©  Boumediene Belbachir

Bart Peeters tien keer in de Lotto Arena: “Een schlagerfestival overleef ik niet”

Aan de vooravond van zijn tien Deluxe-concerten in de Lotto Arena peilen we naar de zintuiglijkheid van Bart Peeters (62). Hij wil er tien keer minstens een feestje van maken, maar dan zonder polonaise. “Daar word ik misselijk van.”

Jo Smeets

“Ik hou er niet van om te zeggen dat het ‘druk druk druk’ is, want dan lijkt het of ik gestresseerd ben en dat is niet het geval”, begint Bart Peeters terwijl we onze jas nog aanhebben. “Ik heb nooit stress, want ik doe áltijd datgene wat ik het liefste doe. Wat niet wegneemt dat het inderdaad druk is. Niet alleen de Lotto Arena-concerten zitten eraan te komen, maar ook de shows die waren uitgesteld door corona. Er gebeuren ook weer wat toffe dingen in Nederland, dus ik kijk met veel bewondering naar de mensen die de puzzel van mijn agenda leggen.”

Als corona tenminste niet opnieuw stokken in de wielen steekt.

“Neenee, dat is voorbij. We hebben nu af te rekenen met andere bedreigingen. (lacht) De mensen van het Sportpaleis hebben voldoende overlegd met Jan Jambon en Frank Vandenbroucke, dus dat zit safe.”

Hoe komt het dat je nog steeds zoveel jonge mensen bereikt?

“Omdat ik niet hip probeer te zijn. Als je als artiest krampachtig mee wil zijn met de laatste trends, kom je per definitie te laat. Trouwens, ik ben in mijn leven welgeteld één jaar hip geweest: op mijn 22ste toen ik het tv-programma Pop Elektron presenteerde. Daar interviewde ik Sting, Talking Heads, U2, The Cure, The Smiths, Stevie Wonder, Elton John, Tina Turner ... Ik vroeg me af hoe het in godsnaam mogelijk was dat ik al die grote namen te pakken kreeg. Roger Davis, de manager van Tina Turner, had een passend antwoord: ‘Je hebt je succes altijd aan de kids te danken.’ Dus, Tina kwam niet naar de studio omdat ze mij zo’n goeie interviewer vond - wat ik stiekem had gehoopt - maar omdat ik jong was.”

Het lijkt wel alsof de jongeren die naar jouw concerten komen, dat doen uit een gevoel van nostalgie naar een tijd die ze nooit hebben gekend.

“Dat zou wel eens kunnen. Ik hoorde Olga Leyers onlangs zeggen: ‘Ik heb zó’n nostalgie naar Soulsister! Papa die in zijn lederen vest The Way To Your Heart stond te zingen: zálig!’ Waarop ik: ‘Maar Olga, toen was jij nog niet geboren!’ Dat vond ze geen bezwaar om nostalgisch te zijn. (lacht) Geloof me, die jonge mensen in mijn publiek waren zeker nog niet geboren in dat ene jaar dat ik hip was. Maar ze kennen wel ál mijn teksten uit het hoofd, dus ik kan me tijdens optredens geen enkele fout veroorloven.”

Net voor je het podium opging in het VTM-programma ‘The Best Of Axelle Red’ was je haast onaanspreekbaar. Ben je altijd zo voor een show?

“Dat hangt van de omstandigheden af. Ik herinner me The Best Of nog goed want ik trilde toen op al mijn benen. Dat had alles te maken met het feit dat ik Parce que c’est toi voor Axelle moest staan zingen. Jij weet misschien dat Axelle een meisje uit Hasselt is, maar voor mij is zij een wereldster. Dus ik wilde dat nummer nailen. Het moest perfect zijn, alleen dan kon het terechtkomen op mijn nieuwe plaat. En als het op mijn plaat zou terechtkomen, wist ik dat het een classic kon worden, wat ondertussen ook gebeurd is.”

(lees verder onder de foto)

©  Boumediene Belbachir

HOREN

“Het is geweten dat ik meer dan dertig jaar geleden een ongeluk heb gehad met mijn gehoor. Ik was aan het drummen en mijn koptelefoon stond plots te luid, met blijvende luide decibelgevoeligheid tot gevolg. Ik kan wel zeggen dat die gebeurtenis mijn leven heeft veranderd. Als je zoiets meemaakt, kan het twee kanten met je uit. Je kan potdoof worden, zoals Dave Grohl van Foo Fighters. Dat verklaart volgens mij overigens de muziek die hij tegenwoordig maakt. (lacht) Als ik vroeger de gasten van Status Quo backstage tegen het lijf liep, viel me ook telkens op hoe luid die wel riepen. Ook potdoof, dus. De tweede mogelijkheid is: hyperacusis, de aandoening waarmee ik nu al meer dan dertig jaar leef.”

Wat houdt het in?

