De Oekraïense inlichtingendienst leek vrijdagavond wel bijzonder stellig: Wit-Rusland zou het land binnenvallen “om 21 uur”, nadat een Russisch vliegtuig eerder op de dag vanuit het Oekraïense luchtruim een raket had afgevuurd op een Wit-Russisch dorpje nabij de grens. Een ‘false flag’-operatie, dus. Die stelligheid bleek uiteindelijk een sof: een Wit-Russische aanval kwam er niet. “Maar dat betekent niet dat die er niet nog kan komen”, liet Pentagon-woordvoerder John Kirby nog weten.

Toch stuurde het land zaterdag vijf bataljons tactische groepen naar de Oekraïense grens. Volgens de chef van de generale staf van het Wit-Russische leger Viktor Gulevich “om daar reeds gestationeerde troepen te vervangen”. “Ik wil benadrukken dat de overdracht van troepen op geen enkele manier verband houdt met enige voorbereiding, en vooral niet met de deelname van Wit-Russische soldaten aan de speciale militaire operatie op het grondgebied van Oekraïne,” klonk het.

Maar dat Wit-Rusland nu al een cruciale rol speelt in dit conflict, valt evenmin te ontkennen. Volgens NAVO-tactical director Denis Guillaume doet “het overgrote deel” van de Russische vliegtuigen dat het Oekraïense luchtruim invliegt dat via Wit-Rusland. De Russische president Poetin ontmoette zijn Wit-Russische ambtsgenoot Aleksandr Loekasjenko vrijdag, en beide landen kwamen overeen dat Rusland op korte termijn het modernste militaire materiaal zou leveren aan haar kleine buur. Rusland blijft de druk dus opvoeren op Wit-Rusland.