Direct naar artikelinhoud
AnalyseEnergiecrisis

Kan Qatar na Rusland de nieuwe hofleverancier van aardgas worden voor het Westen?

Een installatie voor gasproductie in Ras Laffan, Qatar.Beeld AP

Het Westen wil met de aankoop van vloeibaar gas uit Qatar af van zijn afhankelijkheid van Rusland. Maar de oliestaat ziet zichzelf als ‘neutrale’ bemiddelaar in de oorlog in Oekraïne en zal dus veel in het werk stellen om Rusland niet boos te maken.

Nu Europa met spoed van het Russische gas af wil, is de jacht geopend op alternatieve bronnen. Beleidsmakers kijken nadrukkelijk naar het Golfstaatje Qatar, exploitant van de grootste aardgasbel ter wereld. Na Australië is het wereldwijd de grootste leverancier van lng, oftewel aardgas dat is gekoeld tot transporteerbare vloeistof.

Op dit moment neemt Europa al lng uit Qatar af, maar op vrij kleine schaal. Jaarlijks wordt er zo’n drie à vier miljard kubieke meter tegen de marktprijs geïmporteerd. Ter vergelijking: uit Rusland kwam vorig jaar meer dan veertig keer zoveel aardgas.

Vaste afnemers

Het vervelende nieuws is dat Qatar niet onmiddellijk in dat gat kan springen, omdat er langetermijncontracten liggen met afnemers in Azië. “Ze kunnen niet zomaar zeggen: sorry Japan, wij gaan nu Europa helpen”, zegt Robin Mills, onafhankelijk energieadviseur in de Verenigde Arabische Emiraten. “Als de EU een graantje wil meepikken, zullen ze moeten aankloppen bij de Japanners.” In totaal brengt Qatar slechts 10 à 15 procent van zijn lng-voorraad op de vrije markt. De rest gaat naar vaste afnemers. Vorige maand wisten Washington en Brussel Japan ertoe te bewegen een aantal schepen met lng naar Europese havens door te sturen. De verwachting is dat dat met de stijgende gasprijzen vaker zal gebeuren.

De toegenomen vraag naar Qatarees aardgas roept de vraag op wat de machthebbers in Doha zelf precies willen. Zouden ze, afgezien van het beperkte aanbod, Europa’s hofleverancier willen worden? Kan de regering van de 41-jarige emir Tamim bin Hamad al-Thani dieper in het westerse kamp getrokken worden?

Op het eerste gezicht zijn de banden met het Westen stevig. Het Golfstaatje is het thuishonk van het Amerikaanse Central Command, goed voor tienduizend militairen. Waar de vorige Amerikaanse president het liefst een zwaarddans deed met de internationaal omstreden Saudische kroonprins, probeert zijn opvolger Joe Biden dat beeld recht te zetten. Onder Amerikaanse auspiciën kreeg Qatar een kantoor op het Brusselse hoofdkwartier van de NAVO. Andersom stationeerde de NAVO officieren op de Qatarese luchtmachtbasis Al-Udeid. Sinds de val van Kaboel heeft Al-Thani’s regering een cruciale rol gespeeld bij de evacuatie van tienduizenden Afghanen met westerse paspoorten of een verleden als rechterhand van de internationale coalitie.

Neutraal in de oorlog

Vanuit Qatar bezien is dat maar de helft van het verhaal. Het land presenteert zich bij voorkeur niet als pro-westers, maar als neutrale bemiddelaar. Qatar stemde weliswaar voor de VN-resolutie die de Russische invasie veroordeelde, maar verzette zich vervolgens tegen financiële sancties. De relaties met Rusland op het vlak van infrastructuur en toerisme zal het emiraat nooit zomaar op het spel zetten. Noem het diplomatie van het slappe koord: soms overhellend naar de ene kant, dan weer naar de andere.

De export van lng heeft het ‘Zwitserland van het Midden-Oosten’ de voorbije decennia schatrijk gemaakt (een doorsnee-Qatarees verdient jaarlijks 45.000 euro), maar anders dan bijvoorbeeld Saudi-Arabië en Iran zet het zijn hulpbronnen niet in als politiek breekijzer. De emir houdt iedereen te vriend.

Illustratief is ook de houding ten opzichte van Oekraïne. Qatar heeft tegenover Polen laten blijken er geen bezwaar tegen te hebben als er via de Poolse lng-terminal gas naar Oekraïne vloeit. Tegelijk liet het land vorig jaar verstek gaan op een speciale ‘Krim-top’, door de Oekraïense president Zelensky op touw gezet om te onderstrepen dat de door Moskou geannexeerde Krim nog steeds van Oekraïne is. Doha is de thuishaven van het internationale Gasexporteurs Forum (GECF), waar negentien landen lid van zijn. Tot begin dit jaar was de voorzitter een Rus, Joeri Sentjoerin, uit de stal van Poetin.

“De Qatarezen wringen zich in allerlei bochten om de Russen niet boos te maken”, zegt Justin Dargin, Midden-Oosten-kenner verbonden aan de Universiteit van Oxford. “Hun strategie is de gasexport zo min mogelijk politiek te maken en zo veel mogelijk te baseren op marktprincipes. Toch is het bijna onvermijdelijk dat Moskou hen op een zeker moment als een bedreiging zal gaan zien.”

Europa is nu nog voor 40 procent van zijn gas afhankelijk van Rusland. Dat land zomaar vervangen is “vrijwel onmogelijk”, verklaarde de Qatarese minister Saad al-Kaabi (Energie) onlangs. Wel liggen er kansen voor Brussel. Vanaf 2027 hoopt Qatar de productie van zijn gasvelden met ruim 60 procent op te hogen. De grootste hobbel voor een verdere intensivering (naast een tekort aan lng-terminals) is het Europese energiebeleid: de EU koopt sinds twintig jaar gas in tegen de marktprijs, en heeft nooit langetermijncontracten willen sluiten. Zo’n contract is voor Qatar een harde voorwaarde.