“Dat alles veel luider binnenkomt. Als Jan Leyers, die hiernaast woont, op zijn terras een bladzijde van zijn krant omslaat, hoor ik dat tot hier. Door de muren heen. Negentig decibel ervaar ik als luid. Maar ik probeer het van de positieve kant te bekijken: mijn hyperacusis heeft ervoor gezorgd dat ik geen oude rocker ben. Want mijn keuze van klanken en het instrumentarium - met al die prachtige, akoestische muziekinstrumenten die we gebruiken - is nu veel smaakvoller, dankzij mijn geluidsgevoeligheid.”

Stoort de aandoening je in je dagelijks leven?

“Als ik naar een concert ga, moet ik mijn oren beschermen. Met de hulp van een bedrijf uit Limburg: Variphone in Peer!”

‘Heb Je Even Voor Mij’ van Frans Bauer is het allerlelijkste liedje ter wereld”

Bart Peeters

Welk geluid kan je, los van je hyperacusis, niet verdragen?

“Het geluid van een polonaise. Verschrikkelijk. En er zijn ook bepaalde schlagers waar ik heel ongelukkig van word. Echt, een schlagerfestival zou ik niet overleven. Ik begrijp dat mechanisme ook helemaal niet. (denkt na) Ik vind de meeste schlagers onthutsend lelijk. (zingt) ‘Heb je even voor mij! Maak wat tijd voor me vrij!’ Dat is het allerlelijkste liedje ter wereld. Het doet me trouwens helemaal niet denken aan ambiance of romantiek. Nee, dat doet me denken aan een ziektebeeld. Ik word daar misselijk van. Er is veel onderzoek gedaan naar dat soort oorwurmen, en de conclusie is telkens dat ze gemaakt zijn voor mensen die niet van muziek houden.”

We zullen het zeggen tegen Gert Verhulst en James Cooke.

“Houden zij van Frans Bauer? Hun smaak gaat toch meer in de richting van Marco Borsato, dacht ik. Nu, als Borsato iets covert van Riccardo Cocciante vind ik het oké, maar veel van zijn songs zijn namaak-Italiaans. Met veel te veel pathos, powerdrums en gillende gitaren van gitaristen die eigenlijk veel liever in een hairmetalband hadden gespeeld. Nee dankuwel. Dan heb ik toch liever wat meer nuance.”

(lees verder onder de foto)

©  Boumediene Belbachir

ZIEN

Wat zie je graag?

“Ik zie mijn vrouw en kinderen graag, en daarbuiten nog enorm veel andere mensen. Met andere woorden: ik zie graag mensen. En ik vind ze allemaal mooi op hun eigen manier. ’t Is misschien gek, maar fotomodellen vind ik eigenlijk de minst mooie mensensoort. Ik kan naar een fotomodel kijken alsof het een figuur is uit The Masked Singer. (lacht) En dan denk ik: waar is jouw karakter? Ik weet dat je nooit discriminerend mag zijn, maar ik ben het een heel klein beetje tegenover fotomodellen.”

En als we mensen even buiten beschouwing laten?

“De natuur. Ik kom net van de sportkinesist en die heeft me mijn daginvulling voor de komende weken meegegeven: heel veel fietsen en joggen. Dat joggen zou eigenlijk wandelen moeten zijn, maar dat vind ik alleen maar fijn als Anneke meegaat. Bovendien hebben wij een hond die middenin een wandeling in zitstaking durft te gaan. En ik kan dat beest niet voortslepen aan zijn leiband want dan zegt iedereen dat Bart Peeters zijn golden retriever mishandelt. Maar wat ik dus wou zeggen: ik fiets en jog dus in de natuur. Ik heb die schoonheid nodig. Er is dus een reden waarom ik nooit in de stad heb gewoond. Natuur genoeg hier, trouwens: wij hebben hiertegenover ons huis een weide vol met pluimvee, hangbuikzwijnen, geiten en ander fraais. Het gevolg van getrouwd te zijn met een dierenartsassistente. Laten we zeggen dat Anneke haar werk mee naar huis neemt.”

Kan je jezelf goed bezig zien op het scherm?

“Ik zie meteen of ik me op het moment van de opnames goed voelde of niet. Dus ik ben aan mezelf verplicht om alleen nog de tv-opdrachten te aanvaarden waarbij ik me goed voel. En zo gebeurt het dan dat ik soms keuzes maak die ik zelf moeilijk begrijp. Gastspeurder bij The Masked Singer!? Dan denk je toch: ‘Bart! Waar gaat dit in godsnaam over?’ Wel, ik zal het je uitleggen. Er zijn twee programma’s waarin mijn hele huishouden geïnteresseerd is: het Songfestival en The Masked Singer. Een van mijn dochters werkt met mensen met een autismespectrumstoornis: ze komen vaak naar onze dierenweide. Echt waar, je kan met hen alleen maar praten over dieren en The Masked Singer. Daardoor is dat programma me echt gaan intrigeren. Misschien is er wel een link: ik ben vroeger begonnen met de poppenkast.”

