Derde rijkste man van Australië doet bod op kolencentrales om ze definitief te sluiten

Mike Cannon-Brookes richtte samen met Scott Farquhar softwarebedrijf Atlassian op. De twee worden vaak omschreven als “onbedoelde miljardairs”. Ze wilden na hun studies met hun start-up enkel vermijden dat ze in loondienst voor een of ander IT-bedrijf zouden moeten werken. Vandaag zijn ze dus miljardairs.

Het gebrek aan actie van de Australische overheid tegen milieuvervuiling frustreert Cannon-Brookes. Hij wil er daarom zelf iets aan doen. Vorig jaar beloofde hij 313 miljoen euro van zijn persoonlijk vermogen voor de klimaatzaak. Hij sponsorde non-profitorganisaties die zich inzetten om de klimaatverandering een halt toe te roepen en investeerde in projecten die schone energie promoten. Cannon-Brookes kan dat geld missen: zijn kapitaal wordt geschat op ruim 15 miljard euro.

Op 19 februari probeerde hij nog een stap verder te gaan. Samen met de Canadese vermogensbeheerder Brookfield deed hij een nieuw bod op AGL, een Australisch elektriciteitsbedrijf dat eigenaar is van drie van de zestien kolencentrales in het land. Bedoeling van Cannon-Brookes was om die definitief te sluiten, omdat de Australische overheid dat zelf niet wil doen. Hij zou de centrales op steenkool dan vervangen door centrales die gebruik maken van hernieuwbare energiebronnen.

Maar AGL wees het bod van 7,2 miljard van Cannon-Brookes en Brookfield af wegens te laag. AGL vond ook de plannen van Cannon-Brookes “onrealistisch”. De man gaf echter niet op en onderhandelde verder. Zijn consortium deed afgelopen vrijdag een verbeterd bod van 7,8 miljard euro, maar ook dat was niet voldoende voor AGL. “Met grote droefheid leggen we nu de pen neer”, tweette de miljardair na de afwijzing.

Kolencentrales leveren goedkope elektriciteit en zijn goed voor duizenden jobs in Australië. Daarom had Cannon-Brookes ook de Australische premier Scott Morrison tegen. Die beweerde dat het sluiten van de kolencentrales tegen 2030 de elektriciteitsprijzen steil de hoogte zou injagen. Cannon-Brookes ontkende dat. Volgens hem was de periode van acht jaar om de centrales te sluiten langer dan wettelijk verplicht en ruimschoots voldoende voor de markt om zich voor te bereiden op de veranderingen. De miljoenen klanten van AGL zouden niet zonder elektriciteit vallen. Het bedrijf zou zich ertoe verbinden om elektriciteit extern aan te kopen als de eigen productie niet zou volstaan.