Direct naar artikelinhoud
NieuwsBuitenland

Ook al kunnen ze hier tien keer zoveel verdienen: voor Oekraïense werknemers is België geen droom

Burgers proberen de belegerde stad Irpin te ontvluchten.Beeld Getty Images

Schimmige statuten, dumpinglonen en onveilige toestanden: de werksituatie van sommige Oekraïners in ons land is allesbehalve rooskleurig. Volgens specialisten moet de overheid dan ook meer doen dan de vluchtelingen verwelkomen. ‘De inspectie moet beter.’

Eind september stortte de 42-jarige Mykhailo Parasjtsjoek zeven meter naar beneden tijdens de werken aan het ‘Grand Hôpital’, het nieuwe ziekenhuis van Charleroi. De Oekraïner werkte al twee jaar in België via een Poolse firma. Deze firma werkte in onderaanneming voor een Nederlands bedrijf, dat op zijn beurt in onderaanneming werkte voor een tijdelijke vennootschap tussen Jan De Nul en Franki Construct. Kort na zijn val van een stelling stierf Parasjtsjoek in het ziekenhuis.

Voor zijn familieleden klonk ze dan ook zuur, de uitspraak van Vlaams minister-president Jan Jambon (N-VA) dat de Oekraïense vluchtelingen “absoluut welkom zijn”, onder andere omdat de Vlaamse arbeidsmarkt hen goed kan gebruiken. De arbeidsbemiddelingsdienst VDAB zal de lokale besturen mee ondersteunen bij het opvangen van vluchtelingen. “Misschien kunnen we enkele mensen naar een job begeleiden”, suggereerde Jambon.

De jongste jaren komen er sowieso al steeds meer Oekraïners naar België. Ze nemen stilaan de plaats in van de werkkrachten die vroeger uit Polen, Roemenië en Bulgarije kwamen. De welvaart en de lonen in deze landen zijn fors gestegen, waardoor de aantrekkingskracht van een job in België afneemt. De sectoren die hun jobs niet ingevuld krijgen, zoals de bouw, het transport en de voeding, zoeken hun werkkrachten dan maar verderop.

Erg kwetsbaar

In 2020 werkten al 13.000 Oekraïners in Vlaanderen via detachering, ofwel twaalf keer zoveel als in 2016. “De meesten worden hier tewerkgesteld via bedrijven uit Polen en Litouwen”, zegt Dries Lens, die aan de Universiteit Antwerpen de tewerkstelling van buitenlandse werknemers onderzoekt.

Dat zit zo: als een EU-land een arbeidskaart en verblijfsvergunning toekent aan iemand van buiten de EU, dan mag die persoon dankzij het vrij verkeer van diensten ook in andere lidstaten werken. “Voor bedrijven in Polen zit daar een heus businessmodel achter”, zegt Lens. “Het land heeft soepele regels voor arbeidsmigranten uit Oekraïne. Zodra zij hun papieren hebben, sturen hun werkgevers hen naar België om een dienst uit te voeren.”

Voor alle duidelijkheid: dit systeem is perfect legaal. Voor onze bouwsector zijn de Oekraïners ook onmisbaar. Maar dat neemt niet weg dat de gedetacheerden erg kwetsbaar zijn. Lens: “Voor hun vergunning zijn ze afhankelijk van hun Europese werkgever, die hen op ieder moment de deur naar Europa kan ontzeggen. Door het internationale web aan onderaannemingen is het voor de inspectie ook bijzonder lastig om te zien of alles correct verloopt.”

Overlevingsmodus

En daar knelt het schoentje, want het incident in Charleroi typeert de precaire situatie van sommige Oekraïners. Zo is er nog steeds discussie of Parasjtsjoek nu als werknemer of zelfstandige werkte. “In Polen proberen ze te zeggen dat hij zelfstandige is, maar op zijn detacheringsformulier staat dat hij werknemer is”, zegt Jan Buelens, specialist arbeidsrecht en advocaat van de familie Parasjtsjoek.

Hoewel de lonen laag liggen, zijn die nog altijd een pak hoger dan wat ze in Oekraïne zouden verdienen. Zo was het na de dood van Parasjtsjoek moeilijk om collega’s te vinden die wilden getuigen. “In Oekraïne verdienen ze 150 euro per maand, hier 1.500 euro. Ze willen vooral hun werk niet verliezen”, zegt Buelens. Het gevolg van deze situatie is dat er “veel dingen gebeuren die het daglicht niet zien”.

Vaak weten de Oekraïners niet eens wie hun werkgever is, zegt Lens. “Door de taalkloof en het gebrek aan connecties kunnen ze ook moeilijk achterhalen wat hun rechten zijn.” De arbeidsinspectie kan natuurlijk overtredingen vaststellen. Maar die mist slagkracht, zegt Buelens. Hij pleit dan ook voor een versterking en ook voor een betere opvolging door justitie. “Nu liggen dossiers er vaak jaren, waardoor bedrijven gewoon voortdoen.”