RUIKEN

“De geur van verschillende soorten water: als ik dat ruik, keer ik zo weer terug naar mijn jeugd.”

De geur van water?

“Ja, dat spreekt toch voor zich. Elke Vlaming weet hoe de Noordzee ruikt. De Middellandse Zee ruikt weer helemaal anders. En het Zilvermeer in Mol ook. Daar werden wij als kind letterlijk losgelaten. Ik was dertien jaar en heb aan het Zilvermeer mijn eerst lief gekust. ’t Is te zeggen: eigenlijk waren het twee meisjes.”

Jouw eerste relatie was meteen een trio?

“Het waren twee zusjes, en ze vroegen het allebei tegelijk aan. Ik dacht dat dat zo hoorde, dus heb ik maar ja gezegd. Stel je daar niets heldhaftig bij voor, want in de praktijk lag ik gewoon dubbel onder de sloef. Maar ik had het over geuren van water en het escapisme dat daarmee gepaard ging. De geur van Heist aan zee: fantastisch. Ook daar gingen we vaak naartoe toen ik kind was. Anneke trouwens ook. De kans is groot dat ik daar ooit nog crêpepapieren bloemen van haar heb gekocht, en waarschijnlijk heeft ze me nog in ’t zak gezet ook.” (lacht)

PROEVEN

“Ik ben geen fijnproever, dus vind ik friet-stoofvlees zo ongeveer het lekkerste dat er bestaat. En, ik durf het bijna niet zeggen, maar pizza Hawaï vind ik ook onweerstaanbaar. Vertel het niet voort, want binnenkort mag ik niet meer binnen in bepaalde Italiaanse restaurants. (denkt na) De smaak van koffie … Ik heb ’s ochtends echt koffie nodig. En gember!”

Bah.

“Ik vind dat lekker. Bovendien is het goed voor zangers. Ik heb Axelle Red eens een stuk gember ter grootte van een tennisbal zien oppeuzelen. Ik eet het zelf ook rauw. Probeer het maar eens als je een smaaksensatie wil ervaren. In het begin denk je dat je tong nooit meer zal marcheren, maar dat komt allemaal weer goed. Ik kan ook met de grootste cool een uit de kluiten gewassen stuk wasabi eten. Dan zie je iedereen kijken met een blik van: ‘En nú krijgen we de grote show’, maar er gebeurt dan totaal niets.”

Ben je een gulzig persoon?

“Zeker in periodes waarin ik veel mag optreden, probeer ik mijn lijf te verzorgen. Elke overtollige kilo is er een teveel als je het beste van jezelf wil geven op een podium.”

Drink je graag?

“Dat heb ik opgegeven. Om de simpele reden dat je er moddervet van wordt. En het is slecht voor mijn stem, dus vloekt het met mijn beroep. Waarmee ik niet zeg dat het makkelijk is om niet te drinken, want de roes vind ik wel iets hebben. Om die reden heb ik eens joints geprobeerd, maar dan ben je weer aan het roken en ook dat mag niet van de zangleraar.”

(lees verder onder de foto)

©  Boumediene Belbachir

VOELEN

“Ik pak graag mensen vast. Stijn, mijn broer en tevens mijn manager, weet dat. Dus, toen ik was uitgenodigd om Nora Gharib te steunen in de finale van Dancing With The Stars, zei hij: ‘Ik heb eigenlijk niet zo graag dat je daar gaat verbroederen, want dansers zijn heel fysiek en corona is nog niet voorbij.’ Ik ben toch gegaan. Verder kan ik ook nog zeggen ik zeer koudegevoelig ben.”

En ben je gevoelig voor kritiek?

“Als de kritiek van iemand komt die er iets van kent, kan dat hard aankomen, maar het helpt me wel. En als een journalist iets negatiefs over me schrijft, dan is dat maar zo. Ik ben al lang blij dat we in een land leven waarin een nieuwe cd van een artiest nog aandacht krijgt in de pers. Dat is in andere landen wel even anders. Denk je dat de Happy Mondays ooit één interview hebben gegeven dat niet over drugs ging? En Sting mocht op den duur alleen nog praten over tantraseks. Of neem nu Nederland: daar is de journalistiek véél harder. Dus, mij hoor je niet klagen.”

Bedankt voor het gesprek. Wanneer zien we je nog eens op de VRT?

