Direct naar artikelinhoud
InterviewJosé Miguel Vivanco

Afscheidnemend directeur Human Rights Watch: ‘Latijns-Amerika beleeft een alarmerende achteruitgang van basisvrijheden’

José Miguel Vivanco stapt na 30 jaar aan het hoofd van de Amerikaanse afdeling voor Human Rights Watch op: 'De rechtsstaat is onbestaande in Venezuela.'Beeld AFP

Venezuela, Nicaragua, Cuba, Colombia, Brazilië,... Overal in Latijns-Amerika onderdrukken autoritaire leiders, van links en rechts, een morrende, verarmde bevolking. José Miguel Vivanco, afscheidnemend directeur Amerika van Human Rights Watch, heeft er een hard hoofd in: ‘Een land als Venezuela heeft eigenlijk gewoon humanitaire noodhulp nodig.’ 

José Miguel Vivanco volgde decennialang mensenrechten in Latijns-Amerika op. De tendens die hij ontwaart, baart hem zorgen. Na 30 jaar aan het hoofd van de Amerikaanse afdeling voor Human Rights Watch, geeft Vivanco de fakkel door aan zijn opvolger.  “Er zijn meerdere landen waar ik me zorgen over maak,” vertelt hij bij zijn afscheid, “maar in Venezuela is er een zware humanitaire crisis die al decennialang bezig is. De covidpandemie heeft de situatie nog verergerd. Het is het gevolg van slecht beleid, slechte administratie en slechte beheersing van de rijkdom van Venezuela.” 

Hoe kon het zo misgaan? 

“Als er geen controle en transparantie bestaat, bestaat misbruik van macht. Dictator Maduro heeft met zijn slecht oliebeleid een economische en sociale catastrofe gecreëerd. Meer dan 5,5 miljoen Venezolanen zijn gevlucht. Dat is 15% van de bevolking. Op hun beurt destabiliseren deze vluchtelingen de buurlanden. In Venezuela is er hongersnood en gebrek aan basisvoorzieningen zoals drinkbaar water en elektriciteit. Met Human Rights Watch hebben we verschillende onderzoeken uitgevoerd waarbij we vaststelden dat er geen medicatie in ziekenhuizen voorradig was. Sommige provincies in Venezuela zijn er even erg aan toe als oorlogsgebieden.”

“Jammer genoeg zien we geen perspectief op verbetering. Venezuela heeft humanitaire noodhulp nodig, maar Maduro weigert. Hij wil alleen noodhulp en medicatie geven als hij op de goederen een sticker mag plakken met de naam van zijn partij. Ook al zijn verschillende pogingen tot onderhandelingen mislukt, toch blijven we pleiten voor dialoog. Zo pleiten wij voor de onmiddellijke vrijlating van politiek gevangenen.”

Maduro beweert dat er geen politieke gevangenen in zijn land zijn.

“Ik kan met absolute zekerheid zeggen dat er politieke gevangenen zijn in Venezuela. Honderden mensen zitten nog gevangen. Ze worden ook gefolterd. Met Human Rights Watch hebben we vele gevallen uitvoerig gedocumenteerd. We spreken over zware misdaden tegen de mensheid zoals moord, kidnapping, foltering en verdwijningen. Bij folteringen spreken we zelfs over het folteren met elektriciteitsdraden aan de geslachtsdelen van zowel mannen als vrouwen. Niet alleen onze organisatie, maar ook Amnesty International, en de commissie voor mensenrechten van de VN hebben honderden dossiers opgesteld. Wij hebben maar liefst 800 tot 900 dossiers van mensen die door militaire rechtbanken en militaire kazernes veroordeeld zijn. Dat wil zeggen dat deze mensen geen eerlijk rechtsproces krijgen en ook geen bijstand van een advocaat mogen vragen. De rechtsstaat is onbestaande in Venezuela.”

Het Internationaal Strafhof in Den Haag zal een officieel onderzoek voeren naar misdaden tegen de mensheid gepleegd in Venezuela.

“We hebben er alle vertrouwen in dat deze onderzoekers hun werk grondig zullen uitvoeren. We zijn van een vooronderzoek naar een officieel onderzoek overgegaan, waardoor Maduro nu zelf het tegendeel van de beschuldigingen die voorliggen zal moeten aantonen. Voor Latijns-Amerika is dit een historisch moment.”

In Cuba was er vorige zomer dan weer massaal protest van de bevolking. Deze week hebben sommige betogers vernomen dat ze tot 30 jaar gevangenisstraf opgelegd kunnen krijgen.

