Ze waren hélemaal klaar voor carnaval, en dan kwam corona: “Ik ga moeten vertrekken zonder hoogtepunt”

Als er íémand wacht op een zot feestje, dan wel prins carnaval. Die van Aalst en die van Halle, die van Lanaken of Herenthout: de prinsen en prinsessen zijn klaar voor praalwagens en polonaises, voor hún moment de gloire. Al járen. Voor de ene schuift het op naar volgend jaar, voor de andere zal het er nooit van komen.

Teskt: Kim Clemens

Prins-elect Bram, Herenthout: “Ik heb nog geen geld om mee te trakteren”

In Herenthout, met ’s lands oudste carnavalsstoet, is het een duidelijke regel: prins ben je er maar één jaar. In tijden van corona wijken ze daar niet van af – dat heb je dan met traditie. En dus is Bram Van Dyck (37) wel verkozen tot prins, maar nog altijd niet aangesteld.

 ©  Joren De Weerdt

“Mijn dansmariekes waren zich al aan het voorbereiden, mijn vrienden waren een wagen aan het bouwen. Ik was serieus teleurgesteld toen in november de stekker er werd uitgetrokken”, zegt prins-elect Bram de eerste. “Maar je moet roeien met de riemen die je hebt. Ik weet het, dat is een huizenhoog cliché.”

Hij is fier op zijn hoed met pluimen en zijn traditionele witte pak. Ook al heeft hij het officieel nog niet kunnen dragen. “Ik ben er al lang mee bezig om prins te kunnen worden”, zegt Bram, een leerkracht. “In Herenthout leeft carnaval en Peer Stoet heel sterk. We zijn met 9.000 inwoners, en daarvan zijn er duizend actief in het carnaval. Ik denk niet dat er veel dorpen of steden zulke percentages kunnen voorleggen.”

Uitstel is geen afstel, en dit jaar zal er toch al íéts mogelijk zijn in de cafés. Al zit trakteren er voor de bijna-prins nog niet in. “Normaal gezien worden die uitgaven gesponsord door activiteiten en door de middenstand. Dit jaar is dat niet doorgegaan. Het zou ambetant zijn om met geld te beginnen gooien dat ik nog niet heb. Maar volgend jaar trakteer ik zeker!”

 

Kandidaat-prins Yordi, Aalst: “Maandenlang samen opbouwen, dat is het gevoel dat ik het meeste mis”

Er zijn er in Aalst veel die in de wieg gelegd zijn voor carnaval. Maar bij Yordi Ringoir (30) ging het nog een stap verder: zijn wieg stond bijna in de werkhallen van de praalwagens. “Carnaval is meer dan een passie. Het is altijd een obsessie geweest.”

 ©  lfb

Yordi is kleuterleider, maar ook al drie jaar kandidaat-prins. Zo noemt hij het zelf, al is hij eigenlijk zegezeker voor de verkiezing voor 2023. “Ik was dit jaar de enige kandidaat, en de stad heeft me beloofd dat ze voor volgend jaar geen nieuwe kandidaturen aanvaarden. Ik ben overal al aangekondigd als de opvolger van prins Yvan.”

Ergens logisch, want Yordi voerde een half jaar geleden al vol vuur campagne. “Ikzelf was sceptisch, maar rondom mij was iedereen ervan overtuigd dat het dit jaar zou lukken. Niet dus. Er zal wel iets te vieren zijn in de cafés, en ik ben blij voor de horeca. Maar voor mij is het pas carnaval als er een stoet is. Dat is het kloppend hart. Dat gevoel van maanden aan iets werken en samen opbouwen. Dat gevoel hebben we nu al jaren niet meer gehad. Dat is wat ik het meeste mis.”

Hij kan het weten. Yordi groeide op op een paar honderd meter van de werkhallen. “Als klein ventje hing ik daar altijd rond. Ik ben ook de zoon van een cafébazin. Ook daar zat ik vaak tussen de carnavalisten. Bij de meeste kinderen hangen popsterren aan de muur, en posters uit de Joepi. Bij mij hing mijn kamer vol met carnavalsaffiches, vlaggen en cd’s. Prins worden was een jeugddroom. Ik keek er enorm naar op, en ik zie het nog altijd als een groot voorrecht voor een carnavalist. Dat het nu alweer uitgesteld is, probeer ik te relativeren. Corona heeft erger leed veroorzaakt.”

 

Prins Ronny, Lanaken: “Ik ga moeten vertrekken zonder hoogtepunt”

Dubbel pech, heet dat. In 2020 zag prins Ronny de derde zijn stoet in het water vallen door de weersomstandigheden. De uitgestelde stoet zou doorgaan op 5 april, maar toen kwam corona. “Volgend jaar is er een nieuwe prins. Ik ga moeten vertrekken zonder hoogtepunt.”

 ©  Boumediene Belbachir

Het prikt bij Ronny Caubergh (37). In andere carnavalssteden blijft de prins de scepter zwaaien tot er een carnaval met alle toeters en bellen is geweest, maar niet in Lanaken. “In oktober is er sowieso een nieuwe prinsenverkiezing. Ik vind dat heel spijtig. Er is al de nodige discussie over geweest.”