“Er zit een nieuw seizoen van Merci Voor De Muziek aan te komen, en daarna zijn er nog plannen. Maar weet je, ik voel me eigenlijk vooral muzikant. Ik kon amper lopen, of ik was al aan het tekenen. Op mijn zevende begon ik liedjes te schrijven. En tv? Daar begon ik pas mee op mijn elfde. Een late roeping. Ik ga zeker nog tv maken, maar ik ga me niet meer bezondigen aan overexposure, zoals ik dat een tijdje wel gedaan heb. Vanaf nu is het: alles met mate.”

Bart Peeters Deluxe: op 31/3, 1/4, 5/4, 7/4, 8/4, 10/4, 13/4, 14/4, 15/4 en 21/4 in de Antwerpse Lotto Arena. ‘De Kat Zat Op De Krant Tour’: CC Maasmechelen (17/3), De Velinx Tongeren (28 en 29/10). Alle info: www.bartpeeters.net

9 (ja, 9!) tips van Bart Peeters

‘Spectacle: Elvis Costello With...’: “Zoals ik ooit ‘Lalala Live’ heb gemaakt, nam de Britse artiest Elvis Costello twee seizoenen van de live muziekshow ‘Spectacle: Elvis Costello With...’ op. De reeks dateert al van 2008 en ik begrijp niet dat dat toen aan mij voorbij is gegaan. Echt schitterend: Costello die wereldsterren als Elton John, Bruce Springsteen en vele anderen ontvangt en met hen het podium deelt. Mijn favoriete afleveringen zijn die met Lou Reed en Smokey Robinson. Vrij te bekijken op YouTube.”

De reünieconcerten van Noordkaap: “Op 12 maart zal de reünie van de Limburgse band Noordkaap eindelijk een feit zijn. Normaal had dit feestje al in 2020 moeten plaatsvinden, maar het virus besliste daar anders over. Ik zit dus al twee jaar te wachten om topsongschrijver Stijn Meuris en de weergaloze gitarist Lars Van Bambost nog eens samen aan het werk te zien op een podium. Stijn zal zijn hit Een Heel Klein Beetje Oorlog wel van de gepaste bindtekst moeten voorzien.”

Noordkaap. ©  RR

‘Quincy’ op Netflix: “De Amerikaanse muziekproducer Quincy Jones slaagde erin aanwezig te zijn op alle grote momenten in de muziekgeschiedenis. Op het hoogtepunt van Frank Sinatra, Michael Jackson en zoveel andere artiesten. En hij was ook een beetje alcoholist. (lacht) Zijn dochter heeft een mooie docu gemaakt die terug te vinden is op Netflix.”

‘Rolling Thunder Review’ op Netflix: “Voluit heet deze muziekdocumentaire: Rolling Thunder Revue: A Bob Dylan Story By Martin Scorsese. Vooral de captaties van de liveoptredens spreken me aan. De kracht die hier vanuit gaat, is niet te geloven. Ook mooi om te zien is hoe Bob Dylan de zeventienjarige Sharon Stone versiert: ‘Ik heb speciaal voor jou een song geschreven: Just Like A Woman.’ Wat hij er niet bij vertelt, is dat het nummer al tien jaar oud was.”

‘Get Back’ op Disney+: “Ik heb het een tijdje uitgesteld, maar nu heb ik deze Beatles-documentaire dan toch gezien. Spoiler alert: de eerste vijf uur voel je je gekloot omdat vier kus-mijn-klotens het leuk vinden om voortdurend slechte rock-’n-rollcovers te spelen of liedjes te zingen met hun tanden op mekaar. Maar in het laatste uur wordt het magisch. Ik heb gejankt van ontroering.”

‘De Avondshow Met Arjen Lubach’ op NPO1: “Vroeger vond ik het fijn dat ik elke avond kon zeggen: ‘Ze kunnen me allemaal wat. Straks kan ik toch lekker naar De Wereld Draait Door kijken. Ikke blij.’ Nu is er een fantastisch alternatief: De Avondshow Met Arjen Lubach. Actualiteit gemixed met cabaret. Zó intelligent, niet normaal.”

‘Inner Travels’ van Rinus Van de Velde in de Bozar: “Alles aan Rinus Van de Velde is kunst. Zijn werk, zijn manier van denken, zijn manier van leven … En zijn werk komt helemaal tot zijn recht in de Bozar.”

‘Naast De Spotlights’ van Tom Vanstiphout: “Podcastreeks van gitarist Tom Vanstiphout die beroepsmuzikanten interviewt. Dat zijn niet altijd namen die een belletje doen rinkelen bij het grote publiek, maar in de muziekwereld zijn het gevestigde waarden. Zoals Eric Melaerts, Marc Bonne, Chantal Kashala, Evert Verhees ...”

C-mine in Genk: “Goddelijke zaal om te spelen. Ronduit goddelijk. En dan heb ik het niet alleen over de concertzaal, maar ook over de prachtige locatie, over die voortdurende aanwezigheid van het rijke mijnverleden. En nu we het toch over Genk hebben: ik speel enorm graag op Genk On Stage.”