in het groot is. Met mooiere mensen, dat wel.”

‘Ik besef dat het leven vluchtig is en probeer er alles uit te halen. Ik eet veel, drink, rook... Helaas zijn dat ook bezigheden die de vluchtigheid net in de hand werken.’Beeld Thomas Sweertvaegher

Maar het is toch fout gelopen?

“Als ik dit nu vertel, klinkt het grappig, maar toen was het totaal niet om te lachen. In het derde jaar had ik onveilige seks met een meisje en raakte ik er op een of andere manier van overtuigd dat ik aids had. Dat lijkt een compleet absurde gedachte, maar wanneer je op zo’n moment begint te googelen, tuimel je sneller dan je denkt in het donkere gat dat het internet kan zijn. Ik was alleen nog daarmee bezig en kon me niet meer concentreren op de taken die we moesten inleveren. Daarnaast begon ik me vragen te stellen bij het nut van de opleiding en ik had het er steeds moeilijker mee dat een jury mijn werk moest beoordelen. Uiteindelijk besloot ik ermee op te houden en kwam ik hier poetsen. (lacht) Je merkt dat ik in die tijd de dingen nog niet zo goed beredeneerde.”

In welke richting hebben de mensen wier vuilnisbak je kwam legen je uiteindelijk geduwd?

“Ik ben op hun aanraden een opleiding marketing gaan volgen. Later kwam daar nog boekhouden bij en uiteindelijk kon ik een stage bij MTV gaan doen. Ik bleef er hangen en ben zo in de televisiewereld gerold. Eerst bij een paar productiehuizen en uiteindelijk bij VTM, waar ik onlinevideo’s voor allerlei programma’s draaide.”

Was dat ook de start van je YouTube-carrière?

“Bij VTM liep ik Chris Ume tegen het lijf, een monteur die toen al volop bezig was met beeldbewerking en deepfake­videos. In zijn filmpjes speelde zijn hond meestal de hoofdrol. Ik stelde hem voor om ook eens in zo’n video te figureren. Tijdens de middagpauze konden we de green key gebruiken die ze bij VTM hadden staan en zo hebben we een video gemaakt waarin ik rondloop in het decor van Jurassic Park terwijl ik een durum eet. Toen het eerste filmpje aansloeg, zijn we het blijven doen. Nooit met de bedoeling om er geld aan te verdienen, we wilden alleen het talent van Chris laten zien. Die zat daar niet op zijn plaats. Hij werkt ondertussen samen met de gasten van South Park en heeft net nog een paar miljoen aan kapitaal opgehaald voor zijn eigen deepfakebedrijf.”

Met dank aan een fake filmpje waarin Jon Snow, een van de hoofdpersonages in Game of Thrones, zijn excuses aanbiedt voor de kwaliteit van het laatste seizoen. Met niemand minder dan Bockie De Repper in het aandachtige publiek. Dat filmpje kreeg aandacht tot in de VS. Dan heb je toch goud in handen?

“Het succes van die video kwam heel onverwacht. We zijn op snelheid gepakt. Toen die video ontplofte, hadden we nog niet de nodige stappen gezet om er op YouTube reclamespotjes voor of tussen te plakken. Hoewel we toen zo’n 20.000 euro misliepen, zijn we er geen dag ziek van geweest. We schopten het tot de voorpagina van The New York Post, daar waren we allang blij mee. Het ging niet over geld. Het gaat nooit over geld. Na dat filmpje werd ik gevraagd voor het panel van het Play4-programma Control Pedro. Alleen werkte ik toen nog voor VTM. Maar aangezien ik bij VTM als Jonas Van Boxstael op de loonlijst stond en ik bij Pedro als Bockie De Repper aan zou schuiven, zag ik daar geen probleem in. Mijn bazen helaas wel. (lacht) Alle plooien zijn uiteindelijk gladgestreken, maar ik zag wel in dat ik beter voor mezelf kon gaan werken.”

Eten staat centraal in wat je doet op YouTube en nu ook in Dat eet dan gelukkig zijn. Waar komt die liefde voor het culinaire vandaan?

