Direct naar artikelinhoud
ReportageVerenigde Staten

Huis verkocht, spaargeld erdoor: hoe de legalisering van cannabis in Californië mislukte

Los Angeles telt zo’n 2.800 illegale wietwinkels, een veelvoud van het aantal met een vergunning.Beeld ANP/Polaris Images

Ruim vijf jaar geleden legaliseerde Californië marihuana, maar legale ondernemers hebben het moeilijk: de zwarte markt is nog altijd dominant. ‘Veel mensen die een paar jaar geleden legaal begonnen, zijn alweer gestopt.’

Josephine & Billie’s in de wijk South Los Angeles zit ingeklemd tussen een voormalig visrestaurant en een wasserette. Aan de bescheiden gevel is niet af te lezen dat achter de lobby meerdere ruimtes schuilgaan, geïnspireerd door de zogeheten tea pads uit het begin van de 20ste eeuw. Daar kwamen mensen van allerlei achtergronden, onder wie veel Amerikanen van kleur, bij elkaar om te genieten van marihuana en jazz. Zonder wachtwoord kwam je er niet in.

Zo ook bij Josephine & Billie’s. Na een grondige tascontrole door de beveiliger geven de woorden ‘Billie sent me’ toegang tot een ruime winkel zonder ramen. In tegenstelling tot veel andere cannabiszaken, waar alles achter een toonbank ligt, kunnen klanten hier ronddwalen tussen de voorgerolde joints, verzorgingsproducten en snacks – waaronder garnalenchips en veganistisch ijs – allemaal verrijkt met cannabis.

De lounge, inclusief fluwelen hoekbank, is aangekleed met ingelijste foto’s van de zwarte entertainers Josephine Baker en Billie Holiday, naar wie de zaak vernoemd is. “We zijn nu pas drie maanden open,” telt ceo en oprichter Whitney Beatty na op haar vingers. Ze klinkt trots, maar ook moe. “Natuurlijk ben ik blij, maar er gingen jaren van obstakels aan vooraf.”

War on drugs

In 2016 werd in Californië een wet ondertekend die gebruik van cannabisproducten voor mensen boven 21 jaar legaliseerde. Twintig jaar eerder was de staat ook al de eerste in het land die cannabis voor medische doeleinden toestond, nadat gebruik er in 1937 verboden werd. 

Vervolging van handelaren en gebruikers kwam pas echt op gang nadat president Richard Nixon in 1971 de war on drugs had afgetrapt. In de jaren erop verdwenen steeds meer mensen achter de tralies voor relatief kleine drugsvergrijpen, onder wie disproportioneel veel Amerikanen van kleur.

In een poging die scheve verhoudingen enigszins recht te breien, werd bij de legalisering in 2016 een initiatief voor sociale gelijkheid geïntroduceerd, dat historisch achtergestelde minderheidsgroepen kansen moet bieden op de cannabismarkt.

“Cannabiszaken die er al waren (voor medicinaal gebruik), mochten gewoon blijven bestaan,” vertelt Beatty. “En er kwamen honderd nieuwe vergunningen vrij voor mensen zoals wij.” Ze ontwierp toen al opbergdozen voor cannabis en was meteen enthousiast. “Switchen naar verkoop van de cannabis zelf bood een kans op succes en het opbouwen van vermogen. Dat dacht ik althans.”

Verschillende soorten cannabis liggen uitgespreid in een winkel. Veel eigenaren van legale verkooppunten vullen hun inkomen aan met opbrengsten van de zwarte markt.Beeld Los Angeles Times/Polaris

Gevestigde namen met diepe zakken

Want het duurde een paar jaar voordat nieuwe ondernemers als Beatty überhaupt een aanvraag konden indienen. En ze moesten al veel dingen geregeld hebben, zoals een locatie en een huurcontract. Veel kleine starters werden verdrongen door gevestigde namen met diepe zakken, en vielen uiteindelijk af. “Wij betaalden twee jaar voordat we open mochten al huur,” legt Beatty uit. 

Tijdens het wachten verloor ze haar oorspronkelijke zakenpartners en moest ze op zoek naar investeerders. Ze verkocht haar huis en sprak haar spaargeld aan. “Het is een wonder dat we nu open zijn.”

Beatty’s ervaring is geen uitzondering, vertelt cannabisconsultant Andrew DeAngelo. Hij was in 2006 medeoprichter van Harborside in Oakland, een zaak die begon als een non-profit voor medische marihuana, en in 2011 wereldwijd bekend werd door de realityserie Weed Wars. DeAngelo was een van de aanjagers van legalisering in Californië, en helpt cannabisbedrijven nu bij het navigeren van de legale markt. De huidige wet is een ramp, vindt hij. “Veel mensen die een paar jaar geleden legaal begonnen, zijn alweer gestopt.”

Draconische belastingen

Lokale verordeningen zijn een groot struikelblok. Hoewel marihuana toegestaan is, mag elke gemeenteraad zelf besluiten of hij cannabiszaken toestaat. Zo zijn er in Los Angeles (vier miljoen inwoners) 187 legale zaken, en in Fresno (een half miljoen inwoners) nul.

En áls je als ondernemer aan de slag mag, ontkom je niet aan draconische belastingen. De wet schrijft voor dat iedere schakel van de toeleveringsketen wordt belast. “Dat is in geen enkele andere sector zo,” vertelt DeAngelo. Er bestaat bovendien al twintig jaar een enorme schaduwmarkt voor medische wiet, met een geoliede toeleveringsketen en lagere prijzen van dien. “Dit maakt het voor ondernemers enorm onaantrekkelijk om een legale handel te beginnen,” stelt hij.

Dat klopt, zegt Beatty. “Deze business is onmogelijk zonder kapitaal van buitenaf. Ik doe alles volgens de regels. Maar waarom zou iemand bij mij 137 dollar betalen als ze elders voor 100 dollar klaar zijn?”

Op beide markten actief

De illegale markt waar Beatty en DeAngelo naar verwijzen is sinds de legalisering namelijk niet gekrompen: er gaat jaarlijks omgerekend 7 miljard euro in om, twee keer zo veel als in de nieuwe, legale sector. Californië telt zo’n 2800 illegale wietwinkels, een veelvoud van het aantal met een vergunning. Uit onderzoek van Associated Press bleek onlangs dat veel telers en verkopers naast hun legale ondernemingen ook op de zwarte markt actief blijven. Ze zeggen niet anders te kunnen.

Beatty blijft desondanks vastbesloten om van Josephine & Billie’s een succes te maken en droomt zelfs van uitbreiding, bijvoorbeeld via de overname van de aangrenzende wasserette: “We hopen op een vergunning voor consumptie.” Dat zou meer inkomen genereren, maar voorlopig is er nog geen politieke consensus over het toestaan van cannabiscafés.

Inmiddels vindt 68 procent van alle Amerikanen dat marihuana moet worden gelegaliseerd, en in staten als Virginia en New York zijn al wetten aangenomen. Een positieve ontwikkeling, meent DeAngelo. “Zolang ze maar goed naar Californië kijken en precies het tegenovergestelde doen van wat hier gebeurt.”