Een T-vormig juweel met een diamant en wat goud erin verwerkt. De ‘T’ staat voor Tom, de zoon van Mia Maris (71), die in 2008 op 34-jarige leeftijd overleed aan de gevolgen van een hersentumor. “Het was een redelijk zwaar hangertje, daarom deed ik het niet dikwijls aan”, vertelt Mia terwijl ze tegen haar tranen vecht. “Toen Jan, mijn tweede zoon, gestorven is aan een hartaderbreuk, wou ik het laten smelten om er een juweel van te maken. Maar het was weg, ik had het niet meer. Heel triestig dat je zoiets meemaakt. Ik kreeg zelf dan ook nog eens kanker. Het is droevig.”

Naar een verdachte moest de Hasseltse niet lang zoeken. Het was begin 2020 en dus volle coronaperiode toen het rouwjuweel bij haar thuis verdween. Omdat ze zelf sukkelde met haar gezondheid en er niemand anders over de vloer kwam, was het duidelijk wie ermee aan de haal was gegaan: Mia’s poetsvrouw. “Ze heeft het juweel verkocht aan een goudwisselkantoor en heeft er 120 euro voor gekregen. Ik ga me onthouden van enige commentaar”, moest de procureur op zijn tanden bijten.

Assen in de vuilnisbak

“Het juweel was toen al gesmolten”, blikt Mia terug. “Ze heeft de assen bij haar thuis in de vuilnisbak gegooid en de diamant uit het juweel gehaald. Ik kon niets meer recupereren.” Samen met haar echtgenoot vraagt Mia een schadevergoeding van 4.000 euro. “Maar wat ik ook krijg, niets maakt dit nog goed. Ik had beter moeten weten. Mijn poetsvrouw had om de veertien dagen haar haren gedaan, ze had valse nagels en valse wimpers. Ze vertelde over haar twee aangekochte honden voor 1.600 euro per stuk. Dan moet er sprake van diefstal zijn.” “Mijn cliënte is de laatste herinnering aan haar zoon kwijt”, brieste haar advocate Kato Laeremans. “Eigenlijk is dit grafschennis.”

Mia was niet het enige slachtoffer van de Hasseltse poetsvrouw. Tijdens haar werkuren maakte ze ook een duur familiejuweel buit bij een dementerende 89-jarige vrouw. Meester Pieter Valkenborg eiste een schadevergoeding van 7.800 euro. “Dit tart alle verbeelding”, vond hij. Daarnaast sloeg de poetsvrouw in 2020 en 2021 nog op drie plaatsen toe in en om het Hasseltse. Telkens had ze het gemunt op gouden juwelen, vooral erfstukken. Haar buit verkocht ze aan goudwisselkantoren in Hasselt en Diepenbeek. “De emotionele schade is groot”, vond het openbaar ministerie. “Ze raakte de mensen in het diepste van hun privésfeer en schaadt het vertrouwen van haar klanten. Ik vorder 18 maanden cel en 1.600 euro boete.”

Black-out

“Degoutant”, liet ook de rechter haar afkeuring blijken. “Hoe kom je daar nu bij om het juweel met de assen van iemands overleden zoon te stelen? Met de beste wil van de wereld kan ik dat niet begrijpen.” De dievegge was in de rechtbank aanwezig en verwees naar black-outs. “Ik zat in een depressieve periode en moest een relatiebreuk verwerken. Nogmaals wil ik mijn excuses aanbieden, maar ik kan de klok niet terugdraaien. Het enige wat ik kan doen, is werken om de schade te vergoeden. Daarom zou ik het appreciëren dat de familie van de slachtoffers niet telkens over mijn verleden gaat vertellen bij mijn nieuwe werkgever. Ik werk nu 55 uur per week.”

De advocate van de poetsvrouw wees op de psychische problemen bij de vrouw. Intussen is ze naar de Centra voor Geestelijke Gezondheidszorg gestapt. “Ze werkt nog altijd aan die stoornis en combineert verschillende jobs om de schadevergoeding te kunnen betalen”, klonk het. “Ik vraag om mildheid aan de dag te leggen en verzoek om een straf met uitstel onder voorwaarden.”

Vonnis op 31 maart.