Direct naar artikelinhoud
NieuwsZorgsector

Zorgkoepels eisen extra middelen van minister Beke: ‘Anders dreigt een grote leegloop’

De aanleiding van het conflict is de oprichting van 60 eerstelijnszones. Die moeten een meer buurtgerichte zorg mogelijk maken, maar worden volgens de briefschrijvers ondergefinancierd.Beeld BELGA

Als Vlaams minister van Welzijn Wouter Beke (CD&V) de lokale zorgsector overeind wil houden, dan moet hij dringend extra middelen voorzien. Dat zeggen de koepels van de Vlaamse eerstelijnszorg in een gezamenlijke brief.

“Wij hebben dit probleem al verschillende keren aangekaart bij minister Beke en zijn kabinet, maar tot nu toe kwam er nog geen voorstel van oplossing”, zo schrijven de elf koepels van de Vlaamse eerstelijnszorg in een open brief. Het gaat ondermeer om huisartsenvereniging Domus Medica, het Artsensyndicaat en de Federatie van Vrije Beroepen. Deze organisaties vertegenwoordigen alle zorgverleners in uw buurt, van huisartsen en thuisverpleegkundigen over tandartsen en kinesisten.

Het conflict draait rond de omwenteling in de zorg. Vlaanderen wil dat mensen langer thuis kunnen blijven wonen. Wie ziek wordt, moet dicht bij huis geholpen worden. Problemen zoals vereenzaming en mentale issues moeten ook sneller worden gespot. Oud-welzijnsminister Jo Vandeurzen (CD&V) zette de eerste stap richting deze ‘buurtgerichte zorg’ door zorgverleners digitale informatie te laten uitwisselen, bijvoorbeeld over medicatieschema’s van patiënten.

Huidig minister Wouter Beke (CD&V) gaat nog veel verder. Op 1 juli 2020 werd Vlaanderen opgedeeld in 60 eerstelijnszones. Sindsdien wordt iedere zone bestuurd door een zorgraad, waarin zowel politici, zorgverleners als patiëntenverenigingen zetelen. Tijdens de coronacrisis kwamen zij voor het eerst in beeld toen zij de opdracht kregen om de vaccinatiecentra te organiseren en een lokale vaccinatiestrategie uit te werken. Iets waarvoor ze veel lof hebben gekregen.

Leegloop

Straks zouden zij bijvoorbeeld ook lokale acties moeten opzetten rond stoppen met roken, overgewicht, diabetes, kankersensibilisering, enzovoort. Deze aanpak wordt ook in Nederland toegepast.

Alleen: wie gaat dit allemaal bolwerken? Toen corona toesloeg, gaf menig diëtist, logopedist of psycholoog zich vrijwillig op om het beleid in zijn of haar gemeente in goede banen te leiden. Zij deden dat bovenop de zorg voor hun patiënten. “Maar om hen gemotiveerd te houden voor zo’n intens engagement is een correcte vergoeding vereist”, schrijven de organisaties in hun brief. “Anders wordt de druk zo hoog dat ze zullen afhaken. Ze wensen deze situatie niet langer vol te houden.”

Apothekeres Hilde Deneyer van de Federatie van Vrije Beroepen, aangesloten bij Unizo, waarschuwt voor de grote decompressie na corona. “Na de hoge druk van de voorbije twee jaar voelt iedereen in de zorg de vermoeidheid toeslaan. Als er dan nul middelen tegenover tien à vijftien vergaderuren per maand staan, is het logisch dat er een grote leegloop dreigt. Want een zorgberoep is misschien een roeping, maar met een roeping breng je geen brood op de plank.”

Tot nu toe maakte Beke 750.000 euro vrij om beroepsgroepen zoals apothekers en ergotherapeuten kringen te laten vormen zoals de huisartsen. Als je weet dat Vlaanderen meer dan 100.000 zorgverleners telt, is dit bedrag volgens de organisaties ruim onvoldoende. Hun eis is een maandelijkse vergoeding die volgens Deneyer op 800 à 1.200 euro bruto per persoon moet liggen. “Ofwel forfaitair, ofwel in de vorm van een soort zitpenning.”

Daarnaast eisen de organisaties dringend een onderhoud met Beke en een speciale hoorzitting in het parlement.

Zoveelste opdoffer

Voor Beke gaat het om de zoveelste opdoffer op korte tijd. Na de coronadoden in de rusthuizen en enkele controversiële besparingen moest hij zich vorige week nog vurig verweren voor de dood van een baby in een crèche. Nu krijgt hij de lokale zorgkoepels tegenover hem.

In een reactie laat zijn kabinet weten dat er door de coronacrisis nog geen werk kon worden gemaakt van een duidelijke taakomschrijving van de zorgraden. “We zullen dat de komende tijd opnemen.” Intussen werd er wel al een hervormingstraject opgestart. Voor de zomer zou Beke hiervoor een plan op tafel van de regering leggen. Extra middelen komen er voorlopig niet.