Buddy (tweede van rechts) bekijkt samen met zijn broer, moeder (Caitriona Balfe), vader (Jamie Dornan) en grootmoeder (Judi Dench) de musical ‘Chitty Chitty Bang Bang’ in een bioscoop in ’Belfast’. © Sony

Waarom een prent over het conflict in Belfast toch een aangename familiefilm is

Kenneth Branagh leerde de wereld van Shakespeare houden en maakte zich populair als Wallander en Hercule Poirot. Nu heeft hij voor het eerst zichzelf als onderwerp genomen, in de familiefilm Belfast.

Branagh beschrijft in het in zwart-wit gefotografeerde Belfast de periode in 1969 voor hij met zijn protestantse familie van de Noord-Ierse hoofdstad naar Engeland uitweek. De negenjarige Kenneth – in de film heet hij Buddy – houdt van westerns en heeft een boontje voor een meisje van zijn klas. Maar de jongen wordt ook geconfronteerd met The Troubles of het conflict tussen de unionisten en loyalisten. In augustus 1969 vallen Ultster-loyalisten katholieke huizen van zijn gemengde buurt aan en viseren ze ook zijn vader. Dit klinkt heel dramatisch, maar Branagh serveert zijn herinneringen als een semi-fictieve tragikomedie. Belfast is vooral een aangename familiefilm waarin een plunderpartij meer aanvoelt als een Sinterklaasactie. (cc)

Belfast speelt sinds 2 maart in de bioscopen en maakt kans op de Oscars voor beste film, beste regisseur, beste bijrollen, beste origineel scenario en beste geluid.
Aangeboden door onze partners

Hoofdpunten

Aangeboden door onze partners

Beste van Plus

Lees meer