Ronny is zelfstandig metaalbewerker en in zijn vrije tijd brandweerman. Hij is ook vader en echtgenoot. Maar prins zijn, dat is toch iets speciaals. “Het is de grootste eer die je als carnavalist kunt krijgen. Vanaf het moment dat ik kon lopen, ben ik met mijn ouders mee carnaval gaan vieren. Zij zijn ook carnavalist. Al sinds ik 15, 16 jaar was, deed ik mee aan de organisatie. Mijn vrouw komt ook uit een carnavalsfamilie, en we hebben mekaar op een feest leren kennen.”

Ze waren allemaal fier, toen Ronny won. “Toen de stoet dat eerste jaar niet kon doorgaan, was ik teleurgesteld. Maar we konden niet anders dan ons erbij neerleggen. We wisten toen niet wat corona was, en heel Europa nam grote maatregelen. Ik ging ervan uit dat het in 2021 rechtgezet zou worden, en daarna in 2022. Het is nog altijd niet gelukt. Ik heb mijn kostuum nog niet veel kunnen dragen.”

Hier en daar was er wat carnavalgewoel. “Begin 2020 heb ik de kleinere stoeten in de deelgemeenten kunnen meemaken. En vorig jaar op vastenavond mochten we met één wagen door de straten trekken. Dit jaar zullen er ook enkele festiviteiten zijn. Maar het is niet hetzelfde. We hebben hier in Lanaken ook een jeugdprins en een jeugdprinses; meestal kinderen van carnavalisten. Vooral voor hen vind ik het jammer dat het nu zo loopt.”

En toch. Ronny is de eerste in de geschiedenis die drie jaar lang prins carnaval van Lanaken is. “Ik had het liever kort en krachtig gehad. Eén jaar prins met alles erop en eraan, dan één jaar zonder hoogtepunt. Maar het is nu zo. Het zal voor de volgende generatie zijn. We gaan ervan uit dat onze dochter toch eens aan de beurt zal komen als jeugdprinses.”

 

Prins Nico en prinses Katleen, Halle: “We hebben meer dan één zakdoekje nodig gehad. Maar het slijt”

Toen Nico Van Tricht en Katleen Van Vlaenderen op 11 maart 2020 hun prinsenkostuum gingen passen voor de laatste retouches, waren ze hoopvol. Maar een dag later ging het land op slot. Ze wachten nog steeds op hun stoet en op hun carnaval. En op hun kostuum. “De hoed en kroon hebben lang op ons nachtkastje gestaan.”

 ©  Marc Gysens

In Halle doen ze het allemaal wat anders. Een polonaise heet er een farandole. Elke prins heeft er een prinses. En carnaval vieren ze er eind maart. “Andere steden hebben in 2020 wel nog kunnen vieren, wij waren de eerste waar het volledig werd afgeschaft”, zegt prins Nico. “Ik krijg nog kiekebisj als ik eraan terugdenk. We hebben meer dan één zakdoekje nodig gehad, toen. Maar het slijt.”

Het jaar had nochtans niet beter kunnen starten. Eind januari wonnen Nico en Katleen de felbegeerde titel, als eerste prins en prinses die níét uit een carnavalsgroep komen. Hij technieker bij Proximus, zij boekhouder, maar tijdens carnaval al tientallen jaren bekend als belleman en bellevrouw. “We liepen altijd mee als individuelen. Maar door de jaren hebben we veel vriendschappen opgebouwd met andere carnavalisten. De kameraadschap die we voelden bij de verkiezing, dat gevoel is niet te beschrijven.” “Daar slaap je niet van de eerste nacht”, zegt Katleen. De hoed en de kroon stonden de eerste dagen op hun nachtkastje te blinken, “om ernaar te kunnen kijken voor we gingen slapen en bij het opstaan. Nu staan ze tentoongesteld op een mooie plek in de living.”

Maar op het bijhorende kostuum wachten ze nog. “We hebben het één keer gepast, vlak voor de lockdown. Eigenlijk kun je het vergelijken met een trouw. Als ze anderhalve week voordien zeggen dat het niet mag doorgaan, dan is dat een schok”, zegt Nico. “In 2021 was dat minder, omdat we het toen voelden aankomen. Toen wisten we in december al dat er een mirakel nodig was om carnaval wél te laten doorgaan.”

Dit jaar moet het lukken. “We geloven er echt in. Alles ligt ook nog klaar van de vorige keer. Sommige wagens zijn gehavend en moeten opnieuw geverfd worden, andere zijn er minder erg aan toe. De kinderen zijn gegroeid, maar ze proberen kostuums door te geven. Ik voel de adrenaline al, van ons topmoment dat eraan komt. Het is echt een roeping om prins en prinses te zijn.”

En als het deze keer toch niet doorgaat? “Dan blijven we aan tot volgend jaar. Tot we een carnaval hebben zoals het hoort.”

Aangeboden door onze partners

Hoofdpunten

Aangeboden door onze partners

Beste van Plus

Lees meer