Direct naar artikelinhoud
Vier vragenIsabel Verwee

‘Een kwart van de hulpverleners overweegt van job te veranderen door geweld’

‘Een kwart van de hulpverleners overweegt van job te veranderen door geweld’
Beeld BELGA

De helft van de Belgische hulpverleners kreeg afgelopen jaar fysiek geweld te verwerken. Dat blijkt uit een nieuwe studie van Vias Instituut. Volgens Isabel Verwee, verantwoordelijke van departement Veiligheid, zijn het vooral patiënten die hulpverleners aanvallen.

De helft van de hulpverleners krijgt met fysiek geweld te maken. Dat lijkt ontzettend veel.

“Inderdaad. Het gaat dan over duwen, slaan, schoppen en het kapotmaken van materiaal. 8 procent van de respondenten zegt maandelijks te maken te krijgen met fysiek geweld. Ook verbale agressie treedt duidelijk naar voor: 83 procent van de hulpverleners zegt dat mensen tegen hen schreeuwden, 74 procent zegt uitgescholden te worden. Bij 15 procent van de hulpverleners gebeurde dat zelfs wekelijks.

“In buitenlands onderzoek duiken gelijkaardige cijfers op. Belangrijker misschien is dat we dit voor het eerst gemeten hebben bij verschillende beroepsgroepen: ambulanciers, artsen en verpleegkundigen op spoedgevallendiensten en brandweerlui. Daardoor is het toch een vrij grote bevraging geworden, met 836 respondenten.

“Het is beangstigend dat zoveel mensen aangevallen worden. Al moeten we ook kijken naar de minder zichtbare gevolgen: sommige hulpverleners zeggen dat ze langdurig stress ervaren door het geweld of dat ze slecht slapen. Daarnaast zijn er ook gevolgen voor de organisatie: zo’n kwart van de respondenten overwoog al van job te veranderen.”

Waarom vallen mensen hulpverleners überhaupt aan?

“Een van de belangrijkste risicofactoren blijken verdovende middelen te zijn. 53 procent van de respondenten vermoedden alcoholgebruik bij daders, 33 procent druggebruik. Dat zien we overigens ook in buitenlandse studies.

“Het blijken daarnaast vaak patiënten (60 procent) te zijn die hulpverleners aanvallen. We zien dat zij soms niet weten wat hulpverlening komt doen of hebben andere verwachtingen, bijvoorbeeld dat ze meegenomen worden naar het ziekenhuis. Dat kan een verklaring zijn waarom mensen geweld gebruiken. Daarom is het belangrijk dat hulpverleners goede informatie geven over wat ze juist zullen doen. Al is dat niet altijd even makkelijk: een ambulancier heeft daar soms gewoon de tijd niet voor.”

Meer dan de helft van de respondenten zegt het gevoel te hebben dat het geweld toeneemt. De criminaliteitscijfers van de politie tonen dat ‘geweld tegen beroepen van algemeen belang’ afneemt. Hoe verklaart u dat?

“Niet alle feiten worden gemeld: slechts 16 procent van de mensen die we bevroegen hebben het meest ingrijpende feit gemeld bij de politie. Al is het natuurlijk problematisch dat hulpverleners dat geweld niet aangeven. Daar ligt een grote rol voor werkgevers en leidinggevenden: zij moeten het registreren en aangeven van geweldszaken stimuleren.”

Wat kunnen we hier aan doen?

“Je hebt twee grote manieren om hierop te reageren: geweld voorkomen en als het toch gebeurt daders straffen. Voor dat eerste is het belangrijk om de boodschap de wereld in te sturen dat we geweld en agressie tegen hulpverleners niet accepteren. Ook moeten we inzetten op meer vorming en training. Daar is vraag naar, zo blijkt uit onze enquête. Daarnaast is het belangrijk om slachtofferschap ernstig te nemen: bijvoorbeeld door erover te praten en waar nodig mensen door te verwijzen.

“Wat het straffen betreft zien we een tendens naar snelle en effectieve straf. Maar minstens even belangrijk is te zien of straffen op maat zijn. Ja, sommige daders komen in aanmerking voor een klassieke straf. Maar bij andere daders is een vorming misschien meer aangewezen, om zo schuldbesef aan te wakkeren.”

Isabel Verwee: 'Ja, sommige daders komen in aanmerking voor een klassieke straf. Maar bij andere daders is een vorming misschien meer aangewezen, om zo schuldbesef aan te wakkeren.'Beeld RV