Waarom een prent over het conflict in Belfast toch een aangename familiefilm is
Kenneth Branagh leerde de wereld van Shakespeare houden en maakte zich populair als Wallander en Hercule Poirot. Nu heeft hij voor het eerst zichzelf als onderwerp genomen, in de familiefilm Belfast.
Branagh beschrijft in het in zwart-wit gefotografeerde Belfast de periode in 1969 voor hij met zijn protestantse familie van de Noord-Ierse hoofdstad naar Engeland uitweek. De negenjarige Kenneth – in de film heet hij Buddy – houdt van westerns en heeft een boontje voor een meisje van zijn klas. Maar de jongen wordt ook geconfronteerd met The Troubles of het conflict tussen de unionisten en loyalisten. In augustus 1969 vallen Ultster-loyalisten katholieke huizen van zijn gemengde buurt aan en viseren ze ook zijn vader. Dit klinkt heel dramatisch, maar Branagh serveert zijn herinneringen als een semi-fictieve tragikomedie. Belfast is vooral een aangename familiefilm waarin een plunderpartij meer aanvoelt als een Sinterklaasactie. (cc)