De Kock had zich verzet tegen zijn overlevering aan ons land. Hij ontkent de moord op en de ont­voering van kleuter Dean. Volgens zijn advocaat is er hoogstens sprake van ‘schuldig verzuim’.

• ‘Geen moord, hoogstens schuldig verzuim’

De advocaat argumenteerde ook dat de feiten ‘geacht worden op ­Nederlands grondgebied te zijn gepleegd’, en dat daarom een berechting in Nederland nodig is. Maar de rechtbank in Amsterdam volgt die redenering niet.

De Kock verscheen op 20 januari voor de officier van justitie in Amsterdam, die hem in overleveringsdetentie plaatste. Daarmee startte de overleveringsprocedure. De raadkamer van de Amsterdamse rechtbank oordeelde op 28 januari dat De Kock in overleveringsdetentie bleef. De Kock verzette zich echter tegen de overlevering, waardoor de Internationale Rechtshulpkamer van de rechtbank Amsterdam moest beslissen over de overlevering.

‘De overlevering wordt toegestaan. Tegen deze uitsprak staat geen rechtsmiddel open’, stelde de Internationale Rechtshulpkamer dinsdagmiddag. Er is dus geen beroep mogelijk tegen de beslissing.

De overlevering moet binnen de tien werkdagen uitgevoerd worden, maar Nederland en België willen sneller werken zodat De Kock en zijn vriendin R.W. met elkaar geconfronteerd kunnen worden.

Grote zoekactie

Dean werd op woensdag 12 januari door zijn moeder afgezet bij De Kock en diens vriendin. Een dag later zou hij naar zijn grootouders worden gebracht, maar dat gebeurde niet. Pas op zaterdag gaf zijn vriendin toe dat De Kock er met de jongen vandoor was. De politie werd ingeschakeld en begon een grote zoekactie. Op maandag 17 januari werd het lichaam van Dean in Nederland gevonden ter hoogte van Neeltje Jans in Zeeland, en werd De Kock opgepakt in Meerkerk in de provincie Utrecht. Het is nog niet duidelijk waar de kleuter om het leven kwam.