“Cubanen leven in een militaire dictatuur die al meer dan 60 jaar bestaat. De wetten zijn zo gemaakt dat opkomen voor mensenrechten of vrijheden zware misdrijven zijn in Cuba. Journalisten kunnen er onmogelijk hun werk doen. De juridische macht staat volledig onder het gezag van de regering. Cuba is zelfs het enige land ter wereld dat mensen al beschuldigt van een misdaad, als ze nog maar verdacht worden van intenties om te betogen. Inlichtingendiensten van Cuba kunnen dus mensen achter tralies zetten van wie ze vermoeden dat die plannen hebben om politiek protest te plegen.  Dat maakt het zo bijzonder dat Cubanen de moed hadden om op 11 juli 2021 massaal te gaan betogen. Wellicht heeft sociale media en toegang tot internet de mensen hiertoe aangezet. Helaas hebben we verschillende video’s en audiomateriaal binnengekregen waarop brutaal politiegeweld te zien was. Honderden mensen zijn gearresteerd en in de gevangenis gezet. Het is de manier waarop de Cubaanse regering al decennialang zijn bevolking onderdrukt. Maar ze maken een inschattingsfout. Ze kunnen die miljoenen Cubanen niet blijven onderdrukken, ooit zullen ze hun bevrijding bereiken.”

Ook Nicaraguanen lijden onder de dictatuur van Ortega. Voor de verkiezingen in november heeft Ortega al zijn politieke tegenstanders gearresteerd of huisarrest gegeven.

“Met Human Rights zijn we bijzonder bezorgd over wat er in Nicaragua aan de hand is. We proberen alle elementen die een rol spelen in kaart te brengen, maar de situatie is zeer complex. Ik kan maar niet begrijpen dat anno 2021 dictator Ortega op zo’n brutale en openlijke manier al zijn politieke tegenstanders heeft gearresteerd of huisarrest heeft gegeven en hen beschuldigt van witwassen, sabotage en terrorisme. In die dertig jaar dat ik voor Human Rights Watch werk, kan ik je zeggen dat het enige dat hier enigszins bij in de buurt komt, de dictatuur van Somoza in Nicaragua was. Ortega heeft geen enkele internationale legitimiteit meer. Sinds zijn verkiezingsoverwinning heeft hij zijn eigen graf gegraven. Hij heeft geen kans meer om met de VS, EU of VN rond de tafel te zitten.”

José Miguel Vivanco toont een kogel die de politie gebruikte op betogers tijdens protesten in Chili in 2019.Beeld AFP

Ook in Colombia trokken burgers massaal op straat in mei 2021. Politie en leger reageerden met brutaal geweld.

“De situatie in Colombia werd aangeklaagd door de commissie voor mensenrechten van de VN. De reactie van president Duque op hun rapport vond ik ongepast. Hij beweert dat er nultolerantie is voor politieagenten die mensenrechten niet respecteren, maar de werkelijkheid spreekt dit tegen. Er zijn immers ernstige schendingen van de mensenrechten gebeurd tijdens de betogingen. Politieagenten hebben wapens met kogels tegen de manifestanten gebruikt. 25 burgers zijn doodgeschoten door politieagenten. We hebben de namen van deze mensen en getuigenissen van hun familieleden. Video- en audiomateriaal toonden duidelijk aan dat het niet over enkel agenten ging, maar dat de politie de bevolking systematisch met geweld onderdrukte. Het is onaanvaardbaar dat een president van een democratie deze overtredingen probeert te minimaliseren.”

In Mexico heeft president Lopez-Obrador een nationale garde opgericht. Zogenaamd om de georganiseerde misdaad te bestrijden, maar in de praktijk worden ze vooral ingezet om migranten uit Zuid-en Centraal Amerika tegen te houden.

“Het is pijnlijk om te zien hoe Mexicanen migranten behandelen. De nationale garde van 30.000 soldaten worden hiervoor gebruikt. Er zijn al verschillende beelden en video’s in de pers verschenen waarop brutaal politiegeweld tegen migranten zichtbaar is. Zelfs minderjarigen en vrouwen worden hardhandig aangepakt. Erg contradictorisch is dat president Lopez Obrador Afghaanse vluchtelingen met open armen ontvangt. Het is natuurlijk een mooi gebaar, maar als je weet hoe zijn beleid omgaat met vluchtelingen uit de buurlanden, vind ik het toch cynisch. Het geeft ons het gevoel dat Lopez Obrador zijn solidariteit eerder gericht is op publieke en internationale aandacht voor zijn imago.”

Maar ook in de Verenigde Staten worden migranten hardhandig aangepakt. Treedt Biden anders op dan Trump?

“We hebben met Human Rights Watch verschillende dossiers aangemaakt over de migrantenkinderen die van hun ouders gescheiden werden. Tot op vandaag zijn nog vele kinderen niet herenigd met hun ouders. Maar ook uit de regeerperiode van president Biden hebben we al bewijsmateriaal binnen gekregen van migratiepolitie die hardhandig optreedt tegen migranten. Het is dus niet gestopt.”