Nicolas Maeterlinck

"Zeg dan toch sorry": politieke verantwoordelijkheid is helaas een concept uit het verleden geworden

Vlaams minister van Welzijn Wouter Beke (CD&V) is niet van plan om op te stappen, ondanks de forse kritiek over de problemen in de kinderopvang in Vlaanderen. Politiek journalist Ivan De Vadder stelt vast dat politici die hun excuses aanbieden en ontslag nemen, een zeldzaamheid zijn geworden, ook al is dat het krachtigste signaal dat ze kunnen geven en hoeft het niet noodzakelijk het einde van hun carrière te betekenen.

analyse
Ivan De Vadder
Wetstraatwatcher voor VRT NWS. Maakt en presenteert ook het programma "De afspraak op vrijdag".

In de bedrijfswereld is het al langer bekend dat sorry zeggen bij een schandaal een krachtig weerwoord kan bieden op een tanend vertrouwen. Het is het perfecte emotionele antwoord, terwijl het rationele antwoord meestal leidt tot het blijven zitten van de verantwoordelijke, met als argumentatie: “Het stormt op dit moment, en tijdens een storm wissel je niet van kapitein.” Meestal komt, merkwaardig genoeg, het emotionele antwoord vertrouwenwekkend over. Het rationele antwoord daarentegen overtuigt niet. 

Ook in de politiek kan sorry een authentiek antwoord bieden. Het is een relatief eenvoudige manier om een soort louteringsproces op gang te brengen, en op die manier het vertrouwen van de kiezer in de politici te herstellen. Spijtig genoeg toont de praktijk aan dat dit nauwelijks of niet gebeurt, zelfs niet via de wegen die de instellingen hebben voorzien om dit mogelijk te maken. Het parlement heeft de mogelijkheid om een parlementaire onderzoekscommissie te installeren. Dat is het belangrijkste instrument dat een parlement ter beschikking heeft om zijn controlefunctie uit te oefenen.

Parlementaire onderzoekscommissies hebben het mandaat van een onderzoeksrechter. Het is een instrument dat in het Vlaams Parlement tot voor kort niet zo vaak werd gebruikt, maar deze legislatuur al twee keer is bovengehaald. Er is de PFOS-commissie die haar conclusies aan het formuleren is, en haar eindrapport voorbereidt; en nu is er de commissie, naar aanleiding van de dood van een baby in een Gentse crèche, naar de problemen in de kinderopvang. Vooral de werking van Kind en Gezin, de controlerende administratie, wordt onder de loep genomen. Maar ook de aansturing van die administratie door de bevoegde minister van Welzijn, Wouter Beke (CD&V), wordt tegen het licht gehouden. 

Ook in de politiek kan sorry een authentiek antwoord bieden. Het is een relatief eenvoudige manier om een soort louteringsproces op gang te brengen

In een eerste reactie zegt minister Beke volop zijn medewerking toe aan die onderzoekscommissie, al is hij niet van plan zijn ontslag te geven. “Als de kinderopvang daarmee geholpen zou zijn, en we daarmee stappen vooruit zouden zetten, dan zou ik het best overwegen. Maar ik denk dat we nu vooral moeten handelen”, zegt de minister. Zijn partijvoorzitter Joachim Coens trekt de lijn bij een persoonlijke fout: “Indien de onderzoekscommissie zou uitwijzen dat er persoonlijke fouten zijn gemaakt door minister Beke, dan zal hij geen seconde twijfelen om zijn verantwoordelijkheid te nemen en op te stappen." 

Daardoor lijkt het wel dat de onderzoekscommissie een manier is geworden om een snel ontslag te vermijden. Elk nieuw incident of elke nieuwe ontdekking in het dossier van de dode baby, leidt nu niet meer tot de vraag tot ontslag, maar wordt sowieso aan het oordeel van de onderzoekscommissie voorgelegd. 

BEKIJK - Vlaams minister Wouter Beke in "Terzake": "Aan de kant gaan staan, zou het makkelijkste zijn geweest"

Videospeler inladen...

Daarop willen de oppositiepartijen Groen, Vlaams Belang en Vooruit niet wachten, ze vragen sowieso het ontslag van de minister. De verantwoordelijkheid afschuiven op de administratie, vindt Jeremy Vaneeckhout van Groen beneden alle peil: “Waarom waren administraties niet voorbereid? Waarom zijn er te weinig controleurs op het veld? Dat is ook politieke verantwoordelijkheid. Het gaat niet om de persoonlijke schuld van één individuele minister, maar om geloofwaardigheid. Welke minister neemt daarvoor tegenwoordig nog ontslag? Niemand.”

Het is een trieste conclusie: geen enkele parlementaire onderzoekscommissie heeft het ontslag van een politicus veroorzaakt. De onderzoekscommissie is bijna een bescherming tegen ontslag geworden. 

Maar een politicus heeft geen parlementaire onderzoekscommissie nodig om ‘sorry te zeggen’. Het meest zichtbare antwoord van een politicus op een fout van zijn of haar beleid is ontslag. Het is een zware beslissing, die wel meteen komaf maakt met alle kritiek. Meestal gaat het dan om politici die hebben gelogen (Joke Schauvliege), betrokken raken in een juridisch dossier (Pierre Chevalier), of die zelf een fout hebben begaan (Jacqueline Galant). 

De onderzoekscommissie is bijna een bescherming tegen ontslag geworden. 

Maar vele andere politici, die geen rechtstreekse politieke fout kan worden aangewreven, blijven zitten. Ondanks hun politieke verantwoordelijkheid. Een begrip dat CVP-premier Jean-Luc Dehaene omschreef als volgt: “Een ontslag is wenselijk indien een minister een persoonlijke fout begaat, als een minister zijn ambt niet meer in goede voorwaarden kan uitoefenen, of als het ontslag nodig is voor de voortzetting van het beleid”. Maar wanneer ze niet betrapt worden op een persoonlijke fout, blijven de meeste politici zitten. 

Een ontslag is niet noodzakelijk het einde

Het merkwaardige is dat wie ontslag neemt - op voorwaarde dat er dus geen sprake is van een persoonlijke fout - meestal terugkeert naar het hoogste politieke niveau. De ministers Johan Vande Lanotte en Stefaan De Clerck hebben hun politieke carrière voortgezet na hun ontslag dat werd veroorzaakt door de ontsnapping van Marc Dutroux. Louis Tobback zette zijn carrière voort als burgemeester van Leuven na de dood van de uitgewezen asielzoekster Sémira Adamu. Jo Vandeurzen stapte, na zijn ontslag als minister van Justitie, over naar een ander beleidsniveau, en bleef nog tien jaar minister, en zelfs Yves Leterme keerde, nadat hij het ontslag van de hele regering had aangeboden, terug als eerste minister. 

"We're sorry" zeggen door ontslag te nemen, blijft een krachtig signaal dat een politieke carrière niet altijd fnuikt, en dat de kiezer duidelijk wel kan appreciëren. Spijtig genoeg behoort dat signaal tot een politieke deontologie die nauwelijks nog wordt toegepast. 

Meest gelezen