“Geen idee. Op restaurant gaan heb ik altijd leuk gevonden. Al op mijn twintigste had ik een vriendengroepje waarmee ik elke maand wat chiquer ging eten. Daar spaarde ik dan telkens honderd euro voor. En ik ben diehardfan van Njam. Ik was lange tijd in de ban van Johan Segers, een van hun televisiekoks. Een iconische figuur met een lange paardenstaart, die je van alles zag doen met vreemde vissoorten of varkensingewanden. Hij was mijn held. We zijn ook in zijn restaurant ’t Fornuis gaan eten. Ik herinner me nog hoe ongelooflijk ik het vond dat dat zomaar kon. Dat gevoel heb ik nog altijd wanneer ik bij Kobe Desramaults of bij Nick Bril van The Jane ga eten. Ik besef hoe fantastisch dat is. Dat we het in mijn jeugd niet zo breed hadden, zit daar misschien voor iets tussen.”

Durf je aan je moeder de rekening te tonen na zo’n etentje in The Jane?

“Tuurlijk. Ze mag gerust weten dat ik soms 300 euro betaal om ergens te gaan eten. Ze weet hoe ik in het leven sta, wat niet betekent dat ze het ook begrijpt. Ze zou zo’n rekening heel gek vinden. Maar geldt dat niet voor elke moeder? Moeders willen vooral dat hun kinderen sparen voor later, toch? Er zijn trouwens wel meer dingen die mijn moeder niet snapt. Ze denkt bij wijze van spreken nog altijd dat de personages uit Familie echte mensen zijn. (lacht)

“Ik hoor wel vaker dat ik vast veel geld verdien, om al die dure restaurants te kunnen betalen. Maar ik heb geen huis, ik heb geen kinderen en ik doe niet aan pensioensparen. Alles wat ik verdien, geef ik uit. Ik ben niet materialistisch ingesteld. Ik heb nooit gespaard voor een paar nieuwe schoenen. Liever geef ik dat geld uit aan een avond op restaurant en het goede gevoel dat ik daaraan overhoud. Bij Kobe Desramaults gaan eten heeft mijn leven veranderd. En dat meen ik. Ik heb daar een gerecht gegeten — kaviaar geserveerd op krokant kippenvel — waarvan de rillingen me over het lijf liepen. Slechts van één ding heb ik spijt. Ik ben te vroeg bij Kobe binnengestapt. Sindsdien ligt de lat wel heel hoog.”

‘Ik ben een gigantische hypochonder. Ooit had ik drie huisdokters, zodat ik kon afwisselen om niet gek verklaard te worden.’Beeld Thomas Sweertvaegher

Kan je zelf koken?

(lacht) “Ik ga ‘ja’ zeggen, al weet ik dat heel veel mensen daar niet akkoord mee zullen gaan. Mijn broer bijvoorbeeld. Ooit heb ik op nieuwjaarsdag een consommé verneukt in het restaurant waar hij werkt. Ik kook niet zo vaak, maar als ik een weekend vrij heb, durf ik me weleens aan stoverij of zo wagen.”

Ben je niet bang voor wat de toekomst brengt, zonder huis, spaargeld of pensioenplan?

“Ik leef vanuit het idee dat ik waarschijnlijk toch vroeg dood zal gaan. Al stel ik me de laatste tijd wel steeds vaker de vraag: ‘Wat als ik niet doodga? En plots zestig ben?’ Maar dat zien we dan wel weer. Het is tot nu ook altijd goed gekomen.

“Wat dat huis betreft, is er trouwens verandering op komst. De liefde heeft me de immomarkt op geduwd. Al vind ik dat heel beangstigend. Want dan zit je plots wel met alle leningen en verplichtingen die daarbij horen. Maar ik besef dat ik de voorbije jaren neig egoïstisch ben geweest. In het weekend ging ik uit, maandag en dinsdag moest ik daarvan recupereren en op woensdag was ik dan misschien de toffe man op wie mijn toenmalige vriendinnen verliefd waren geworden. Maar lang duurde dat niet, want donderdagavond was naar mijn aanvoelen toch al een beetje vrijdagavond en dus moest er weer uitgegaan worden. Ik ben daar voor alle duidelijkheid niet fier op. Ik heb veel te weinig rekening gehouden met anderen.”

