Volgens de Verenigde Naties zijn nu al meer dan 500.000 Oekraïners hun land ontvlucht. De Europese Unie houdt er rekening mee dat tot zelfs zeven miljoen mensen op de vlucht kunnen gaan, als de oorlog aansleept. Hoeveel van hen naar België zullen komen, is voorlopig koffiedik kijken. Zondag beslisten de Europese Ministers van Binnenlandse Zaken en Migratie alvast dat Oekraïense vluchtelingen op een automatisch beschermingsstatuut zullen kunnen rekenen, en niet de asielprocedure moeten doorlopen. Zodra zij in België zijn aangekomen, zouden ze tot drie jaar verblijfsrecht krijgen.

   • Volg alle updates over de oorlog in Oekraïne in onze liveblog

Voor de opvang van de Oekraïense vluchtelingen kijkt de federale regering in eerste instantie volledig naar de Belgische gezinnen – met de campagne #PlekVrij. Van grote opvangcentra is geen sprake. Dat heeft staatssecretaris voor Asiel en Migratie Sammy Mahdi (CD&V) vanavond bekendgemaakt. De federale regering haakt daarmee dankbaar in op de vele spontane solidariteit en aanbiedingen van slaapplaatsen door gezinnen, die de voorbije dagen onder meer op sociale media opdoken. ‘De mails en berichten vanuit de bevolking , zijn enorm’, zegt Mahdi. ‘Iedereen wil helpen. Deze oorlog laat niemand onberoerd.’

Onthaalcentrum

Gezinnen die bereid zijn om vluchtelingen op te vangen in hun huis, zullen dat binnenkort kunnen melden bij hun gemeente. Die zal samen met het Nationaal Crisiscentrum instaan voor de coördinatie van de opvang op het terrein. De eerste aanmelding en verdere verspreiding van de vluchtelingen zal gebeuren in een onthaalcentrum in het voormalige Jules Bordet-ziekenhuis in Brussel.

Dinsdag vindt ook een interministeriële conferentie plaats, waarop de verschillende regeringen van ons land de ‘uitdagingen die samenhangen met de komst van de Oekraïense vluchtelingen’ zullen bespreken. ‘Huisvesting is daar één aspect van, maar het gaat evengoed over kinderen school laten lopen en mensen werk helpen te vinden, zodat zij de draad van hun leven op een goede manier kunnen oppikken’, zegt Mahdi.