Direct naar artikelinhoud

Hoe Israël gewrongen zit: sympathie voor Oekraïne, maar ondertussen vliegen de oligarchen naar Tel Aviv

De Russische oligarch (en voorlopig nog Chelsea-eigenaar) Roman Abramovitsj in een viplounge op de luchthaven van Tel Aviv.Beeld REUTERS

Israël voert een ingewikkelde dans uit als het gaat om de oorlog in Oekraïne: het land weigert sancties tegen Rusland in te voeren, en naar verluidt landen er steeds meer privévliegtuigen van oligarchen op de luchthaven van Tel Aviv. Tegelijkertijd ligt de sympathie van de Israëliërs bij Oekraïne.

De halfslachtige Israëlische houding begint Washington steeds meer te irriteren. “We moeten het regime in Moskou uitknijpen”, zei Victoria Nuland, de Amerikaanse onderminister van Buitenlandse Zaken afgelopen vrijdag tegen de Israëlische zender Channel 12 News. “Jullie willen geen laatste veilige haven worden voor het smerige geld waarmee Poetin zijn oorlog voedt.”

Sinds het Westen sancties heeft ingevoerd tegen Russische oligarchen zouden er zeker veertien privéjets vanuit Rusland naar Israël zijn gevlogen: Russische Joodse zakenmannen zouden mogelijkheden onderzoeken om hun vermogen hier onder te brengen, en bijvoorbeeld te investeren in Israëlisch vastgoed.

“Dat staan wij niet toe”, zei de Israëlische minister van Buitenlandse Zaken, Yaïr Lapid maandag tijdens een bezoek aan Slowakije. “Wij willen geen plek zijn waar mensen de sancties kunnen ontlopen.”

Donatie ‘van acht cijfers’

Tegelijkertijd kan het land oligarchen met een Israëlisch paspoort niet weren, en sommigen van hen hebben voor precies dit soort situaties ooit geregeld dat ze dat paspoort hebben, schrijft de krant Haaretz

Een van hen is Roman Abramovitsj, de zakenman die de Britse voetbalclub Chelsea onlangs te koop heeft gezet, en die deze week nog in Israël is gesignaleerd.  Vorige maand vroeg het Israëlische Holocaustmuseum Yad Vashem nog in een brief aan de Amerikaanse ambassadeur in Jeruzalem of hij Abramovitsj niet op de sanctielijst wilde zetten. 

Hij is een belangrijke donateur van het museum, en had de dag voor de Russische invasie begon een nieuwe donatie toegezegd die volgens het museum “in de acht cijfers liep”. Vorige week kwam het museum hierop terug, en liet weten die donatie alsnog te weigeren.

De kwestie tekent de moeizame koorddans die Israël momenteel uitvoert als het aankomt op de oorlog. In eerste instantie zou je denken dat het land direct de zijde van Oekraïne zou kiezen: Israël is tenslotte een bondgenoot van de Verenigde Staten, en onderhoudt van oudsher goede relaties met de NAVO. Het recht van Oekraïne om zijn eigen weg te kiezen, lijkt in een democratie als Israël vanzelfsprekend, de Oekraïense president Zelensky is Joods, evenals zeker 200.000 andere inwoners van Oekraïne. Bovendien zijn vele Israëlische burgers uit dit land afkomstig, en zij hebben er nog steeds familie wonen.

Rusland in Syrië 

De sympathie voor Oekraïne is in Israël dan ook groot, maar toch probeert de regering uit alle macht om Moskou niet tegen zich in het harnas te jagen. Allereerst omdat er ook in Rusland zo’n 50.000 Israëliërs en vele Joden wonen, maar vooral omdat het Moskou min of meer als buurman beschouwt: Rusland houdt de Syrische president Bashar al-Assad in het zadel, en heeft een permanente militaire basis in zijn land. Israël bombardeert in Syrië regelmatig wapenkonvooien van Iran of Hezbollah, en coördineert die aanvallen altijd met de Russen. Die goede relatie wil het land niet onder druk zetten.

Het werpt zich dus liever op als ‘neutrale’ partij, die goed zou kunnen bemiddelen. De Israëlische premier Naftali Bennett is vorig weekend naar Moskou gevlogen om met Poetin te praten, en sprak hem maandagavond ook weer telefonisch. Zelensky heeft hij nooit persoonlijk ontmoet, maar Bennett spreekt hem regelmatig, en de Oekraïense premier stelde afgelopen weekend voor om vredesonderhandelingen in Jeruzalem te laten plaatsvinden.

Twitter bericht wordt geladen...

Maandag noemde Zelensky’s topadviseur Andriy Yermak de pogingen om te bemiddelen op Twitter nog nog “een nobele missie”. Hij juicht ook het Israëlische besluit toe om vluchtelingen op te nemen die zelf niet-Joods zijn, maar wel Israëlische familie hebben. Er wonen in Oekraïne tussen de 200.000 en 300.000 mensen die volgens de Israëlische Wet op Terugkeer uit 1950 het recht hebben zich in de Joodse staat te vestigen, en de eerste vliegtuigen met vluchtelingen zijn al aangekomen.

Omdat dit al een fors aantal is, was Israël terughoudend met het accepteren van anderen, en was het in eerste instantie bereid maximaal 5.000 niet-Joodse vluchtelingen op te nemen, naast de 20.000 Oekraïners die al met een toeristenvisum in het land waren voordat de oorlog uitbrak. Zondag is echter besloten dat alle Oekraïners die familie hebben in Israël toe te laten, ook als zij niet-Joods zijn. Het is onbekend om hoeveel mensen het gaat.