Zullen er in dat huis ook kinderkamers zijn?

“Daar worstel ik mee. Ook dat heeft met egoïsme te maken, ik besef dat ik dingen zal moeten opgeven als er ooit kinderen komen. Je leven verandert hoe dan ook. In positieve zin, hoor ik van veel mensen. Maar we moeten toch ook eens babbelen over de minder mooie kanten. (lacht) De invloed op je nachtrust, om er maar één te noemen. Als ik om halfnegen wakker word, weet ik dat mijn collega’s met kinderen er dat moment al een hele ochtendshift hebben opzitten. Terwijl ik op dat uur alleen maar kan denken aan hoe moe ik nog ben.”

Mogen we stellen dat Bockie stilaan zijn wilde haren kwijtraakt?

“In mijn hoofd ben ik nog altijd vrij. Maar ik hoef niet meer zo vrij te zijn als toen ik twintig was. Tussen mijn twintigste en dertigste heb ik alles uit het leven geperst. Die nood is er niet meer. Ik heb een heel volwassen agenda, vol bolletjes met al mijn afspraken. Maar er zijn ook een aantal dagen zonder bolletjes. Dat zijn de belangrijkste.”

In de video’s die je voor YouTube maakt, sla je ongezonde hoeveelheden voedsel achterover, het liefst doorgespoeld met even ongezonde hoeveelheden alcoholhoudende dranken. Maak je je zorgen over de fysieke gevolgen?

“Toch wel. Ik zit in een constante tweestrijd. Ik besef dat het leven vluchtig is en probeer er alles uit te halen. Ik eet veel, drink, rook. Helaas allemaal bezigheden die de vluchtigheid net in de hand werken. Bovendien ben ik een gigantische hypochonder. Niet ideaal met mijn levensstijl.”

Stap je dan om de paar dagen binnen bij de dokter?

“Op een bepaald moment had ik drie huisdokters, zodat ik kon afwisselen en ze me niet helemaal gek verklaarden. Corona was op dat vlak een goede zaak. Tegenwoordig kan ik mijn vragen per mail stellen. Ik heb bijvoorbeeld nu al een dag of twee hier pijn (trekt zijn trui omhoog en wijst naar de linkerkant van zijn buik). Geen idee wat daar ligt, ik denk mijn milt of mijn darmen, maar vanavond ga ik mijn dokter dus een mail sturen met in bijlage een foto van de pijnlijke plek in kwestie. Dan krijg ik meestal een geruststellend antwoord en is mijn angst weer even weg. De man zucht waarschijnlijk wanneer hij mijn naam in zijn mailbox ziet verschijnen, maar voor mij is het de enige remedie tegen de gekke vragen in mijn hoofd.”

Lijkt me lastig.

“Vroeger was het nog veel erger. Van mijn 23ste tot mijn 33ste had ik zware paniekaanvallen. Het is moeilijk om uit te leggen hoe dat precies voelt. Alsof er plots een stolp over je heen wordt geplaatst. Je beseft minder goed wat er rondom je gebeurt, maar je wordt je tegelijk superbewust van elke beweging die je zelf maakt. Dat maakte functioneren onmogelijk. Het lastige was dat ik het nooit voelde aankomen en al helemaal niet kon voorspellen hoelang zo’n aanval zou duren. Soms twee uur, soms ook twee dagen. Op het werk heb ik heel vaak meetings moeten skippen met een of ander flauw excuus. Dan ging ik naar huis, nam ik een halve xanax in de hoop dat die angst geleidelijk weg zou trekken. Die aanvallen waren op een bepaald moment zo intens dat ik dacht: dit hou ik geen tien jaar meer vol.”

Hoe heb je die aanvallen weer doen verdwijnen?

“Een pyscholoog die de EMDR-techniek (Eye Movement Desensitization and Reprocessing, een therapie voor mensen met een trauma, red.) gebruikte, heeft me geholpen. Hij vroeg me om bepaalde herinneringen op te roepen. Heel intens, maar de aanvallen zijn wel verdwenen. Ik stapte daar binnen met de mededeling dat ik over alles wou praten, maar niet over de dood van mijn vader. Die is bij ons thuis vertrokken toen ik 13 was. Nadien heb ik hem nauwelijks nog gezien. Toen hij stierf, was dat voor mij geen drama. We hebben alles geregeld, hem begraven en daarmee was de kous af. Dacht ik. Maar na een halfuur bij die psycholoog bleek al dat we toch niet om hem heen konden. Al was het maar omdat die aanvallen net na zijn overlijden gestart zijn. Ik ben door die gesprekken wel gaan beseffen hoe jammer het is dat ik mijn vader nooit meer ga zien. Dat ik eigenlijk nooit ga weten wie hij eigenlijk was. Al kan je het ook positief bekijken. Ik weet dat ik een goede vader zal zijn. Ik heb gezien hoe het niet moet.”

‘De paniekaanvallen zijn begonnen na het overlijden van mijn vader. Door de gesprekken met mijn psycholoog ben ik gaan beseffen hoe jammer het is dat ik hem nooit meer ga zien.’Beeld Thomas Sweertvaegher

Terug naar de mails van je huisdokter. Die hebben voorlopig nog geen alarmerende ondertoon?

“Neen, mijn lever is nog oké. Alleen mijn cholesterol is iets te hoog en eigenlijk zou ik 7 kilo moeten afvallen. Maar dat is moeilijk. Ik eet nochtans supergraag groenten en ik heb echt niet de behoefte om elke dag iets vettigs naar binnen te werken. Maar uit een soort luiheid neem ik vaker dan ik zou willen mijn toevlucht tot chips en hamburgers. Ik heb iemand nodig die mijn handje vasthoudt. Die elke middag mijn brooddoos vult met een lekker slaatje. Ik vrees dat er niks anders op zit dan een relatie te beginnen met Sandra Bekkari. Enkel zij kan me nog redden.

“Af en toen belandt er een ongeruste moeder in mijn Instagram-feed, die het fout vindt dat ik alcohol en vettig eten promoot. Maar ik roep toch niemand op om mijn levensstijl te kopiëren? Ik vertel alleen over hoe ik mijn hoofd leeg kan maken. Na een periode van hard werken is iets gaan eten, met uiteraard de bijbehorende dranken, voor mij de ideale manier om de batterijen op te laden.”

Ben je niet bang voor een alcoholverslaving?

“Neen, dat gevaar is er niet. Dat heb ik de voorbije jaren uitgebreid proefondervindelijk vastgesteld. Het draait bij mij ook niet om dat drinken, het gaat over genieten. Het enige waar ik echt verslaafd aan ben, is werken. Voor mij is dat nog gevaarlijker dan alcohol. Ik kan me echt in mijn werk verliezen. Ik schiet weleens om twee uur ’s nachts wakker, waarop ik naar de monteur met wie ik mijn YouTube-­filmpjes maak een berichtje stuur over de volgorde van de scènes in onze volgende video. Mijn werk verstoort mijn nachtrust. (lacht) Met alcohol heb ik dat veel minder.”

Nog één dingetje. Toen je daarnet je trui omhoog trok, zag ik de woorden ‘per ongeluk’ op je buik staan. Hebben die een speciale betekenis?

(lacht) “Helaas. Ik heb negen tattoos. Twee daarvan heb ik in stomdronken toestand laten zetten. Naast mijn piemel staat ‘smakelijk’ getatoeëerd en dan is er dus ook de ‘per ongeluk’-tattoo. Die heb ik op nieuwjaarsnacht laten zetten.”

Op nieuwjaarsnacht? Zijn de tattooshops in Aalst dan open?

“Neen, maar ik heb een aantal kameraden met tattoogerief. Als ze voorstellen om hun spullen mee te brengen naar een feestje, weet ik op voorhand natuurlijk dat dat een superslecht idee is. Maar omdat ik een voorliefde heb voor slechte plannen zeg ik dan toch ‘ja’. Om dan de volgende dag wakker te worden met ‘per ongeluk’ op mijn buik. Ik troost me met de gedachte dat het nog veel slechter had gekund. Ze hadden ook een unibrow op mijn voorhoofd kunnen tekenen.”

Dat eet dan gelukkig zijn, maandag om 21u45 op VTM2. Op Instagram: @bockiederepper